Gepost op 31 oktober 2019
Op 11 januari zijn Gijs en ik getrouwd en dus is het tijd voor onze HONEYMOON. Okay eigenlijk is het gewoon een goed excuus om er weer even uit te zijn.
Deze keer wilden we een 'rustige' bestemming. We hebben lang gezocht, we wilden ook wel graag naar de Azoren, maar dat schijnt niet te doen te zijn als ze zelf geen auto kan rijden. Het openbaar vervoer is er gewoon kut. Ook Gambia stond hoog op de lijst, eigenlijk hadden we deze reis al helemaal uitgestippeld. Maar we waren bang dat er toch te weinig te doen zou zijn en dat we elke dag aan het strand moesten gaan hangen. Dan was ik het na een dag of twee al zat geweest. Uiteindelijk zijn we uitgekomen bij Kaapverdië, een bestemming die ik nooit eerder in het vizier heb gehad, maar waar ik wel erg benieuwd naar ben.
Kaapverdië is een eilandengroep voor de westkust van Afrika. Het is lang in Portugese handen geweest. Lang waren de eilanden onbewoond, tot de Portugezen in 1462 besloten dat het een mooie plek was om een kolonie te starten en een goede locatie voor slavenhandel. Vanaf 1975 is Kaapverdië onafhankelijk.
Op 21 januari moeten we vroeg op, om 3 uur gaat de wekker. We zijn veel te laat naar bed gegaan, maar ik heb geen moeite met wakker worden. Alle spullen staan al klaar, we hoeven alleen wat laatste dingetjes in te pakken. We drinken een kopje koffie en wachten op de taxi. Om 4 uur wordt er geklopt en sprinten we naar beneden. Het is rustig op de weg en de enige andere weggebruikers lijken vrachtwagenchauffeurs te zijn. Bij Schiphol is het wel een bezige boel, ik denk niet dat het ooit stopt. Ik moet Gijs uit dromenwereld helpen als het tijd is om uit te stappen.
Het gaat allemaal heel vlot deze keer. De backpack mag niet door de zelfcheck heen en moeten we bij een dame achter een balie afgeven. De dames van TUI zijn oprecht vriendelijk en opgewekt. Dat is ook wel eens leuk voor de verandering.
In de gate halen we ontbijtje. Volgens de zeurende vrouwen achter ons kunnen we beter een ontbijtje bij de Aldi scoren, maar die optie hebben we hier niet, althans ik heb hem niet gezien. Ons vliegtuig moet nog ijsvrij gemaakt worden, dus we moeten nog even wachten.
Als we eindelijk naar binnen mogen, blijken we helemaal achterin te zitten, bij de toiletten. Dit wil ik dus nooit meer. Er staan de hele vlucht mensen in de rij naast mijn stoel en elke keer ruik je de doordringende urinelucht als de deur open gaat. Heel hinderlijk.
We hebben een hele leuke crew, ze zijn vrolijk en hebben volgens mij zowaar plezier in hun werk. Volgens mij is het leuk om voor TUI te werken.
Na 7 uur in de lucht komen we aan op het eiland São Vicente. De landing is nogal turbulent door de harde wind. We krijgen makkelijk een visum (als je na januari 2019 hebt geboekt heb je als Nederlander geen visum meer nodig). We hebben nog nooit zo snel buiten het vliegveld gestaan. We pinnen wat geld en grijpen een taxichauffeur bij zijn lurven. Ons eerste verblijf ligt in de stad Mindelo, net buiten het centrum en we betalen de chauffeur 1000 escudo om ons er heen te brengen.
De omgeving is zanderig en rotsachtig. Ik heb nog nooit eerder zulke natuur gezien en ik probeer het goed in me op te nemen. Als we in Mindelo rijden moet de taxichauffeur even zoeken naar ons verblijf, maar uiteindelijk vinden we het. We verblijven in Casa Laginha, een mooi verblijf met fijne terrasjes en een prima locatie.
