Om een uur of zes zijn we geland in Singapore, waar we moeten overstappen op een vlucht naar Yangon. We hebben een goede aansluiting en hoeven niet lang te wachten. We mogen van onze terminal met een skytrain naar de volgende terminal. Dit gaat lekker snel.
Deze vlucht doe ik erg mijn best om te gaan slapen, maar het lukt niet echt. Ik heb nog steeds last van maagkramp van het vliegtuigvoer. Vlak voordat we gingen landen werd ik wakker en kon de gouden pagoda's al onder ons zien liggen. Wat een uitzicht!
Bij de immigratie moeten we lang wachten en wat werd ik hier nerveus van. Je zal maar tegen gehouden worden en terug moeten gaan naar Nederland! Van te voren heb ik via een website onze visums geregeld. Er is in Nederland geen ambassade, dus je moet kiezen, of naar Brussel, of via internet. Natuurlijk komen we gewoon door de controle, anders was het een kort verhaal geweest.
We lopen gelijk door naar de pinautomaat, waar we Kyats uit de muur trekken. Het maximum is veel lager dan we verwacht hadden, maar 300.000 Kyat wat neer komt op 200 Euro. Ach het zal vast goed gaan komen. We struinen over het vliegveld en gaan naar de Domestic terminal, waar we tickets proberen te kopen voor de volgende dag. Dan willen we doorvliegen naar Heho om naar Lake Inle te gaan. Het is er donker en druk. De verschillende balies zijn van karton, wat best lachwekkend is als je net uit het luxe International Terminal deel komt. Ze zijn niet heel erg behulpzaam, ze proberen het wel, maar er blijkt best een taalbarrière te zijn. We besluiten naar het hotel te gaan, misschien kunnen zij ons helpen.
We worden overspoelt door schreeuwende taxi chauffeurs, daar heb ik zo een hekel aan, maar het is niet anders. Snel kiezen we er eentje uit (iene miene mutte) en deze neemt ons mee naar zijn wagen. Een jong jochie gaat achter het stuur zitten en verteld ons onderweg over de stad. Ik kan het allemaal nog niet helemaal in me opnemen. Yangon is prachtig, de kleuren van de koloniale gebouwen, de planten die hier tegen op groeien en de gouden torens van de pagoda's die overal te zien zijn. Ik had dit niet verwacht. Ik had me voorbereid op een soort Jakarta, met een miljoen scooters en saaie gebouwen. Druk is het wel, maar dat is eigenlijk de enige overeenkomst.
Een half uurtje later staan we voor ons hotel, Bond. We zijn wat te vroeg, onze kamer is nog niet klaar en we moeten nog even wachten. We gaan zitten voor het hotel, onder het kleine afdakje en kunnen nu wel een beetje relaxen. Er komt altijd zo veel op je af als je op een nieuwe bestemming aankomt. Ik word er altijd een beetje kribbig van. Het begint keihard te regenen en hele stromen lopen er over de straat.
Onze kamer is klaar, het is erg netjes, maar er is geen raam, waardoor je wel een beetje een opgesloten gevoel krijgt. De badkamer is schoon en we hebben een tv met HBO, wat een luxe. Ik verwacht niet dat we het heel laat gaan maken. We nemen snel een douche. In eerste instantie lukte het me niet om de douche aan te krijgen, ik loop te prutsen en te mopperen als Gijs de deur open trekt. Ineens gaat het onding toch aan en ben ik zeiknat. Nu heeft hij nog iets waar hij me om kan uitlachen...
Bij de receptie staat een jongen en we vragen hem of hij ons wil helpen met de tickets naar Heho. Geen probleem, een half uur later hebben we plekken op een vlucht de volgende dag. We moeten alleen wel contact betalen, dit kan niet met de creditcard. Daar gaan al onze Kyats. Gijs weet dat er bij de Schwedagon Pagode een ATM zou zitten. Op de kaart lijkt dit niet ver. Het is gestopt met regenen en we besluiten er heen te lopen, zo krijg je ook het meeste mee van de stad zelf.
De stad is echt wel heel tof, overal zijn buitenkeukens en zitjes, het is duidelijk dat de miljoenen inwoners niet in hun huis leven, maar dat het leven in Yangon zich voornamelijk op straat afspeelt.
