Ik had verwacht dat ik vandaag wel spierpijn zou hebben, maar ik heb nergens last van. Dit bewijst wel weer dat ik gisteren gewoon wat last had van aanstelleritus. Nee, helaas ik ben vandaag nog steeds wat beroerd. Toch besluiten we op onze laatste dag in dit dorp nog meer te gaan lopen. We kopen de mini-markt leeg en gaan de andere kant van het stadje op, richting het enige resort van Kazbegi. Het is geen vaste route, maar we hebben gewoon zin om bij de klif te kijken die je vanuit de verte ziet liggen.
Het is een stuk warmer dan de dag ervoor en ik zweet al snel. En dat terwijl aan deze kant de heuvels echt niet steil zijn. We lopen langs een slingerende asfalt weg, wat maar weinig sfeervol is. Misschien hadden we beter een andere kant op kunnen gaan?
Verderop zien we een groep paarden, midden op de weg. Ze lijken weer van niemand te zijn, dat valt me wel vaker op aan de dieren hier. Koeien, schapen, paarden, honden, alles loopt hier doelloos rond.
We banen ons een weg door de paarden, die het liefst geen milimeter wijken. Ik ben niet zo een fan van de beesten en durf ook niet zomaar te dichtbij te komen. Wie weet zijn het Georgische vechtpaarden...
Het lukt om ongedeerd langs de kudde te komen en zien een klein kloostertje liggen. De monniken zijn aan de overkant druk aan het graven. Geen idee waarom, maar het ziet er toch een beetje luguber uit.
Uiteindelijk komen we uit bij de kloof, waar we niet verder kunnen. We eten wat en worden gezelschap gehouden door een Russisch koppel die een luidruchtige photoshoot houdt. Mijn ogen hebben wat rondjes gedraaid in hun kassen voor we besluiten ergens anders te gaan zitten. We lopen nog hoger de berg op, waar we nog een smal pad hebben langs de rotsen. Daar chillen we nog even. Ik ben natuurlijk druk met het fotograferen van elk steentje en grassprietjes als ik Gijs ineens hoor: 'Oh shit'. Als ik omkijk zie ik daar één van de reuzehonden die ze in dit land hebben.
De hond loopt rustig onze kant op over de richel en wij kunnen nergens meer heen. Serieus die beesten zijn echt griezelig. Google maar op Owcharka hond. Het monster staat even naar ons te kijken, maar besluit dat we toch niet zo boeiend zijn. Hij volgt een ander pad naar beneden en gaat daar water drinken. Gijs en ik sprinten als twee angstige konijntjes terug naar beneden.
Eenmaal veilig beneden lopen we naar Café Cozy, dat net buiten het dorp langs de weg ligt. Hier strijken we neer op de meubels van pallets en bestellen een welverdiend biertje. Tenslotte zijn we zojuist uit de klauwen van een reusachtige wolf ontsnapt. Gijs bestelt een Khachapuri. Iets wat ie blijkbaar al veel eerder had moeten doen. Khachapuri is een uitgehold brood, met boter kaas en ei als vulling. Goddelijk!
Verderop zien we in het dal dat de wolken plotseling erg laag hangen. Het is een gek gezicht. De wolken komen steeds meer onze kant op en ineens slaat het mooie weer om en wordt het ijzig koud. Snel gaan we langs een winkeltje en gaan schuilen in de gemeenschappelijke ruimte van het verblijf. De wolken komen in sneltreinvaart voorbij en op een gegeven moment begint het ook keihard te regenen en donderen.
We worden gezelschap gehouden door een groep Aziaten die net is aangekomen. Ze zijn zo luid dat Gijs en ik elkaar nauwelijks kunnen verstaan. Ze rennen de ruimte in en uit, laten de deur open staan en pikken zelfs de waterkoker...
Het is best een beetje irritant en we gaan maar naar Café 5047, waar we verkleumd aankomen. Niet zo verkleumd als één van de wandelaars die op de berg was toen de storm hem verraste.
Hij ligt gewikkeld in aluminiumdekens in de hal, terwijl wij een bordje pasta aan het eten zijn. Blijkbaar is het niets bijzonders.
Het blijft de rest van de avond regenen en onweren. We gaan maar vroeg naar bed, morgen is het weer tijd om verder te gaan en laten we Kazbegi achter ons.
Reactie schrijven