We moeten even puzzelen om de deuren van het slot te krijgen . Per e-mail heb een aantal codes toegestuurd gekregen voor het slot op de buitendeur en een van een kluisje aan de muur waar onze kamer sleutel in zit. Het voelt net alsof we in een escape room zitten en ik loop heel dom te giechelen. In de kamer hangt een briefje over de veiligheid in de omgeving. Ze raden af om in het donker vanaf het centrum naar Casa Laginha te lopen. Er schijnen nogal wat berovingen te zijn geweest. Eerlijk gezegd heb ik me hier geen moment onveilig gevoeld.
Als we ons hebben opgefrist gaan we de omgeving verkennen. We komen al snel uit bij Plaia Laginha, waar ons verblijf zijn naam aan te danken heeft. Wat een ontzettend mooi strand, echt één van de mooiste die ik ooit heb gezien. Het zand is spierwit, het water turquoise en in de verte zie je een ander eiland liggen.
We slenteren wat over het strand en koelen onze voetjes af. We drinken een biertje bij een strandtent en eten een pizzatje als lunch. Op ons gemak lopen we naar het centrum, het is een minuut of 20 van het strand vandaan als je langs de zee loopt.
We pinnen nog een keer en strijken neer bij Nautilus, een gezellig terras waar je geen last hebt van de mensen die je continu willen aanspreken. Ik ben daar een beetje allergisch voor.
Aangezien we nogal vroeg op moesten vallen mijn ogen ondertussen al dicht. We gaan langs de supermarkt en slaan wat in voor bij het verblijf. Aangezien het nog niet donker is gaan we dit gewoon lopen. We hangen wat op één van de terrasjes rond het verblijf en kletsen met Helvio, die bij het verblijf werkt. Rond 9 uur val ik in slaap.
Gepost op 7 november 2019
Na bijna 12 uur slaap wordt ik wakker, voor de verandering heb ik ook nog eens goed geslapen. Het is vandaag een feestdag in São Vicente, het is 557 jaar geleden dat het eiland is ontdekt, op de dag van Sint Vicente (vandaar de naam van het eiland). Er schijnt feest te zijn, maar daar merken we nog weinig van. We ontbijten bij Kalimba Beach Club, een strandtent bij Praia Laginha. Het eten is prima, we gaan voor de omelet, omdat er niet veel vega opties zijn. De cappuccino is op zich okay, maar het heeft wel wat weg van oploskoffie.
Na het eten gaan we op zoek naar het fort dat op een heuvel vlak bij het verblijf zou moeten liggen. Na een speurtocht door allerlei gore steegjes vol condooms, ben ik het een beetje zat. Ik vind het niet zo fijn om hier op mijn slippertjes tussen te lopen en een 'fort' ontdekken we niet.
We struinen verder door de stad als we een ventje tegen komen die ons vraagt schoolboeken voor hem te kopen. Ik vertrouw het niet helemaal, maar ach we hebben toch niets op onze to-do-list staan voor vandaag. We lopen met hem mee naar een boekenwinkeltje, dat heel toevallig gesloten is. Hij wil ons wel naar een andere brengen, een kwartier verderop. Daar heb ik geen zin in, we geven hem wat escudo's en laten hem lekker zelf zijn boeken halen. Of eten, of drugs, ik heb geen idee. Wij gaan in ieder geval chillen op een terrasje.
Wel heb ik van de jongen geleerd dat je op Kaapverdië niet meetelt als op je 30ste geen kinderen hebt. Zijn broer heeft er maar liefst 8 bij 3 verschillende vrouwen...
Er zijn een hoop bedelaars in de stad. De ene maakt een praatje en vraagt vervolgens om geld, de volgende probeert simpele armbandjes te verkopen (die Gijs ook nog koopt) en vervolgens komt er een club schoolkinderen hun handjes ophouden. Een beetje jammer.
