Land:
Indonesië bestaat uit ruim 14.572 eilanden en is daarmee de grootste eilandenstaat van de wereld. Zelf ben ik op Java, Bali en Lombok geweest. Nog 14.569 eilanden te gaan dus!
Visum:
Voor Indonesië heb je een visum nodig, maar dit hoef je niet voor af te regelen. In het vliegtuig kun je het formulier invullen en bij aankomst op het vliegveld lever je dit in.
Geld:
Indonesische Roepia (IDR)
Op de meeste plekken kun je makkelijk pinnen of met creditcard betalen. Alleen op de Gili's hadden wij een probleem. Op Gili Air konden we niet pinnen, onze kaarten werkten niet bij de automaat, terwijl andere automaten van het dezelfde bank eerder wel gewoon geld gaven. We hebben het maar net gered met het geld dat we bij ons hadden.
Vaccinaties:
DTP (Difterie, Tetanus, Polio). Als je deze als kind al eens gehad hebt, dan ben je met één prik gelijk tien jaar veilig. Anders worden er drie prikken aangeraden.
Hepatitus A (geelzucht), met de eerste prik ben je een jaar veilig, maar als je na (minimaal) een half jaar de tweede prik haalt, dan ben je in ieder geval dertig jaar klaar. Vermoedelijk zelfs levenslang, maar dit is nog niet onderzocht.
Wij hebben er voor gekozen om ook een vaccinatie tegen buiktyfus te halen, maar dit hebben we via reisprik.nl gedaan, omdat de vaccinaties niet meer te krijgen waren via de GGD. Dit heeft te maken met het hoogseizoen. Deze prik zorgt ervoor dat de komende drie jaar het risico op buiktyfus aanzienlijk lager wordt.
Malariatabletten worden ook aangeraden als je bepaalde gebieden van Indonesië bezoekt. Voor Bali is het niet nodig, maar wanneer je Lombok bezoekt (hier horen de Gili eilanden ook bij) dan zijn ze wel aan te raden. Lees meer in Lariam VS Malarone.
https://www.reisprik.nl/
http://www.ggdreisvaccinaties.nl/
Reizen:
In Indonesië kun je gemakkelijk van de ene plek naar de andere komen (waar ik geweest ben). Wel wordt men gewaarschuwd om op te passen met boottochten. Het komt voor dat boten te vol zijn en zinken. Let hier goed op.
We staan vroeg op en pakken onze tassen weer in. Het is tijd voor de volgende Gili, namelijk Air. Aan de ene kant vind ik het jammer, omdat ik niet veel van het feesten heb meegekregen, maar aan de andere kant ben ik de drukte en het 'You smoke weed?' ook wel zat.
Het is tien minuten lopen naar de haven, die ik niet als haven zou herkennen als iemand ons hier niet naar toe had gewezen. Het is best logisch, want het zit tegenover Harbour Café... maar verder zijn er geen aanwijzingen dat je hier moet zijn voor de boot.
Al vroeg is het heet en ook best druk bij het havengebouwtje. Gelukkig duurt het niet lang voor we de boot op kunnen, wat wel weer een beetje gestuntel is, maar ik kom heelhuids en droog het houten vaartuig in.
We varen een rondje rond Gili Meno, de kleinste van de drie eilandjes, hier staan toch meer gebouwen dan ik van te voren verwacht had. Op Meno gaan we niet overnachten, maar varen door naar Air. Hier is het in ieder geval een stuk rustiger dan op Trawangan.
Bij het strand waar we gedropt worden staan alweer een hoop jongens te wachten op de lading toeristen. Ze hopen dat je hier komt zonder dat je een verblijf geboekt hebt, ik vraag me af hoeveel mensen dit daadwerkelijk doen. Ik ben er in ieder geval niet dapper genoeg voor.
Helaas pakken we een cidomo naar Island View, onze accomodatie. Ik wil eigenlijk niet, ik vind het echt sneu voor de paardjes die de hele dag heen en weer moeten hobbelen, weinig rust krijgen en vaak nog in de zon staan ook. Veel van de dieren hebben X poten en wonden op hun knieën. Ze zien er niet goed uit. Het is echter wel (te) ver om te lopen en ik ben nog steeds beroerd, dus toch maar het wagentje in.