Ik heb nog wel veel last van mijn buik en moet soms zelf even gaan zitten. Het is benauwd en ik word nu al kriegel van de taxichauffeurs die om de vijf meter naar ons toeteren. Ik snap dit echt niet, als we een taxi willen dan roepen we vanzelf wel! Ik ben gewoon een beetje chagrijnig. Ik denk ook steeds dat ik apen hoor, heel vreemd. Ik wist niet dat die hier rond liepen. Dit blijkt later ook niet zo te zijn! De kraaien hier schreeuwen de hele dag en het klinkt als de roep van een aap. Hier word ik wel weer een beetje vrolijk van en de schreeuwende vogels zijn al snel omgedoopt tot Krapen.
Natuurlijk is de pagode weer veel verder dan we hadden verwacht. Na wat voelt als uren lopen komen we bij het bouwsel aan. Wat is dat mooi, echt bizar! We laten onze schoenen achter bij de ingang en geven de giechelende dames achter de balie een donatie. Wanneer we de trappen opgaan komt er een soort optocht langs. Luide muziek en druk dansende mensen beklimmen de trappen. Er word snoep gestrooid en de kinderen duiken er op af.
Bovenaan de trappen ontdekken we inderdaad een ATM. Gijs probeert er geld uit te krijgen, onder het toeziend oog van een dreumes die het heel interessant vind, maar het apparaat zegt nee. Blijkbaar kunnen we maar één keer per dag pinnen. Dit is een probleem, we hebben zo een beetje al onze Kyats aan vliegtickets uitgegeven.
Nu we toch bij de pagode zijn en er al voor betaalt hebben, doen we ons best er van te genieten. We zijn wel erg moe en best geïrriteerd door de weigerende pinautomaat, maar de schoonheid van Schwedagon maakt een hoop goed. Er is zo ontzettend veel te zien. De gouden toren met de edelsteen op de top, de andere torentjes en vele buddha's. De mensen die aan het bidden zijn, de monniken die rondlopen en de processie die nog steeds gaande is. Een hinderlijke toerist duikt er zo tussen om foto's van de mensen de maken, heel irritant en respectloos. We struinen rond en proberen zo veel mogelijk in ons op te nemen. Langzaam begint het te schemeren en besluiten we onze slippers op te gaan halen en terug te lopen naar het hotel. Dit zal nog een hele wandeling worden.
We struinen langs de grote weg en komen na ongeveer een uur weer aan bij het "centrum". Hier vlakbij ligt ons hotel, alleen waar was het ook alweer. In ons enthousiasme hebben we niet goed opgelet. Webben wel een kaart, maar we kunnen niet goed bepalen waar we zijn. Het is vreselijk. Ondertussen is het donker geworden en verschijnen er nog meer kraampjes met allerlei eten en andere rommel. We blijven maar lopen en vragen aan meerdere mensen waar het hotel is, maar volgens mij hebben ze nog nooit een kaart van hun stad gezien.
Ik word een beetje moedeloos, ik ben moe, ik heb honger en er is geen geld. Mijn voeten doen zeer en ik heb nog steeds last van mijn buik. Ook de drukte helpt niet mee, de auto's, fietsers en toeterende taxi's maken mijn humeur niet beter. Bij een groot hotel komt er een man naar ons toe als we op de kaart staan te kijken. Hij stelt zich voor als Koko Win en geeft aan dat hij ons terug gaat brengen naar het hotel. Hij vertelt direct dat hij dit vaker doet, 's avonds rondlopen op zoek naar verdwaalde toeristen. Hij vertelt er ook bij dat hij wel een centje verwacht voor deze dienst. Geniaal. We hebben nog wel wat dollars in onze zak en willen wanhopig graag naar het hotel terug.
Het blijkt dat we een flink stuk bij het hotel vandaan zijn. We zijn bij 35th street en ons hotel is op 11th street. Zelfvoldaan wijs ik Gijs er op dat ik dit de hele tijd al gezegd heb, maar daar schieten we niets mee op. We sjokken achter Koko Win aan die ons vertelt over het leven in Yangon. Dat hij het als de hoofdstad van het land ziet en niet die rare lege stad die de overheid heeft aangewezen. Alles gebeurt in Yangon, drukt hij ons op het hart. Hij vertelt hoe hij vroeger als gids heeft gewerkt voor een reisorganisatie, maar dat hij nu zijn geld verdient met verdwaalde toeristen terug naar het hotel brengen, hier verdient hij nog meer mee ook, zegt hij lachend. Ook scheld hij op de grote touring cars, die door de stad rijden. Deze rijden er nog niet zo lang, geeft hij aan. Vroeger was het dan ook een stuk rustiger op straat. "The fucking government buys a lot of busses for the tourists" zegt hij boos en ik voel me een beetje schuldig.