We blijven dan ook niet zo lang hangen op dit terras. We lopen een rondje door het centrum, wat een beetje tegen valt. Er is niets te beleven en we hebben het al snel gezien. Ik had gehoopt dat Mindelo een bruisend stadje met veel terrasjes zou zijn, maar ik heb het niet kunnen ontdekken. Dan maar weer terug naar Nautilus, die wat meer verborgen ligt en geen terras direct aan de straat heeft.
Het is tijd om toch een duik in het heldere water bij Plaia Laginha te nemen. Snel kleden we ons om en zoeken een plekje op het heerlijk rustige strand. We hebben wat biertjes bij ons en snacks, het lijkt bijna een picknick.
Het water is heerlijk, maar helaas is het inmiddels wel wat meer bewolkt. We dobberen wat en letten vervolgens op de spullen van een Poolse chick die in haar eentje is. Als we een beetje zijn opgedroogd gaan we terug naar het verblijf. Hier nemen we een korte douche om het zoute water van Canal de Vicente van ons af te spoelen.
Die avond eten we wat bij Ote Level aan het strand. Hier kunnen we op een bovenverdieping zitten, wat ik ondertussen een voorwaarde van een restaurant hier vind. We tikken piña colada achterover en verorberen een pizza voor we terug gaan naar het verblijf.
Gepost op 14 november 2019
Vandaag reizen we verder naar het volgende eiland Santo Antão, het meest westelijke eiland van Afrika. We pakken de spullen weer in en gaan naar de ferry haven, die maar een klein stukje lopen is. Met heel wat moeite halen we een ticket, maar pakken een latere boot. We eten wat in het centrum en voor de zekerheid gaan we nog even langs de pinautomaat. Ik heb al te vaak meegemaakt dat we ineens toch niet konden pinnen, terwijl internet zei van wel.
Rond 14.30 staan we te trappelen voor de hekken bij de haven. Samen met een hoop andere mensen, waaronder een meisje die een kitten met zich mee neemt in een plastic tasje. Een beetje vreemd en ik wil er liever niet naar kijken. We zoeken een plekje op het dek, even uitwaaien. Als we eindelijk vertrekken vind ik het plekje op het dek toch niet zo fijn. Ik heb geen last van zeeziekte, maar dit schip gaat behoorlijk heen en weer. Ook waait het als een malle. Na de overtocht van een uur meren we aan bij Porto Novo. We sluiten achteraan bij alle mensen die enorm staan te drammen. Als de halve boot is voorgedrongen mogen ook wij de trap af en onze tassen uit het bagagerek halen. In de terminal ziet het er netjes uit, er is een barretje en er staan meer bankjes dan bij de terminal in Mindelo. We pakken de roltrap naar boven en worden begroet door een hoop schreeuwende mensen. Opeens zien we per toeval een man met een bordje van Black Mamba, ons hotel.
Samen met een Amerikaanse dude stappen we in het busje van de chauffeur. Hij wacht nog even af of hij meer mensen kan meenemen, maar niemand wil meer naar Black Mamba. Dan maar een oude dude die een paar dorpen verderop wordt afgezet.
Het landschap is in het begin niet echt indrukwekkend. Soms heb ik het idee dat we door Afghanistan rijden, maar dan zie je ineens de kliffen en groene valleien tussen al die rotsen, wat wel weer heel gaaf is. We rijden door kleine dorpjes vol kleur en bizarre rotspartijen.
Voor we het weten zijn we in het dorp Paul en worden we naast het zanderige voetbalveldje afgezet. Deze transfer kost ons 300 escudo. De Portugese eigenaresse was net bezig met een lesje tae bo en begroet ons terwijl het zweet nog van haar af druipt. We krijgen de tofste kamer (vind ik) van het verblijf in het torentje. Vanaf het terras op de eerste verdieping ga je met een ladder naar boven en door een luik. Dan kom je in het 'woon' gedeelte met een douche, toilet en wastafel. Er zit een houten trap naar de volgende verdieping. Ik besluit gelijk een luikje voor een raampje open te doen. Blijkbaar kun je hierdoor naar de kamer van de buren kijken. Natuurlijk krijg ik deze vervolgens niet meer dicht... Boven aan de trap zit de slaapkamer. Als je de gordijntjes open doet heb je rondom uitzicht en heel belangrijk, één van de raampjes is in de vorm van een hartje!
