Indonesië Info

Land:

 Indonesië bestaat uit ruim 14.572 eilanden en is daarmee de grootste eilandenstaat van de wereld. Zelf ben ik op Java, Bali en Lombok geweest. Nog 14.569 eilanden te gaan dus!

 

Visum:

 Voor Indonesië heb je een visum nodig, maar dit hoef je niet voor af te regelen. In het vliegtuig kun je het formulier invullen en bij aankomst op het vliegveld lever je dit in. 

 

Geld:

 Indonesische Roepia (IDR)

Op de meeste plekken kun je makkelijk pinnen of met creditcard betalen. Alleen op de Gili's hadden wij een probleem. Op Gili Air konden we niet pinnen, onze kaarten werkten niet bij de automaat, terwijl andere automaten van het dezelfde bank eerder wel gewoon geld gaven. We hebben het maar net gered met het geld dat we bij ons hadden.  

 

Vaccinaties

 DTP (Difterie, Tetanus, Polio). Als je deze als kind al eens gehad hebt, dan ben je met één prik gelijk tien jaar veilig. Anders worden er drie prikken aangeraden.

 

Hepatitus A (geelzucht), met de eerste prik ben je een jaar veilig, maar als je na (minimaal) een half jaar de tweede prik haalt, dan ben je in ieder geval dertig jaar klaar. Vermoedelijk zelfs levenslang, maar dit is nog niet onderzocht. 

 

Wij hebben er voor gekozen om ook een vaccinatie tegen buiktyfus te halen, maar dit hebben we via reisprik.nl gedaan, omdat de vaccinaties niet meer te krijgen waren via de GGD. Dit heeft te maken met het hoogseizoen. Deze prik zorgt ervoor dat de komende drie jaar het risico op buiktyfus aanzienlijk lager wordt. 

 

Malariatabletten worden ook aangeraden als je bepaalde gebieden van Indonesië bezoekt. Voor Bali is het niet nodig, maar wanneer je Lombok bezoekt (hier horen de Gili eilanden ook bij) dan zijn ze wel aan te raden. Lees meer in Lariam VS Malarone.

 

https://www.reisprik.nl/

http://www.ggdreisvaccinaties.nl/

 

Reizen:

In Indonesië kun je gemakkelijk van de ene plek naar de andere komen (waar ik geweest ben). Wel wordt men gewaarschuwd om op te passen met boottochten. Het komt voor dat boten te vol zijn en zinken. Let hier goed op. 

0 Berichten

Brussel Airport

Haastig hebben we de laatste spullen bij elkaar gepakt. Gijs vraagt een keer of vijftien of ik echt de paspoorten en tickets bij me heb. Elke keer moet ik dat dan controleren, zodat ik het echt zeker weet. 

Om zeven uur staan Max en Nanouk voor de deur. We gooien de backpacks in de achterbak en gaan! Op naar Brussel!

 

De rit gaat echt snel en net na het donker komen we aan bij Hotel Brussel Airport. Hier zal de auto van Max blijven staan, ze gaan hem zelfs voor hem wassen! Bij de receptie krijgen we te horen dat we een upgrade hebben gekregen, heel fijn. De kamer is echt mooi, maar wel een beetje awkward. Er zit een glazen want tussen de badkamer en slaapkamer, wel met een strook matglas, maar toch zit ik hier niet zo relaxt op het toilet...

 

Het eten is ook prima en met grote pullen bier luiden we de vakantie in!

 

0 Berichten

The Terminal

Na het ontbijtbuffet zijn we met de pendelbus naar het vliegveld gereden. Ineens wordt ik super nerveus, met zweethanden en alles er op en er aan. We laten onze rugtassen sealen en gaan naar de incheckbalie. 

 

Ik moet zeggen dat ik het vliegveld van Brussel enorm verwarrend vind, niets staat echt goed aangegeven. Bij de balie zijn we in ieder geval van onze bagage af. Nadat we de tickets hebben gekregen, kom ik erachter dat we onze transfer tickets niet hebben gekregen voor de vlucht van Abu Dhabi naar Jakarta. Eerst een uur wachten bij de info balie en vervolgens weer naar het meisje bij de incheckbalie. Een beetje irritant. Gelukkig ben ik nu wel van de stress af, nu ik ook de transfer tickets in mijn hand heb. 