Koko Win loopt anderhalf uur met ons mee, zo ver waren we uit de buurt gedwaalt. Die middag, bleken we twee straten bij het hotel vandaan te zijn, toen we rechtdoor zijn gelopen in plaats van linksaf te gaan. Oepsie! Maar Koko Win is onze held en brengt ons bijna naar binnen bij het hotel. We geven hem al het geld dat we nog hebben en bedanken hem duizend keer. Hij gaat weer verder, waarschijnlijk op zoek naar de volgende verdwaalde toerist. Ik duik gelijk mijn bed in. We hebben ongeveer vier uur verdwaasd door de stad gelopen en ik ben gesloopt!
Om 7 uur worden we wakker van de wekker, bah! Ik heb heerlijk geslapen en de maagkramp is gelukkig voorbij! Beneden kunnen we ontbijten en er is een ruime keuze. De koffie durf ik niet aan, maar op de kamer staat een waterkoker en ik heb instant cappuccino meegenomen! Er ligt fruit, nasi, ei, toast, aardappels en ga zo maar door, heerlijk.
Snel even cappuccino op de kamer en douchen. De tas is zo weer ingepakt. Ik heb even gegoegelt en ben erachter gekomen dat er om de hoek nog een ATM zit. Het is een minuut of tien lopen, maar we hebben weer 300.000 Kyat, hiep hoi!
De schattige portier, die continu de deur open en dicht doet voor de gasten met een buiging, regelt een taxi voor ons. De heen weg had ons 20.000 Kyat gekost, terug naar het vliegveld kost ineens maar 9.000 Kyat... Laat je niet belazeren! Deze taxi was wel een stuk smeriger, er ligt een fles drank naast de chauffeur en in mijn deur liggen uitgekauwde blaadjes van de betelnut. Door de chauffeur worden we afgezet bij de Domestic Terminal.
Onze balie is nog dicht en we gaan maar even bij een eettentje buiten zitten. Inmiddels is het namelijk alweer tijd voor de lunch. Hier bestel ik een ijscappuccino, wat mijn verslaving van de vakantie zal gaan worden.
We moeten best lang wachten, maar kletsen wat met een Canadees die ons heel dapper vind. Waarom is me niet helemaal duidelijk, maar blijkbaar kan hij alleen overleven in hotels en wanneer hij al zijn tickets al heeft geboekt. Zo dapper zijn wij niet, ik heb het meeste van onze reis gewoon uitgestippeld. Ik word nerveus als ik niet weet waar ik zal gaan slapen en ik vind het echt knap als mensen zonder iets te boeken naar een land vertrekken.
Uiteindelijk zijn we ingecheckt, wat best rommelig ging. Met vijf man zijn ze alles aan het uitpluizen en aan het brabbelen in het gekke taaltje. Hierdoor krijg ik even het idee dat het niet goed geregeld is, maar het is oké en we krijgen een mooie sticker van Yangon Airways opgeplakt. Geen idee wat het doel ervan is. Deze maatschappij heeft trouwens wel een beetje een gekke slogan, You're save with us. Dan ga ik toch een beetje twijfelen, als dit zo benadrukt moet worden.
We hebben nog een uur en gaan voor de terminal op een trappetje zitten. Gijs wijst me er even op dat alle rode vlekken die ik zie zitten, spuug zijn van mensen die op de betelnut kauwen. Heel fijn, hier had ik niet bij stil gestaan, ik dacht dat het iets van verf was...
Bij de security word ik keihard uitgelachen, de douane wil mijn naam uitspreken, maar het lukt hem niet. Als ik het hem voordoe, ligt hij helemaal dubbel, heel komisch. Na een half uurtje worden we een bus ingeladen, Gijs past niet in de kleine stoeltjes! Maar hij is wel heel blij als hij ons vliegtuigje ziet. Hij loopt altijd te piepen dat hij in een proppelor vliegtuig wil, nou hier staat er één voor ons klaar!
We landen al snel op Heho Airport, wat vlak bij ons volgende eindpunt ligt, Nyaung Shwe. Op het vliegveld moeten we even wachten op onze bagage, die los de aankomsthal in wordt gebracht. Gijs en ik wachten geduldig, terwijl alle andere haastig hun spullen weg grissen. Ik snap niet waarom iedereen altijd vooraan moet staan bij dit soort dingen, maar goed. Met de tas op onze rug lopen we het kleine vliegveldje uit en worden overspoelt door schreeuwende taxichauffeurs. We kiezen de rustigste en die brengt loodst ons uit de drukte.
