Helse Honden

Het begint een beetje een trend te worden, maar ik heb zo ontzettend slecht geslapen. Aan het bed heeft het niet gelegen, dat was prima, maar de honden in de omgeving hebben de hele nacht geblaft en gevochten. Het leek wel alsof ze elkaar aan het afmaken waren, echt een drama. 

 

Beneden in de gemeenschappelijke huiskamer staat er een ontbijtje klaar. Voor iedere gast is dit individueel verpakt, dus je komt nooit te laat en je zit nooit met restjes, fantastisch! De inhoud van de bankjes is ook nog eens verrukkelijk! Ik ben fan van het bananenbrood! Op de website van Thitaw staat het recept. Deze ga ik binnenkort zeker proberen!

Full Moon Festival

Voordat we naar het centrum gaan, willen we even douchen, maar er komt mooi geen warm water uit de kraan. Als we bij de eigenaar na gaan vragen hoe dit kan, geeft hij aan dat de stad de stroom er af heeft gehaald. Huh? Ja wanneer er een festival is, wordt de stroom er vaak af gehaald, geen idee wanneer deze weer wordt aangesloten. Wat voor festival er dan is, dat weet hij niet. Zulke dingen zijn hem te druk. 

 

Dan neem ik maar een koude douche en gaan we snel kijken wat er dan in het centrum is. We zien al snel dat het er in ieder geval druk is. Er speelt harde muziek en vanuit de verte zien we al kleurige papier maché dieren die in een optocht naar de pagode aan het marcheren zijn. We sluiten ons aan bij de rest van het publiek. 

 

Het is een inderdaad best druk, harde muziek, veel dans en er wordt vuurwerk in het publiek gegooid wat zo hard afgaat, dat de alarmen van scooters en auto's in de buurt laat afgaan. Maar het is ontzettend gaaf! De mensen zijn mooi gekleed en brengen offers aan de pagode. Je ziet stellages met potten en pannen, bomen gemaakt van geld en bakken voor met eten. Die monniken hebben het vast heel goed!

 

De optocht blijft maar gaan en de groepen jongens die mee dansen lijken steeds baldadiger te worden. Ze hossen met hun papier maché dieren het publiek in en gooien meer en harder vuurwerk. Soms springt er een oud vrouwtje uit het publiek, schreeuwt iets tegen ze en dat lijkt ze te temmen. Wanneer de optocht langzaam eindigt, verdwijnen ook in één klap alle toeschouwers. Iedereen gaat verder met zijn dagelijkse dingen. 

Na het festivalletje zijn we even de markt over gegaan, ik begin te wennen aan de stank die daarbij komt kijken. Het is gek, maar ik vind Kalaw meer stinken dan Yangon en Nyaung Shwe... Dat had ik niet verwacht... We willen ergens een biertje drinken, maar lopen weer als een kop zonder kop rond. Wanneer we dan eindelijk ergens neerstrijken blijkt dat ze geen alcohol schenken op boeddhistische feestdagen. Wat ik van de man begrijp (die stiekem met twee biertjes uit zijn eigen koelkast aankomt) is dit verbod in het leven geroepen om er voor te zorgen dat de feestvierders niet te veel drinken en ongelukken of ruzie gaan maken. Heel goed, maar een beetje jammer voor ons.

 

In één van de winkeltjes willen we biertjes halen voor in het guesthouse. Als ik naar het prijskaartje kijk kan ik mijn ogen bijna niet  geloven, 15.000 Kyat. Dit komt neer op €12! We laten de biertjes hier lekker in het schap staan en lopen weer naar het winkeltje om de hoek bij Thitaw. We vragen bij de eigenaar van Thitaw hoe het komt dat hier zo een groot verschil in zit. Lachend verteld hij dat het waarschijnlijk een schrijffout is. In de Birmese taal en schrift hebben ze een ander soort manier van cijfers verwoorden. In plaats van het 15 x 1000 is 15.000, hebben zij hier een heel andere benaming voor. Zij moeten dus heel erg omschakelen wanneer ze op zijn westers gaan rekenen. Grote kans dat er gewoon een nulletje te veel is geschreven. Oeps... 

Wild Cat

Die avond zoeken we een restaurant, dat is in Kalaw toch wat lastiger dan in de vorige twee plaatsen. We lopen even rond, tot ik een kleurige tent zie even verderop. Dit ziet er gezellig uit. We gaan naar binnen en ik heb direct al spijt. Nu ik al zit, wil ik ook niet gelijk weer op staan, maar het is behoorlijk smerig. De stoelen zijn zwart van de vieze handafdrukken en de tafel plakt. Dapper bestel ik toch iets te eten. 

 

Als ik even over Gijs zijn schouder kijk, zie ik één van de andere gasten een grote, bruine straal speeksel in een emmertje spuugt. Ik kokhals en durf niet meer om me heen te kijken. Pas nu zie ik dat er naast elk tafeltje een emmertje staat om de betelnut spuug in op te vangen. Vreselijke gewoonte!

 

Het is een opluchting als het eten niet komt opdagen, we drinken het biertje op en vluchten het restaurant uit. Gijs zegt verderop nog een tentje gezien te hebben, aan de overkant van de drukke weg. Inderdaad, er zit een klein, half verscholen restaurantje. We worden hartelijk begroet en krijgen een plekje op het terras. Er staat een grote kooi en ik vraag wat er in zit. "Wild cat" is het antwoord, maar ik geloof de man niet. Ik ga kijken en tuur in het donker door de tralies door. Ineens schiet er een dier, blazend naar me toe en haalt uit. Ik schrik me rot en de man ligt in een deuk. Dus toch een wilde kat. Hij is prachtig, maar het is toch zo ontzettend zielig, in het kleine hokje en mensen die de hele tijd hun gezicht in je territorium hangen. Ik moet het gevoel hier echt opzij zetten, het hoort (nog) in de cultuur en ik merk ook wel dat zij door het geloof dat zij aanhangen iets beter met de dieren omgaan dan wat ik in bijvoorbeeld Indonesië voorbij heb zien komen. 

 

Het eten is hier goed, al krijgen we eerst het verkeerde. Gijs had al een hap genomen en was behoorlijk beteuterd toen ze het bordje weer kwamen halen, het rook zo lekker! Maar het gerecht dat we wel echt besteld hebben smaakt ook heerlijk. Ik ben blij dat we hier terecht zijn gekomen. Wanneer ik naar het toilet moet is het wel een beetje ongemakkelijk. In eerste instantie begrijpen ze niet wat ik bedoel. Ik moet het tien keer vragen (en ik moet zo nodig) voor ze me de weg gaan wijzen. Ik moet door de keuken, waar vijf kleine vrouwtjes het eten aan het bereiden zijn. Eén van hen, een behoorlijk oud exemplaar, loopt met me mee. Achter het restaurant, in een soort kamp van gebouwtjes gemaakt van golfplaten, staat weer zo een houten hok. Het is pikkedonker en het omaatje moet de deur voor me dicht houden. 

 

We maken het die avond niet laat.

Reactie schrijven

Commentaren: 0