 

Het is hier ook enorm druk, of het lijkt zo doordat alles wat kleiner oogt dan ons vertrouwde Schiphol. Ook bij de security is het weer lang wachten, die vervelende mensen die niet goed lezen en bijvoorbeeld hun riem nog om hebben of hun telefoon nog in hun broekzak, heel hinderlijk! 

Movie Marathon

Het vliegtuig was heel relaxt, met lcd schermen in de stoelen voor je en genoeg beenruimte (voor de verandering). Je kunt uit een hele waslijst aan films en series kiezen, of een potje tegen elkaar dammen. Als het tijd is voor de lunch, krijgt Gijs als eerst zijn veggie maaltijd, dat is wel een voordeel van vooraf doorgeven wat je wilt eten, je krijgt altijd als eerste en het lijkt net even lekkerder, al moet ik zeggen dat ik het eten van Etihad toch best goed te doen vind. 

 

Een aantal films, een broodje en wat spelletjes op de Nintendo later gaan we landen op Abu Dhabi. Ik vind het wel tof dat je kunt mee kijken op het scherm hoe de wielen de grond raken. 


Abu Dhabi

Wanneer we het vliegtuig verlaten met de trap, schrik ik van de hitte. Het is alsof er een föhn hete lucht op me blaast en dat terwijl de zon al onder is. Ik begin uit elke porie te zweten, zelfs op plekken waarvan ik niet wist dat ik er überhaupt kon zweten. 

 

We hebben behoorlijk lang de tijd op Abu Dhabi en we besluiten van het vliegveld af te gaan. We halen een visum bij een chagrijnig mannetje en mogen de stad in. Bij een pinautomaat kunnen we op de één of andere manier niet pinnen. Alle vier onze bankpassen worden weer uitgespuugd, terwijl ze allemaal op wereldpas zijn ingesteld. Gelukkig hebben Max en Nanouk er wel aan gedacht om "losse" Euro's mee te nemen en konden we dit inwisselen voor Dirhams. 

 

Buiten lopen we naar de bushalte, het is wel bizar om de hoeveelheid mannen met arafat (keffiyeh) sjaals en vrouwen met burqa's te zien. Max weet ons te vertellen dat de kleuren van die sjaals staan voor waar ze vandaan komen. De rood-witte bijvoorbeeld wordt voornamelijk in Jordanië gedragen en de blauw-witte in de Verenigde Arabische Emiraten. In Turkije is het verboden om de keffiyeh te dragen! Dan zou je PKK steunen. 

 

Nanouk en ik moeten voorin de bus plaatsnemen, terwijl onze mannen achterin gaan zitten. Dit voelt ongemakkelijk. Op de één of andere manier had ik hier niet aan gedacht. Ook wanneer we aan de chauffeur vragen hoe ver het centrum weg is, worden we afgesnauwd en pas later bedenken we dat dit misschien niet op prijs wordt gesteld. Oeps...


Na een dik half uur was er nog geen centrum te ontdekken en de chauffeur durfde we niet meer te vragen. We zijn maar uitgestapt in een straat waarvan het lijkt alsof er wel iets te vinden is. Dat blijkt niet het geval en we besluiten maar gewoon naar de Subway te gaan. Hier wordt een vrouw halverwege haar maaltijd door haar man weg geroepen. Ze mag niet eens haar broodje opeten. 

 

Ik wordt een beetje naar van deze stad. Ik vind het lelijk, het is bloed en bloed heet, ik voel me ongemakkelijk bij het verschil dat hier is tussen man en vrouw. Het lijkt wel of ik een beetje last heb van een cultuurshock, ik had hier niet op gerekend bij een tussenstop, maar ik wil eigenlijk alleen nog maar terug naar het vliegveld! Gelukkig ben ik niet de enige...

The Terminal

De rit terug lijkt wel twee keer zo lang als de heenweg, maar uiteindelijk strijken we neer bij een broodzaak die comfortabele stoelen heeft. Althans dat denken we. Wanneer we er een paar uur op zitten wordt dat wel minder. We spelen kaartspelletjes en proberen wat te slapen. 

 

Hoe warm het buiten is, zo koud is het binnen. Er is niet te ontkomen aan de airco, ik krijg er gewoon een loopneus van. Ondertussen moet ik wel een beetje denken aan die film 'The Terminal' met Tom Hanks waar in hij vast zit op het vliegveld omdat zijn land niet meer bestaat. 