De taxichauffeur is een kletskous die ons van alles vertelt over de omgeving. Als Gijs vraagt of er veel dieren in de omgeving zijn geeft hij aan "Nee niet veel dieren wel veel mensen. Vooral veel mannen. En de vrouwen die er zijn, die zijn nog lelijk ook! Let maar op!". Ik moet bekennen dat dit me niet is opgevallen, het waren gewone mensen en volgens mij evenveel mannen als vrouwen. We stoppen bij een mooi uitzicht punt, er zijn hier veel heuvels en het is totaal anders dan de omgeving van Yangon. Bij een soort grenshutje moeten we toegangspassen komen om het gebied in te mogen. Ik weet niet of dit nou oplichterij is, maar de chauffeur geeft aan dat het ten goede komt van de scholen, ziekenhuizen en kloosters in de buurt. Ik hoop het maar...
De chauffeur vraagt of hij even langs zijn broer mag rijden, die heeft een bedrijf dat boten verhuurt op Lake Inle. Dit grapje kennen we al van Indonesië, maar we doen enthousiast en nemen zijn kaartje aan. We geven aan dat we nog niet kunnen boeken omdat we nog niet weten wanneer we het meer op willen. Dit is prima en zo hebben we de man snel afgewimpeld.
Onderweg zien we al een hoop toeristen, althans vergeleken met Yangon. Je ziet nog steeds meer lokale bevolking dan dat er toeristen rondlopen. Ons volgende verblijf komt in zicht, Aquarius Inn. Wanneer de taxi stopt komt er gelijk een stel jonge meiden aanrennen die onze tassen, die ongeveer zo groot zijn als de meisjes zelf, uit de kofferbak sleuren. We rekenen af met de vriendelijke chauffeur en volgen de dames het terrein op. De tuin is supermooi, met veel groen en overal zitjes. We worden naar het hoofdgebouw gebracht, wat volgens mij ook de woonkamer van het gezin is. Er loopt een baby rond en een omaatje zit tv te kijken.
Voordat we naar onze kamer gaan, worden we op het terras neergezet. We krijgen een welkomstdrankje, een bord fruit met honig en wat onbekende nootjes. Het is een soort kruizing tussen een pinda en een pistache nootje. Als we meer dan genoeg gegeten en gedronken hebben laten ze ons de kamer zien. Het is relatief netjes, de badkamer is wat verouderd en lijkt hierdoor vies. Ik word er een beetje ongemakkelijk van, maar ik zal het ermee moeten doen. De bedden zijn keihard, maar heel ruim.
We gaan een rondje lopen door het stadje en het doet me een beetje denken aan het wilde westen. Het is heerlijk rustig en al snel komen we in een straatje met wat restaurantjes en cafés. We kiezen er eentje met uitzicht, maar daar zijn we wel de enige. Tegenover het terras op de eerste etage ligt een rolschaatsbaan, heel erg grappig. Alle stoere jongens van het dorp zijn hier te vinden. Sommige halen truukjes uit, andere staan langs de kant sigaretjes te roken. Eén heel stoer jochie rookt er wel twee tegelijk. Komisch, hier vermaken we ons wel.
Met een biertje en grappig uitzicht komen we een beetje tot rust. Ineens valt overal de stroom uit. Hier had ik al over gelezen. De serveerster, die volgens mij geboren is als een jongen, rent de trap af. Er klinkt een hard gebrom en getik en het licht gaat weer aan. Ze heeft een generator aangezet. Overal hoor je de generatoren loeien en gaan de lampen weer aan. Uiteindelijk drinken we misschien toch één biertje te veel.
Terug bij de guesthouse gaan we nog even bij één van de zitjes hangen. Een graatmagere kat, die ik al snel Graatje noem, komt bij ons zitten. Ze is heel aanhankelijk en ik kan het niet laten haar gewoon te aaien. Ik vrees dat ze onder de vlooien en andere smerige dieren zit, maar ze is zo hard aan het spinnen en zo aandoenlijk, dat het me niet boeit.
Als ik niet veel later in bed lig, heb ik eindelijk het idee dat de vakantie echt begonnen is!
De hele nacht is er muziek en zang geweest in het klooster een straat verderop, weer een slechte nacht gehad. Ik wordt er (letterlijk en figuurlijk) een beetje moe van. We pakken onze tassen in en kletsen nog wat met Koko, die ons wat tips geeft voor onze volgende bestemming, Ngwe Saung. De taxi naar het vliegveld van Mandalay is al onderweg.