We besluiten om het stadje nog even te gaan verkennen. Het stelt niet veel voor en ik heb het idee dat ik iets mis. Volgens internet, en internet liegt nooit, zouden hier best wat restaurantjes enzo moeten zitten, maar ik kan ze niet vinden. We lopen langs het water en genieten van de woeste zee die tegen de zwarte keien beukt.
Als we heen- en weer zijn gelopen langs de weg bij het water gaan we terug naar Black Mamba. Gelukkig zit hier een restaurant bij en kunnen we onszelf hier volproppen met pasta en bier. We nemen er een paar mee naar het terras onder onze kamer en hangen hier nog wat rond. De volgende dag willen we een hike maken, dus heel laat gaan we het niet maken.
Ik heb een rot nacht gehad. Vandaag zou mijn moeder 57 zijn geworden en met dat soort dagen heb ik gewoon wat last van issues. We pakken onze spullen in en maken ons klaar om Santo Antão te verlaten. De auto die ons naar de haven zal brengen in Porto Novo is stipt op tijd, maar de chauffeur moet nog wel even wat andere mensen ronselen voordat we naar de haven kunnen rijden. De chauffeur geeft aan een minuut of vijf nodig te hebben. Als we de weg naar Ponto do Sol pakken heb ik hier al mijn twijfels bij. We rijden een aantal hotelletjes af en uiteindelijk zijn we drie kwartier verder voor we überhaupt naar de haven rijden. Gelukkig hebben we geen haast. Echter zit er een behoorlijk gepikeerd Frans dametje dat zich enorm zit op te winden, terwijl we uiteindelijk echt heel ruim op tijd aankomen voor de Armes boot van 10 uur (deze Armas boten varen inmiddels niet meer tussen São Vicente en Santo Antão).
Als we zitten te chillen in de terminal horen we ineens geschreeuw. Je ziet mensen opspringen en rennen om te kijken wat er aan de hand is. Het is één of andere hysterische dame en de beveiliging is er niet erg van onder de indruk. Rond 9.45 uur mogen we naar de boot toe. Ik wil niet meer op het dek zitten, dus zoeken we een plekje in het oude, vochtige en beschimmelde ruim. Ik vrees dat dit nog oncomfortabeler is, vooral als een chick om de haverklap moet kotsen. Ik ben blij als we er weer af mogen.
Als we de haven uitlopen worden we opgewacht door een massa schreeuwende chauffeurs. Zoals altijd manoeuvreren we tussen hen door en kiezen een minder opdringerig type. In een grote pick-up worden we voor 300 escudo naar ons laatste verblijf van deze vakantie gebracht: Las Rochas.
We checken in bij een dude met zulke blauwe ogen dat het wel lenzen lijken. Onze mastercard wil niet betalen, maar visa doet gelukkig niet moeilijk, ik krijg hier zo een stress van elke keer. Ik krijg flashbacks naar ons dagje op een resort in Myanmar...
Het is een net verblijf met een binnenplaats vol planten waar je kunt chillen. Ons verblijf is schoon en ruim. Ik ben blij met onze eigen keukentje, zodat ik zelf in ieder geval wat kan fixen als we geen zin hebben om uit eten te gaan.
Wat ik wel vervelend vind is dat er alleen Wifi op de openbare plekken is, op de kamer heb je echt totaal geen bereik. Ook voelt het wat gek als jij in je luxe verblijf uitkijkt op een armoeiig stuk land. Het verschil is ook zo groot.
We hadden het plan om eigenlijk het verblijf niet te verlaten, maar het restaurant blijkt niet open te zijn voor het diner ennnn het zwembad is heul koud. Dan vragen we toch maar om een taxi om naar het centrum van Mindelo te gaan. Voor 250 escudo worden er heen gebracht in een krakkemikkig wagentje.