We hobbelen over de zandweggetjes en opeens valt één van onze tassen van de wagen. We roepen tegen de bestuurder dat hij moet stoppen, maar dit hoort hij pas laat. Gijs springt van de wagen en rent terug om de tas te pakken. Nog wat gehobbel, gewiebel en gebons later verdwijnt het zandpad in een dun strookje en ineens rijden we tussen de koeien. Ik ben even verbaasd, maar het blijkt dat we bij Island View zijn aangekomen.
Island View is geweldig. We worden direct begroet door een joviale man en we hebben twee superschattige hutjes, naast elkaar, tussen de palmbomen. Er is een buitenbadkamer, deze is echt heel tof! Het is alleen een beetje gênant dat ik nog 'last van mijn buik' heb en het toilet ook buiten is...
Bij de bar, aan het witte zandstrand, gaan we een ananassapje drinken, heerlijk! Gijs en ik gaan daarna nog even aan het strand zitten. Het water staat laag en ik zit tussen het koraal, maar het is heerlijk.
We huren twee mini fietsjes bij de bar en crossen naar de andere kant van het eiland. Het duurt niet lang of ik ben rood/bruin van het stuivende zand. We fietsen door een dorpje op palen, wat leuk is om te zien. Toch blijft het jammer dat je hier eigenlijk alleen maar tussen de andere toeristen zit. Het fietsen gaat hier wel een stuk makkelijker dan op Gili Trawangan.
Een kwartiertje later komen we aan bij de barretjes aan de andere kant. We hangen wat rond, maar blijven hier niet te lang, we willen niet in het donker fietsen, dan raken we geheid de weg kwijt. Het lijkt onmogelijk, op zo een klein eiland, maar toch krijgen we het zelfs in het licht nog voor elkaar. Het begin stuk zijn we goed gefietst, maar toch komen we niet uit bij Island View. We zijn echt experts in verdwalen...
We zijn gelukkig wel voor het donker terug en kijken naar de ondergaande zon op het strand, echt heel erg mooi! Daarna gaan we met Max en Nanouk op zoek naar een restaurant wat zij die middag hebben gezien. In het donker lopen we over het strand. Gelukkig was Max zo slim om een lampje mee te nemen, want anders hadden we een probleem gehad. Over het strand lopen allemaal touwen waar de bootjes mee vast liggen. Dit is in het donker echt niet te doen.
Ongeveer twintig minuten later komen we bij Legend Bar, waar live muziek zou zijn. Hiervoor is het nog te vroeg, maar de band is aan het in spelen. We strijken neer bij een loungehutje en bestellen wat te eten. In plaats van mijn 'gewone' pasta, krijg ik pasta met pepertjes. Dit heb ik net te laat door, ik neem een hap en voel het branden in mijn mond. Ik krijg hier zo een buikpijn van, dat ik wel op het hurktoilet moet. Ik kan wel huilen. Het deurtje kan niet dicht en Gijs moet op wacht staan. Toch komt er een stom mokkel dat de deur bijna open rukt. Wat een mafkees. Ook Nanouk wordt niet lekker, echt zo knullig, maar binnen de kortste keren lopen we weer terug naar de hutjes.
Nanouk is al bijna een week niet lekker en zij besluit met Max naar de kliniek op het eiland te gaan. Gelukkig zit deze er sinds een jaar, anders zou ze naar Gili Trawangan of zelfs naar Lombok moeten gaan.
Gijs en ik wachten even, maar als ze niet terug komen gaan we toch maar zwemmen. Met de fietsjes gaan we naar de andere kant van het eiland. Hier is het wel wat drukken, maar ook minder koraal.
Bij het strand komen we Max en Nanouk weer tegen. Nanouk heeft een hele lading pillen gekregen, maar hopelijk voelt ze zich daar wel snel beter door. Ook ik ben nog veel beroerd, maar heb nog niet het idee dat ik naar de kliniek moet. Ik ben gestopt met de norrit, die het niet beter maakte. Later heb ik gelezen dat dit ook helemaal niet goed is als je aan de malaria tabletten zit.
Wel neem ik ORS, wat zorgt dat je vocht vast houdt. Hierdoor voel ik me wel wat beter.