Een klein mannetje met feloranje haar en baard komt aangereden. Hij spreekt niet meer woorden Engels dan "camera" en "nice view". Maar Koko regelt nog even dat we bij een paar mooie plekken onderweg zullen stoppen.
Het mannetje rijdt met zijn hand op de toeter en af en toe wil ik deze er wel af rammen. Ik snap het gewoon niet, dat getoeter de HELE weg. We stoppen inderdaad bij een aantal viewpoint, zoals Koko heeft gevraagd. Hier kan ik maar weinig van het uitzicht genieten, omdat ik met de lokale bevolking op de foto moet.
Wanneer ik denk dat we er zijn (airport road), duurt het nog ruim een half uur voordat we bij het vliegveld aankomen. Onderweg zie ik het meest zielige hondje van de hele vakantie. Het dier is verlamd aan zijn achterpoten en sleept zichzelf voort over de scherpe stenen, door de brandende zon, ik ben blij dat Gijs net even de andere kant op kijkt, maar zelfs maanden later moet ik nog aan dit beestje denken.
Veel te vroeg zijn we op het vliegveld. Hier kletsen we wat met een meisje uit Zwitserland, dat op weg is naar het Noorden van Myanmar. Wij hebben gehoord dat je hier niet heen mag, maar zij zegt dat haar vriendin daar al een paar weken geleden is aangekomen. Heel jammer! Dit had ik ook wel willen zien.
Een paar uur later gaan we inchecken. Er komt geen paspoort aan te pas... In de gate zien we het Zwitserse meisje weer, haar vlucht heeft vertraging, maar uiteindelijk mag ze nog met een andere vlucht mee. Ook onze vlucht heeft vertraging, maar gelukkig maar een half uur. Ik heb ergere verhalen gehoord. In de gate staat een lang, Birmees meisje die veel bekijks trekt. Gijs denkt dat ze van The Voice of Myanmar is. Geen idee of dat klopt, maar ze staat met de hele gate op de foto en is duidelijk een beetje geïrriteerd.
Na drie kwartier landen we al op Yangon en het is even wachten op de bagage. De andere reizigers staan als een stel gieren op de koffers te wachten. Het slaat nergens op, je koffer komt vanzelf, dat duwen en trekken heeft echt geen nut. Op het vliegveld lopen we naar de tourist info punt, maar zij kunnen ons niet helpen aan bustickets naar Ngwe Saung. Ze wijzen ons naar een andere tourist info, maar hier krijgen we hetzelfde antwoord. Heel irritant, het hele infopunt slaat nergens op.
Buiten vragen we het aan een taxi chauffeur. Die zegt dat er geen bussen meer gaan. Ik weet dat dit onzin is, want ik heb een paar uur naar de vertrektijden zitten staren toen ik een zitplaats probeerde te boeken. Een andere chauffeur komt ons helpen. Hij snapt niet wat de andere nou uit zijn nek zit te zwetsen en hij rijdt met ons naar een van de boekingskantoortjes in het centrum
Het is enorm druk onderweg en we nemen een aantal keer een shortcut. De chauffeur stopt in een drukke straat en ik zie inderdaad een uithangbord van Golden Star Express, hier heb ik online proberen te boeken. De taxichauffeur gaat met ons mee naar binnen om er zeker van te zijn dat het goed gaat. En ja hoor, binnen no time hebben we tickets voor de rit die om tien uur vertrekt...
We bedanken de taxichauffeur een keer of duizend en gaan op zoek naar wat te eten. Dit wil niet echt lukken, we lopen maar komen geen enkel eettentje tegen. Dan maar terug. Onderweg gaan we even zitten en drinken wat, maar hier ga ik echt niets eten, het ziet er zo smerig uit. Het is enorm benauwd in Yangon en ook vreselijk druk. Met onze grote tassen komen we bijna niet door alle voetgangers heen. We besluiten bij het kantoor van Golden Star Express te gaan zitten en halen wat te eten en drinken bij een supermarktje.
Wanneer de ene na de andere bus aankomt, wordt het allemaal wat verwarrend. Er wordt in het Birmees omgeroepen, maar niets in het Engels. Er zijn ook maar weinig toeristen die de bus nemen blijkbaar, maar volgens mij worden we wel gewaarschuwd als het zo ver is. En ja hoor, uiteindelijk worden we aangetikt. De bus staat voor ons klaar. In Yangon zelf stoppen we bij nog een aantal haltes, maar al snel gaan alle lichten uit en kan ik niet meer lezen. Dan maar proberen te slapen.
