Dag 13: 6 januari 2020 - El Nido, Palawan
Eindelijk is het tijd voor onze Buhay Isla Expeditie! Hier heb ik al vanaf het boeken zo naar uit gekeken! We hebben onze spullen verdeeld in dagtassen, avondtassen en spullen voor in het ruim van de boot. We zijn er al vroeg klaar voor, maar we moeten dan ook nog het nodige kopen in het centrum van El Nido.
We checken uit en pakken een tricycle naar het andere deel van de stad. Het begint te regenen. Als dolle stieren halen we de laatste items die we nog nodig denken te hebben voor de trip, plus het belangrijkste, wat biertjes. Rond 8.45 zijn we in de haven en zien we bekende gezichten van de mensen die we gisteren bij de briefing hebben gezien.
Om 9 uur lopen we naar onze boot, een prachtig blauw exemplaar met de typische drijvers. Ik stuntel met mijn spullen over de loopplank en ik zie het al helemaal voor me dat ik het water in donder, maar gelukkig blijf ik droog. Het schip heeft een binnenruimte, een hutje voor de kapitein, een verstopte keuken, een toilet en een terras op het dat met bankjes en een overkapping.
In de binnenruimte gaan we (nog wat awkward) zitten voor een briefing en krijgen zwemvesten in onze handen geduwd die we braaf aantrekken. Naar de maten wordt niet gekeken, zo verzuip ik in de mijne en lijkt die van één van de Amerikanen meer op een crop top. Gids Darryl houdt een praatje als we wegvaren uit de haven. De crew wordt voorgesteld en bestaat uit 2 ankermannen, 2 gidsen, 1 mechanic, 1 kapitein en heel belangrijk de chef kok.
Als El Nido uit het zicht verdwijnt trekt de lucht open en schijnt de zon weer. Dit is een goed voorteken. Het duurt niet lang voor de eerste zwemvesten weer uit zijn en al snel komen we aan bij onze eerste stop: Pasandigan Beach. Dit strand is bekend van één van de seizoenen van Expeditie Robinson en daarom worden alle Nederlanders wild van deze locatie. Het is ook echt prachtig.
We krijgen de instructie om niet naar de hutjes aan de linkerkant van het strand te gaan, die zijn van concurrent TAO. We springen het water in met onze snorkels (die kun je ook bij Buhay Isla lenen, maar wij hebben onze eigen meegebracht). Als we bij het strand aankomen zitten er twee honden op een bijzonder intieme manier aan elkaar vast. Het ziet er super zielig uit, maar gelukkig weten ze uiteindelijk van elkaar los te komen.
Tussen de krabbetjes lopen we wat rond en Gijs vind het maar onzin dat die mensen van Expeditie Robinson nooit wat te eten kunnen vinden, hij ziet overal wel iets eetbaars... Als er op een grote schelp/hoorn geblazen wordt weten we dat het tijd is om terug te gaan naar de boot. Als een school vissen snorkelen we met de hele club weer terug naar de boot. De zwemvesten worden nu door iedereen compleet genegeerd. In de ‘hut’ drinken we oploskoffie (erg heftig) en eten een rijscakeje. Ik kan hier wel aan wennen.
Het weer wordt weer slechter, het is best fris en er zijn hoge golven. Mijn irreële angst voor zeeziekte speelt weer op. We zijn onderweg naar onze lunchplek. Het is weer ontzettend mooi, bij een eilandje met voor de kust een scheepswrak. Dan krijgen we de lunch voorgeschoteld en het is fantastisch. Bakken vol vis, vlees, groente en salades. En het belangrijkste de rijst; oftewel PHILIPINO POWERRRR. Het is een beetje hysterisch opscheppen, maar er blijft genoeg over voor ons twee vegetariërs. Het is echt heerlijk!
Ik heb het zo koud gekregen en ben eindelijk weer een beetje opgedroogd, dus ik sla deze snorkelbeurt over (okay ik heb er achteraf echt spijt van), maar Gijs neemt wel een duik. Het ligt helemaal vol met blauwe zeesterren, maar het water is te troebel om goede foto’s te nemen. Waarschijnlijk door het slechte weer.
Onze laatste stop wordt gecancelled, het weer is te slecht geworden. Heel jammer, maar ik ben ook best verkleumd ondertussen door de miezer regen. We varen naar ons kamp voor de nacht; Dayo. Het is idillysch. We waren gewaarschuwd dat het back to basic zou zijn, maar dat valt 100% mee. Er is licht en er zijn zelfs wc-potten. Ik duik snel een douchehokje in waar ik met de handdouche het zoute water van me af spoel. Het water is zelfs lekker warm geworden door de zon. Ik voel me gelijk een stuk beter.
Het hutje is simpel, van bamboe met een matrasje erin en een klamboe, meer niet, maar meer heb je toch ook niet nodig. Er is een overkapping die dient als gemeenschappelijke ruimte met een grote tafel en bankjes en stoeltjes. Daar wordt al snel de sprite, cola en rum tevoorschijn getoverd. De sprite en rum combi was mij nog onbekend, maar het is echt een chill drankje. Ook gevaarlijk want het is net limonade.
Er wordt gekletst, er worden drankspelletjes gespeeld en we krijgen de primeur van de vuurshow van Darryl. Hij zegt dat het de eerste keer is dat hij zo een showtje weg geeft, maar het is duidelijk één van de beste die ik heb gezien (alsof ik een vuurshow expert ben...). Het blijkt dat wij de enige zijn die zelf bier hebben meegenomen en nu voel ik me echt een alcoholist. Maar als ik met mijn koude blikje bier bij het kampvuurtje sta ben ik er toch wel blij mee. Als ik slap begin te ouwehoeren besluit ik dat het tijd is om mijn hutje in te duiken. Het was een mooie eerste dag.
Reactie schrijven