Ik heb heerlijk geslapen, maar nog wel wat last van zeebenen. Voor het eerst in lange tijd weer een warme douche, ik kan er bijna niet onder vandaan komen. Braaf gaan we bij de ingang zitten wachten op onze transfer. En wachten, en wachten, en wachten. Er zitten meer mensen, dus ik heb wel de juiste tijd aangehouden, maar het duurt wel echt heel lang. Ik kan maar niet wennen aan die Filipino tijd, altijd minimaal een half uur te laat. Uiteindelijk komt er een busje aan. In één oogopslag zie ik al dat we echt niet met al deze mensen in dat busje gaan passen. Gelukkig zitten wij dichtbij en schuiven snel de auto in. De chauffeur staat even te kibbelen met de dame van het verblijf, pleegt wat telefoontjes en dan is het eindelijk tijd om te vertrekken. Zorg dus dat je echt ruim op tijd een transfer boekt, het duurt altijd veel langer dan je verwacht.
Het is niet ver rijden naar het vliegveld, ik schat zo een 25 minuten vanaf Kokonuss. Hier staan we natuurlijk weer in de ene rij na de andere, maar volgens mij begin ik er aan te wennen. Dit vliegveld is klein en mega onduidelijk. De omroeper is niet te verstaan en we snappen niet waar en hoe laat we mogen boarden. Even denk ik dat het aan mij ligt, maar dan zie ik nog een stuk of 100 mensen verdwaasd om zich heen kijken. Uiteindelijk staan we dus allemaal in de verkeerde rij!
We stappen het kleine vliegtuigje van Cebu Pacific in en het duurt voor de verandering niet lang voor ik in slaap val, zelfs nog voor we zijn opgestegen. Tussendoor schiet ik even wakker en geniet van het mooie uitzicht. De heldere zee, eilandjes en zandbanken schieten onder ons door. Na ongeveer anderhalf uur zie ik de wolkenkrabbers van Manilla verschijnen.
Als we met onze bagage weer op onze rug een taxi (ik mis de tricycles nu al) willen pakken komen we weer terecht in een draaikolk van verwarring. Er zijn iets van 3 taxistandplaatsen, die allemaal een ander soort taxi aanbieden. Ik snap er geen reet van en het is bloedheet. Natuurlijk staan we in de verkeerde rij. Er komt maar geen taxi en de chauffeurs die langs rijden lijken ons uit te lachen (of beeld ik me dit in??). Dan storm ik maar naar de andere rij, waar we binnen vijf minuten in een auto kunnen. Ik snap het verschil nog steeds niet. Iets met coupons ofzo. Voor zover ik weet worden we ook niet genaaid en voor 250 filipijnse doekoes worden we naar het hotel gebracht.
De weg er naartoe is een hel, het is spitsuur en om de paar seconden staan we weer stil. Gijs en ik komen er steeds vaker op terug dat we misschien niet zo van grote steden houden, uitzonderingen daar gelaten. Na ruim 50 minuten!! Komen we aan bij Tivoli Hotel, een appartementen complex aan de rivier. Daar zijn we weer helemaal in de war, er zijn een paar hoge torens die allemaal een andere naam dragen. Uiteindelijk komen we uit bij de receptie, maar het is geen hotelreceptie. Het is gewoon iemand die ons de sleutel geeft. Zoek zelf maar uit waar je heen moet. Ik ben moe, heb het warm en ben het zat.
We gaan naar de lift, waar we moeten uitpuzzelen hoe die werken. Serieus, het is echt vaag! De ene lift gaat naar bepaalde verdiepingen en de volgende weer naar andere. En we weten ook nog eens niet op welke verdieping we moeten zijn. We vragen het aan de vrouw met haar armen vol tassen met boodschappen die met ons de lift in stapt. Ik denk, gezien het nummer van het appartement, dat we op de zesde verdieping moeten zijn, maar zij zegt neeeeee volgens mij 21. Holy shit, dit gebouw heeft gewoon 41 verdiepingen. Niet normaal. We zoeken ons rot op de 21ste verdieping, duizelen even bij het uitzicht, maar besluiten toch dat dit niet de goede vloer is. We gaan weer naar beneden en na wat speuren vinden we inderdaad ons appartement.
Het is hermetisch afgesloten, met een hekwerk en sloten. Het is een super chill verblijf. Goed bed, een bankje, fijne badkamer en een eigen keuketje met apparatuur. Er is een koelkast, waterkoker en magnetron. Het balkon kijkt uit op het basketbalveld op het dak, dat veel in gebruik is. Ik heb hier al zo veel mensen zien basketballen, het is hier echt populair. Wel vraag ik me af wat er gebeurt als de bal over de muur gaat en van zo een hoogte naar beneden stuitert…We gaan naar beneden, vlak voor de receptie zit een klein winkeltje. Hier halen we snacks en drinken en chillen even in het verblijf, we hebben ook nog niet gegeten. Eigenlijk heb ik helemaal geen zin meer in Manilla, terwijl ik er eerst naar uit keek. Ik denk dat het door de drukte komt, na die paar dagen op de boot met Buhay Isla. Toch besluiten we ergens te gaan eten.
We steken het water over en lopen langs de drukke autoweg, het is gelukkig niet meer zo druk als toen we naar het hotel reden, maar toch moeten we nog regelmatig scooters, of zelfs auto’s ontwijken die de stoep gebruiken om in te halen. Ik moet zeggen dat ik wel had verwacht dat het hier een stuk chaotischer en om heel eerlijk te zijn, smeriger, had verwacht. In mijn hoofd generaliseer ik alle aziatische hoofdsteden. Jakarte was een puinbak, Yangon gewoon hysterisch, maar hier valt het echt nog mee.
Bij Greenbar, een vegan tent, gaan we zitten. Het is een echte hipstertent en ik voel me gelijk thuis. We drinken een lokaal gebrouwen biertje, een bak nacho’s (dat MOET ik bestellen als ik het zie staan) en een burger. Gijs neemt Hail Seitan (geniale naam). Het eten is goed, maar op de één of andere manier voelen we ons allebei niet lekker. Ik denk ergens dat het door het biertje komt, misschien staat dat er al te lang ofzo. Geen idee, maar we lopen gelijk terug naar het verblijf. Natuurlijk komen er precies nu twee mensen uitgebreid met ons kletsen. Echt stom, ik voel me zo aso, maar ik kan echt niet gezellig doen. Terug in het verblijf blijf ik me beroerd voelen. Als ik me morgen nog zo voel, dan ga ik naar de dokter….
Reactie schrijven