Even wordt ik nog wakker om gebruik te maken van een toiletstop om een uur of twaalf, maar verder slaap ik eigenlijk best goed. Op die keer na dat de persoon achter me vol in mijn gezicht grijpt bij het opstaan. Waarom?
Om drie uur worden we grof wakker geschud, we zijn op onze bestemming. Ik begrijp er niets van, tegen ons is gezegd dat we pas rond half zeven aan zouden komen! Nu staan we midden in de nacht al op de stoep. De eigenaar van de guesthouse is niet echt blij als we hem wakker maken. Hij geeft aan dat het helemaal vol zit, maar dat we wel op de hangmatten aan de achterkant van de guesthouse mogen slapen. Ik vind het prima!
De laatste nacht is misschien wel de slechtste tot nu toe. Ik snotter niet meer alleen, maar hoest mezelf ook continu wakker en ben vreselijk verbrand. Ik voel me een beetje schuldig, omdat ik weet dat ik met mijn gekuch de halve toko wakker houdt.
Ruim voor de wekker af gaat ben ik er al klaar mee, ik pak mijn tas in en ga maar weer een boekje lezen. Even later komt Gijs ook zijn nestje uit. Het voelt alsof de vakantie officieel ten einde is, al hebben we nog twee nachten te gaan.
De touringbus zou ons om tien uur komen halen. We hebben al uitgecheckt en staan ongeduldig te wachten. Na een half uur ga ik toch maar even vragen of dit wel goed gaat. Het meisje achter de receptie heeft net de organisatie gebeld en ze hebben inderdaad een flinke vertraging, verteld ze lachend. Ik ben opgelucht, ik was al bang dat we ergens anders hadden moeten opstappen.
Anderhalf uur te laat verschijnt de grote luxe bus dan toch! Snel gooien we onze spullen in het bagageruim en gaan op weg. De heenweg heb ik liggen slapen en heb ik niets gemerkt van de slechte wegen, maar nu wordt ik er gewoon misselijk van! Ik ben niet snel wagenziek, maar nu dacht ik een paar keer dat ik over mijn nek zou gaan.
Na een klein uurtje stoppen we al voor de lunch, ik ben bang dat ik niet kan eten. Gijs dringt er toch op aan en ik haal een zakje naturel chips. Wanneer ik begin te eten voel ik me direct al beter, gelukkig! Het volgende deel van de rit is dan ook een stuk beter te doen. De uitzichten zijn wel weer fantastisch!
Een uur of acht later komen we aan in Yangon, we worden weer gedropt op een busstation. Ik vind dit toch wel vreemd, want ze geven telkens aan dat we bij het hotel afgezet zullen worden. We gaan niet te lang staan treuzelen maar stappen zelf op een taxichauffeur af en deze brengt ons voor een paar euro naar het laatste hotel.
Het roze gebouw valt direct op en we lopen een enge, krakkemikkige trap op naar de receptie. Het inchecken gaat snel en de man achter de balie laat ons op een kaart allerlei plekken zien. Deze kaart is een stuk duidelijker dan de kaart die we de eerste keer in Yangon gebruikte. De kamer is simpel, maar netjes en ik denk dat ik heerlijk ga slapen in dit zachte bed, na de nachten op de plank.
We gaan pinnen en het is zo fijn dat er weer geld uit het apparaat gespuugd wordt. Niet ver van het hotel gaan we een hapje eten. Een Amerikaans meisje besluit een praatje te maken, ik krijg al gelijk kippenvel van het accent. Ze schept enorm op over haar reizen door Azië en ik heb het al snel gehad, maar gelukkig komt er een meisje met een puppy op het terras zitten. Die is een stuk interessanter dan wij zijn (begrijp ik wel). Het baasje van het hondje wil niet dat ze het diertje gaat aaien, het is moe en heeft het duidelijk warm. Als zij even naar het toilet is, duikt de Amerikaanse toch bovenop het hondje. De vrouw is hier niet van gediend en gaat een andere tent opzoeken. Bah, stomme Amerikanen.
Als we in de ontbijtzaal zitten komt er een jongen met een pan naar ons toe. "You want flying noodles?" vraagt hij onschuldig. Eerst begrijp ik niet wat hij bedoelt, maar als hij drie keer herhaalt heeft schiet ik in de lach. Fried noodles bedoelt hij. Gijs laat zijn bord vol met vliegende noedels scheppen, maar ik neem wel een broodje.