Die avond gaan Gijs en ik over het strand naar Bintang Beach. Het is al weer donker en we horen de hele tijd geschuifel achter ons en naast ons. Het is echt vaag. Ik zeg tegen Gijs dat hij er op moet schijnen en we zien een klein rood katje over het strand rennen. Die zit achter de krabbetjes aan die vluchten voor onze zaklamp. Het is echt een schattig beestje, we noemen hem Kareltje en hij loopt helemaal mee naar Bintang Beach. Hij komt zelfs bij ons op het bankje zitten en eigenlijk wil ik hem mee naar huis nemen... (lees ook Cats of Gili)
Ik eet een klein beetje, maar wordt opnieuw misselijk. Het lijkt wel alsof ik alleen ´een lunch trek, ontbijt en avondeten zorgen voor krampen. We luisteren wat naar de jongens die even verderop gitaar aan het spelen zijn en kijken naar de vele krabbetjes die over het terras schuifelen, voor we terug gaan naar het huisje.
Vandaag gaan we snorkelen! Dit lijkt me dood eng, maar ik wil het graag proberen. We fietsen naar de andere kant van het eiland en wachten tot we wat meer duidelijkheid krijgen. Er is niemand te bekennen en ik wordt er een beetje nerveus van. Opeens komt er een vrolijke man die zich voorstelt als de kapitein. We zijn de eerste en mogen flippers, een bril en snorkel uitzoeken.
Langzaam komen de anderen aan. Gelukkig zit ons bootje niet zo vol, we zitten samen met zes anderen in het vaartuigje. Het heeft een glazen bodem, waardoor we nog iets meer van het onderwaterleven mee zouden moeten krijgen. Ik zie er alleen niet heel veel door.
De eerste snorkelstop ligt bij Gili Trawangan. We springen het water in en hopen op het beste. Dat blijkt niet al te best te zijn, zowel Gijs als ik verzuipen bijna. Mijn snorkel blijkt niet goed te zitten en loopt vol met water. Tijdens het spartelen kom ik ook nog eens in een stroming terecht, waardoor ik helemaal niet meer vooruit kom. Onze gids moet me redden...
Hij sleurt me mee door het water, omdat hij schildpadden heeft gezien. Hij zorgt dat mijn snorkel goed zit en ik kan los. Het is bizar. Ik heb dit nog nooit gedaan, maar ik had ook nooit verwacht dat het zo gaaf zou zijn. De schildpadden zijn zo mooi, het lijkt wel een droom. Ik denk echt dat dit het tofste is wat ik ooit heb gedaan.
Nadat we een stuk of vijf van de beestjes voorbij hebben zien komen gaan we terug naar de boot. Het zwemmen gaat gelukkig al beter. We varen naar het volgende plekje bij Gili Meno. Hier is de 'Meno Wall', een afgrond onder water. Dit is een beetje freaky, ineens wordt het donker onder je. In mijn hoofd zie ik de haaien al uit het niets opdoemen en durf niet in de buurt van de afgrond te komen. Ik zie wel nog meer schildpadden.
De gids pakt één van de schildpadden en tilt het dier boven water. Het diertje klappert wanhopig met zijn flippers. Gijs en ik kijken elkaar aan, maar gelukkig zegt de kapitein dat de gids het dier moet laten gaan. 'Not okay!' roept hij.
De laatste stop voor de lunch mogen we zonder gids ronddobberen. Het is opnieuw prachtig, maar hier zie ik geen schildpadden meer. Wel grote scholen vissen in allerlei kleuren, grote paddenstoelen van koraal en prachtige lichtval.
Bij Gili Meno worden we het land op gelaten voor een lunch. Vanaf een hutje aan het strand zien we andere bootjes stoppen om te snorkelen. Als ik dit zie ben ik wel blij met het bootje waar wij mee varen, er liggen grote groepen mensen in het water te spartelen, het is geen gezicht.
De lunch is oké, maar we proppen het snel naar binnen. We willen nog even kijken bij de turtle sanctuary, die ook op Gili Meno ligt. Dit hebben we al snel gevonden en het is zo leuk om te zien. Het zijn vier badjes, met in elk een andere leeftijdscategorie van de diertjes. Super schattig en natuurlijk een enorm goed doel! Lees meer in Bolong's Turtle Sanctuary.
