Nanouk is al bijna een week niet lekker en zij besluit met Max naar de kliniek op het eiland te gaan. Gelukkig zit deze er sinds een jaar, anders zou ze naar Gili Trawangan of zelfs naar Lombok moeten gaan.
Gijs en ik wachten even, maar als ze niet terug komen gaan we toch maar zwemmen. Met de fietsjes gaan we naar de andere kant van het eiland. Hier is het wel wat drukken, maar ook minder koraal.
Bij het strand komen we Max en Nanouk weer tegen. Nanouk heeft een hele lading pillen gekregen, maar hopelijk voelt ze zich daar wel snel beter door. Ook ik ben nog veel beroerd, maar heb nog niet het idee dat ik naar de kliniek moet. Ik ben gestopt met de norrit, die het niet beter maakte. Later heb ik gelezen dat dit ook helemaal niet goed is als je aan de malaria tabletten zit.
Wel neem ik ORS, wat zorgt dat je vocht vast houdt. Hierdoor voel ik me wel wat beter.
Kareltje
Die avond gaan Gijs en ik over het strand naar Bintang Beach. Het is al weer donker en we horen de hele tijd geschuifel achter ons en naast ons. Het is echt vaag. Ik zeg tegen Gijs dat hij er op moet schijnen en we zien een klein rood katje over het strand rennen. Die zit achter de krabbetjes aan die vluchten voor onze zaklamp. Het is echt een schattig beestje, we noemen hem Kareltje en hij loopt helemaal mee naar Bintang Beach. Hij komt zelfs bij ons op het bankje zitten en eigenlijk wil ik hem mee naar huis nemen... (lees ook Cats of Gili)
Ik eet een klein beetje, maar wordt opnieuw misselijk. Het lijkt wel alsof ik alleen ´een lunch trek, ontbijt en avondeten zorgen voor krampen. We luisteren wat naar de jongens die even verderop gitaar aan het spelen zijn en kijken naar de vele krabbetjes die over het terras schuifelen, voor we terug gaan naar het huisje.
Reactie schrijven