Vandaag willen we de souvenirs halen op de Bogyoke markt en gaan op weg. De markt is druk en onoverzichtelijk, maar wel leuk. Je wordt bijna niet lastig gevallen door de verkopers, dit is echt een pluspunt. Eigenlijk zijn we nergens in Myanmar echt vervelend aangesproken of nageroepen (met een paar uitzonderingen).
Na een paar uur struinen over de markt zijn we geslaagd, tassen vol cadeautjes zijn in ons bezit. Het is weer ontzettend warm en benauwd. Voor we terug gaan naar het hotel gaan we zitten bij een koffietent, die van een Nederlander blijkt te zijn. Stroopwafels, bitterballen, Goudse kaas en Heineken staan op het menu.
De spulletjes brengen we terug naar het hotel en dan doen we iets heel bijzonders. We pakken een taxi! Ja we leren het nog wel! de taxi brengt ons naar een groot stadspark, waar het lekker rustig zou zijn. Bij binnenkomst moeten we betalen en we moeten extra betalen voor de camera, al is dit maar een klein dingetje. Echter blijken we niet in het park te zijn, maar een vaag stuk met allemaal restaurantjes. We hebben betaalt om bij restaurantjes uit te komen. Onder een grote boom aan het water gaan we even zitten op grote rotsblokken.
We lopen terug naar het begin van het park, waar je naar de houten paden over het water kunt lopen. Hier staat niemand geld te innen en ik voel me een beetje opgelicht. De paden zijn vreselijk! Het voelt alsof ik in een level van Mario terecht ben gekomen. Het is schots en scheef en overal steken spijkers en splinters uit. Het doet me denken aan de botanische tuinen in Pyin Oo Lwin. Toch lopen we hier wel door, al gaat het niet van harte.
In het water ligt een replica van het schip van een van een koning, het is net een gouden badeend, maar het is wel mooi gemaakt. In de verte zie je de Schwedagon pagode liggen en in het water liggen veel waterlelies. Halverwege het pad komen we een man tegen, die druk bezig is de kraaien eten te geven.
Nadat we genoeg in het park gehangen hebben gaan we terug naar het hotel en maken ons klaar voor de laatste avond. Ik ben er best een beetje droevig om. We besluiten naar 19th street te gaan, die ook wel barbecue street genoemd wordt. Dit is niet voor niets. Eigenlijk alle tentjes die je hier ziet draaien om de grill. Een hoop stokjes en hapjes liggen op een kar, je pakt wat je wilt, gooit dit in een plastic mandje en krijgt het gebraden terug. Ideaal!
Gijs wordt lastig gevallen door een bedelaarsvrouwtje. We hebben net een kindje wat centjes gegeven en ik zie dat ze dit naar de vrouw brengt, waarschijnlijk is dit haar moeder. Het kleine meisje wijst naar ons en vervolgens komt de vrouw met baby in haar armen naar ons tafeltje. We zijn net aan het bestellen bij de bediening en de vrouw staat achter Gijs. Ze blijft maar aan zijn schouder pulken en trekken aan zijn shirt. Hij geeft al een paar keer aan dat hij niet wil geven, maar zij geeft niet op. Uiteindelijk moet ik haar met een boze nee duidelijk maken dat ze geen centen meer krijgt.
Je voelt je heel snel schuldig, want ze staat er niet voor de lol, maar we hebben al gegeven en echt niet weinig. Als je elke bedelaar geld moet gaan geven, dan zit je uiteindelijk zonder. Sowieso vind ik het vervelend als ze gewoon doorgaan met vragen en al helemaal als we net haar kind al gegeven hebben.
Heel eerlijk gezegd, het eten wat we hebben uitgekozen is niet echt lekker. Het kippenvelletje op een spies is lekker, maar de worst smaakt echt niet oké en de ribbetjes zijn nog half rauw. Ik heb ook een groot bord zoetzure kip weg gewerkt en dit smaakte prima, dus honger zal ik niet hebben. Achter ons rijdt een wagentje langs dat vol ligt met sprinkhanen en andere insecten. Gijs wil het niet eens proberen...
Het is voorbij, onze vakantie in Myanmar. Aan de ene kant heb ik ook wel zin om naar huis te gaan, maar het liefste zou ik nog blijven en meer van het land zien. We pakken onze spullen en checken uit. Er wordt een taxi geregeld naar het vliegveld. Deze rit duurt ontzettend lang, we staan constant vast in het verkeer. Ik vind het altijd zo hinderlijk hoe lang zo een terug reis duurt. Als we dan toch terug moeten, dan wil ik eigenlijk ook gelijk thuis zijn.