Nog één stop na de lunch, dit keer bij Gili Air, vlak achter ons verblijf Island View. Het koraal was opnieuw echt geweldig mooi. Een schooltje zwarte vissen schiet voorbij. Ik vind het echt jammer dan ik geen onderwatercamera bij me heb.
Om half 8 in de ochtend nemen we afscheid van Max en Nanouk, zij blijven nog even op Gili Air, omdat Nanouk zich nog erg beroerd voelt. Gijs en ik gaan door naar Lombok. Helaas ben ik zelf ook nog ziek, maar we gaan het er op wagen.
Met de cidomo, die ik nog steeds irritant vind, worden we naar de haven gebracht. Eenmaal daar, moeten we even wachten. Er wordt van alles in het Indonesisch omgeroepen en wij hebben geen idee waar het over gaat. Dit is misschien ook niet heel handig als er alleen maar toeristen zitten te wachten.
We worden gehaald door een mannetje, die ons kaartje pakt, iets op het papiertje krabbelt en ons naar een bootje wijst. Het zal allemaal wel. Ik spring de boot in, val er bijna weer uit, maar blijf gelukkig nog net staan. Tien punten voor mij!
Eenmaal aan land weet ik even niet wat me overkomt. We worden overspoelt door cidomo mannetjes. Ik zie ze al staan en weet er om heen te glippen, maar een hoop toeristen komen in hun fuik terecht. Gijs loopt even achter me en weet ook weg te komen. Het voelt echt als een soort overval. Als ik bijna bij de weg ben, komt er toch een mannetje naar me toe. Hij hijst de tas van mijn rug en ik weet niet wat ik moet doen. Ik protesteer nog wat, maar dit heeft duidelijk geen zin.
Ondertussen is Gijs ook gepakt. De mannen beginnen tegen elkaar te schreeuwen, als ze merken dat wij bij elkaar horen. Dit is echt bizar. Mijn cidomo man wint en hij gaat met mijn tas naar zijn wagen. De andere man geeft ook de tas van Gijs af. We geven ons maar over aan deze vreemde situatie, net als de andere toeristen. Als we in de wagen stappen schreeuwt de man nog even over zijn schouder. 'Price is not included!'. Goh, alsof ik iets anders verwacht had, wat een opdringerige oplichterij zeg! Ik heb nog een grotere hekel aan deze mannetjes, als aan de bananenvrouwtjes op Bali!
Het is ook maar een heel kort stukje naar het Bunga Bunga café (deze naam is geen grap). Volgens mij rijden we dan nog om ook. Ik ben zwaar geirriteerd en ben beroerd. Bij het café moeten we best lang wachten. De ene groep na de andere wordt naar een taxi of busje geroepen. Uiteindelijk mogen we toch een wagentje in.
Het uitzicht is heel gaaf, we zien de drie Gili's liggen vanaf de heuvels waar we door heen crossen. De rit naar Senggigi duurt lang en ik val zelfs even in slaap. Als we in het stadje aankomen weet ik ineens niet meer hoe ons verblijf heet. Paniek! Ik kan het toch nog in één van mijn krabbels terug vinden. We worden afgezet voor de deur van Sunset House.
Bij de receptie worden we onthaalt door ontzettend vriendelijke mensen. De tassen worden aangenomen en even weg gezet, onze kamer is nog niet klaar. We hebben een wat luxer verblijf gekozen, zodat we goed uit kunnen rusten voor de Rinjani trektocht. Morgen zullen we de vulkaan gaan beklimmen in drie dagen tijd.
We gaan bij het restaurantje zitten, dat direct aan het strand ligt. We krijgen een welkomstdrankje en er wordt iemand voor ons gebeld die de trektocht gaat regelen.
Twintig minuten later staat er een ventje voor onze neus, hij zegt dat hij van John's Adventures is, het bureau dat we van te voren al hebben uitgekozen. Als we alles geregeld hebben, de chauffeur, het verblijf en de gids, krijgen we een bonnetje. Hierop zien we 'Anjani' tours staan. Heel vaag, we vragen er naar en krijgen een raar verhaal. De man gaat weg, we hebben ook al een aanbetaling gedaan.