We strijken neer bij Taverna, drinken bier en eten pizza en pasta. Wat ik vervelend blijf vinden zijn de bedelaars die langs de terrasjes lopen. Ik heb moeite ze te negeren, waardoor ze nog langer blijven hangen. Dan maken we nog een tripje langs de supermarkt om de avond door te komen en gaan we terug naar Las Rochas.
We zijn weer enorm vroeg wakker, maar ik heb heel goed geslapen. Voor 660 escudo nemen we in het restaurant beneden een ontbijt. Het is een beetje awkward, er is niemand en we worden aangestaard door het personeel. Gelukkig begint hun soap snel en staan ze met zijn drieën naar het tv-scherm boven het buffet te kijken voor 660 escudo. Het buffet is prima, eieren, brood en een eigenwijze zwerfkat die continu het restaurant weet binnen te glippen. De cappuccino is fantastisch en gelukkig mag je hier onbeperkt van genieten. We doen lekker rustig aan en pakken in de middag de taxi naar het 'centrum'. We willen nog wat souvenirs halen.
Het souvenir-shoppen is niet echt een succes. We komen aan op de markt, waar je volgens alle reiswebsites over Mindelo helemaal los zou moeten kunnen gaan. De koopwaar is top, ik zie zo 100 dingen die ik in mijn rugtas mee naar huis zou willen nemen. Maar er is blijkbaar niemand die iets wil verkopen. We zien wel mensen lopen, maar als we vragen hoeveel iets kotst is de kraam ineens van iemand die er niet is. Ze weten ook niet wanneer de eigenaar terug komt. Een rondje lopen heeft geen zin, dan is de verkoper er nog niet. Heel jammer, maar ik heb ook geen zin om 3 uur te wachten tot iemand besloot iets te gaan verkopen. We struinen door de stad waar ik nog steeds geen fan van ben. We pakken wat terrasjes om wat te eten en te drinken en werken ons zo een weg naar de sportsbar Simpatico.
Als we aan ons zoveelste biertje zitten spot Gijs opeens Reggie, de schooljongen die schoolboeken van ons probeerde af te troggelen, maar de winkel was toevallig gesloten. Hij is druk bezig met twee nieuwe geldschieters. Op de één of andere manier kan ik het wel waarderen. Hij doet er in ieder geval goed zijn best voor en ik hoop dat hij goede dingen doet met het geld dat hij krijgt.
We kletsen wat met een man uit Australië die hier aan is komen waaien en nooit meer is vertrokken, een lokale bewoner die goed met hem bevriend is, en een stel uit Utrecht. We hebben het wel naar ons zin, tot er opeens een bizar geluid klinkt. Ik kan niet bevatten waar het vandaan komt, het lijkt wel alsof er een gebouw instort. Opeens zie ik dat er een boom op de straat is gevallen. Voordat ik me kan beseffen of ik iets moet doen is Gijs er al heen gesprint om te kijken of er iemand gewond is.
Wonder boven wonder is iedereen okay, wel geschrokken maar ongedeerd. Er is ook weinig schade, de boom is precies tussen de auto's ingevallen. Als onze hartslag weer wat omlaag is gegaan kunnen we de Kaapverdische bomenopruimdienst aanschouwen, die met een kettingzaag en een handzaag druk aan de slag gaan om de troep op te ruimen. Ze gaan aardig soepel aan de slag dus ik heb het idee dat het vaker gebeurt. Maar wat een kabaal geeft dat, zo een omvallende boom... en wat een sensatie!
De rest van de dag is wat blurry maar ik meen me een stuk of 15 toasts te herinneren met het hele terras over hoe dankbaar we moesten zijn dat de boom niet op ons is gevallen... Oh ja en een trip naar de supermarkt om rum te halen, wat achteraf suikerriet siroop bleek te zijn!
De dag erna ben ik zo beroerd (niet van de suikerriet siroop) dat we in het hotel blijven. We kijken Al Jazeera documentaires en lezen. Ik had toch niets meer op mijn Mindelo to-do-list staan, dus ik vind het niet heel erg.