Veel te vroeg zijn we op het vliegveld en dwalen wat rond, eten her en der iets en spelen domme spelletjes. Uiteindelijk kunnen we inchecken en dit duurt zo ontzettend lang. Ik begrijp niet wat ze allemaal aan het doen zijn. Het blijkt dat begeleiders van groepsreizen voor hun hele club aan het inchecken zijn. Belachelijk. We staan anderhalf uur in de rij, terwijl er maar vijf mensen voor ons staan. Ik vrees dat ik alles irritant ga vinden op weg naar huis.
Door het gedoe bij de incheckbalie moeten we ons nog haasten om te boarden ook. We vliegen met Silk Air naar Singapore. Ik ben behoorlijk teleurgesteld als ik er achter kom dat er geen televisie is, dan maar drie uur voor me uit staren en lezen. Op Singapore hebben we even de tijd en vinden een vlinder tuin. Dat is wel gaaf gedaan, zo op het vliegveld. Het wachten is hierdoor wat minder erg.
Dit deel van de reis zitten we wel in een vliegtuig van Singapore Airlines en kan ik gewoon filmpjes kijken. Halverwege Suicide Squad val ik in slaap. Ik lig best goed, tot er een baby begint te huilen, wat over gaat in krijsen. Ik begrijp dat ze er niet veel aan kunnen doen... kinderen huilen nu eenmaal, maar ik heb er ook niet om gevraagd. Ik ben allang blij dat Gijs en doorheen slaapt. Ik zet de koptelefoon zo hard mogelijk en ga maar weer verder met de filmmarathon. Slapen komt er niet meer van.
De vlucht gaat heel erg snel, ik kan me bijna niet voorstellen dat we al weer op Dusseldorf staan. Het wachten op de bagage duurt lang en ik voel me stom in mijn harembroek en op mijn slippers. Wanneer onze tassen eindelijk komen aangerold ren ik gelijk met een kledingpakketje de toiletten in. Dit had ik in Yangon alvast klaar gelegd.
Met de skytrain gaan we naar het treinstation en kopen kaartjes naar Almere bij een chagrijnige baliemedewerker. Hij doet enorm nors, of lijkt dit maar zo doordat we de Myanmarinese gastvrijheid gewend zijn. Het is koudddddd, echt niet normaal! Vooral als we lang moeten wachten op Duisburg door een vertraging veranderen mijn voeten in ijsklompjes.
Een uur en een kwartier later komt de ICE aanrijden en het lijkt alsof alle plekken gereserveerd zijn. Dan maar zitten in het gangpad. Na twintig minuten komt de conductrice en snauwt dat we op een stoel moeten gaan zitten. Als we aangeven dat alles gereserveerd is, verteld ze dat dit door een storing komt. Alsof we dat kunnen ruiken, misschien had ze het kunnen omroepen.
Als ik met de zware tas op mijn rug op Utrecht Centraal uit de trein spring, denk ik te horen dat de trein naar Almere niet rijdt. Wat een verrassing, het zou toch eens soepel gaan. Het blijkt inderdaad te kloppen, vanwege een aanrijding met een persoon rijden er geen treinen. We besluiten de trein naar Hilversum te pakken en te kijken of we daar met de bus verder kunnen. Die trein gaat gelukkig al vrij snel. Op Hilversum lopen we naar het busplein en even denken we geluk te hebben. Het is inmiddels na twaalven. Als we op de borden kijken waar de tijden op staan, komen we erachter dat er geen bussen naar Almere rijden tussen twaalf en vier uur. Ongelooflijk...
Dan maar naar Weesp en hopen dat we vanaf daar verder kunnen komen. We gaan het nog navragen bij een medewerker van de NS, maar die is niet echt duidelijk. We proberen het gewoon. en gelukkig kunnen we vanaf daar een trein naar Almere Centrum pakken. Verder dan daar rijdt hij ook niet. Ondertussen zijn we 30 uur geleden uit het hotel vertrokken in Yangon. Ik begin wel een beetje op te raken.
Het is gek om weer in Almere te zijn, tussen de lelijke gebouwen en om weer overal Nederlands te horen. Als we de deur open doen zien we al gelijk dat er slingers hangen en een bord met 'welkom thuis'. Dat is wel weer heel leuk. Boven in de woonkamer hangt al kerstversiering, wat een bizar gevoel is aangezien je net uit een land komt waar het 30+ graden was. Ik ben wel heel blij om mijn harige kattekinderen weer te zien!