Het vrouwtje van de receptie komt haar excuses aanbieden, ze laat ziet dat ze de twee tours onder elkaar in haar telefoon heeft staan en ze heeft per abuis de verkeerde gebeld. Ze biedt nog aan om het recht te zetten, maar we laten het zo.
De kamer 'Jasmine' is super mooi, met uitzicht op het zwembad, waar we snel induiken. Heerlijk! Ik ben nog steeds beroerd, maar het lijkt vandaag wel wat minder. Ik neem nog steeds de ORS en ik heb het gevoel dat dit de hele boel wat voorspelbaarder maakt. We doen het rustig aan, we hangen wat bij het zwembad, bij ons hutje en in het restaurant. De mensen hier zijn bizar vriendelijk, maar komen wel oprecht over. We kletsen wat met Wayan, die verteld dat hij eigenlijk naar Nederland zou komen om te studeren, maar dat de mensen die dit voor hem zouden regelen plotseling zijn overleden. Echt heel naar...
Vanaf het moment dat we voet op Gili Trawangan zette, zagen we hoeveel katten er rondliepen. De meeste zagen er nogal verfomfaaid uit. In eerste instantie dachten we nog dat er veel hun staart misten, maar dit schijnt normaal te zijn bij bepaalde rassen die hier rond lopen. Sommige hebben bijna geen staart, de ander heeft een korte of een exemplaar met een knik erin. Dezelfde avond hadden we al veel harige vrienden gemaakt, tegen het advies van alle gezondheidsorganisaties in.
Één van hen stool echt ons hart. Terwijl we naar Bintang Beach liepen op Gili Air, hoorde we geritsel. Het was pikkedonker en we liepen met ons mini zaklampje om niet te struikelen over alle aanmeer touwen van de bootjes. Na een paar keer hysterisch omdraaien en achter ons speuren, zagen we een heel klein rood katertje, dat flink moest knipperen tegen het felle licht van de zaklamp. Hij rende met ons mee naar de bar en jaagt ondertussen op de krabbetjes die door ons lampje weg vluchtte. Eenmaal bij de bar, gaat ie doodleuk naast ons zitten en laat zich vertroetelen. Ondertussen had ie ook al een naam: Kareltje. Natuurlijk moesten we hem achterlaten, maar ik denk serieus nog steeds aan het beestje.
Daarom besloot ik toch maar eens te kijken of er wel hulp is voor de beestjes. Gelukkig is dit er! The Cats of Gili is een organisatie die probeert de katten op de eilanden te helpen door ze medische zorg te geven en te neutraliseren. Een paar keer per jaar organiseren ze een dierenartsenpost, waarbij alle zorg wordt gegeven en grote neutralisatie acties worden gehouden. Wanneer deze stichting wilt steunen hoeft dit niet met een donatie. Je kunt ook hun facebook en website in de gaten houden. Hier wordt vaak hulp gevraagd bij het vervoeren van de katten van het ene eiland naar het andere. Dus als je toch op de eilandhopper stapt, kun je net zo goed een beestje meenemen.
In de zee rond de gili eilanden komen twee soorten schildpadden voor, de groene zeeschildpad en de onechte karret schildpad. Tussen Bali en Lombok loopt de Wallace lijn, een verzonnen grens die de fauna van Azië en Australazië. Hier komen de Indische en de grote oceaan bij elkaar.
De schildpadden kunnen wel anderhalve meter groot worden en meer dan 80 jaar oud. Hun soort bestaat al 150 miljoen jaar en heeft het uitsterven van de dinosaurus overleefd. Helaas worden ze door mens nu alsnog bedreigd.
In Bolong ´s Turtle Sactuary op Gili Meno worden schildpadden door de verzorgers groot gebracht. De eieren worden beschermd tegen roofdieren en nadat ze zijn uitgekomen worden de kleintjes naar de opvang gebracht. Hier worden ze het eerste jaar gehouden, om te voorkomen dat het grootste gedeelte sterft. Van de 100 uitgekomen jonge schildpadjes wordt een groot deel verorberd door vogels en andere zeedieren. Ze redden hier meer dan 1000 schildpadden per jaar!
http://gilimenoturtles.com/