0 Berichten

Geur van Kretek

Na een gebroken nacht op de stoelen bij het bakkertje kunnen we eindelijk naar de gate. Hier komen we erachter dat we hier heel comfortabel hadden kunnen slapen op ligstoelen en zelfs dekentjes hadden kunnen hebben. Helaas... 

 

Als we kunnen gaan boarden begrijp ik wel waarom het vliegveld wordt opgeknapt, de gate is veel te klein om het grote aantal passagiers te verwerken en we staan enorm lang in de rij. 

 

Ik kan mijn draai niet vinden, ik kijk wat films, maar kan niet slapen. Het duurt me allemaal maar lang. Als het donker is vliegen we boven Jakarta. Ik zie honderden verlichtte bootjes in het water. Het is prachtig. 

Jakarta

Om kwart voor elf landen we op het vliegveld van Jakarta. Als we uit het vliegtuig komen en de gate in lopen, ruik ik de kruidige geur van kretek sigaretten. Snel halen we het visum, wat heel snel gaat omdat we de formulieren al in het vliegtuig hebben ingevuld. 

 

Na ongeveer twintig minuten hebben we onze rugtassen kunnen bemachtigen, toch ben ik altijd bang dat mijn bagage zoek raakt en het is altijd een opluchting als ik ze op de bagageband aan zie komen rollen.

 

Als we buiten komen is het warm en vochtig, maar heel goed uit te houden na Abu Dhabi. We worden direct overspoelt door schreeuwende taxichauffeurs die ons in hun wagen willen lokken. Dat is wel heftig na zo een lange reis. Ik heb dit nooit eerder meegemaakt. We lopen ze voorbij en gaan op zoek naar een pinautomaat. Die hebben we snel gevonden en we komen even op adem met dikke pakken Roepia's in onze portemonnee, voor we daadwerkelijk een taxi nemen. 


Take's Mansion

Het is jammer dat het al donker is, zo kun je niet echt een indruk krijgen van de stad, maar alsnog keek ik mijn ogen uit. Palmbomen versierd met lichtjes, auto's met laadbakken vol mensen op de snelweg en hoge wolkenkrabbers. Vanaf een afstand herken ik ons hotel al, Take's Mansion...

 

Voor de deur worden we geholpen door een jongen die onze bagage naar binnen hijst. We rekenen af met de taxichauffeur en volgen hem naar de receptie, waar we snel kunnen inchecken. We worstelen wel met de miljoenen Roepia's, maar toch hebben we al snel de keycards en kunnen onze kamer gaan bewonderen, maar nemen ook een kijkje op het dakterras waar een zwembad is, heerlijk!

 

Na een uitgebreide douche, gaan we op bed liggen en kijken wat televisie, maar ik val al snel in slaap. Dat ik niet erg, zo kom ik hopelijk snel van de jetlag af. 

0 Berichten

Sloppenwijk

Monumen Nasional

We zijn dwars door de wekker heen geslapen en pas om half twaalf wakker. Ik voel me hartstikke goed, niets te merken van een jetlag. 

 

Lopend gaan we naar het Monumen Nasional, ook wel bekend als Monas. Dit ligt vlak bij het hotel en we zijn er dan ook zo. Het is prachtig weer. Ik moet wel even wennen aan het verkeer, niet normaal druk en zo ontzettend veel scootertjes. Ik probeer te observeren hoe de lokale bevolking dit doet. Eigenlijk komt het neer op gewoon oversteken en rustig wuiven met je handen, maar het werkt mooi wel!

 

In het groene parkje zien we de 'fallus en de vulva' al boven de palmbomen uit komen. Het is het symbool voor de onafhankelijkheid van Soekarno. Het is best druk en als we een rondje gelopen hebben om alle (enigszins verwaarloosde) beeldhouwwerken te bekijken en nog steeds is de rij niets verschoven. Dan gaan we maar niet naar boven. Wel duiken we de kelder in, waar ze een soort kijkdozen hebben gemaakt met belangrijke gebeurtenissen uit de Indonesische geschiedenis. Met een schuldgevoel bekijken we de scenes waarbij de Nederlanders zo een belangrijke rol gespeeld hebben. 

 


Kota

We besluiten te gaan lopen naar Kota, een wijk waar nog wat overblijfselen van de Nederlandse overheersing te zien zijn. We komen door het drukke China Town, waar we wat biertjes halen voor in het hotel. Natuurlijk is het weer een stuk verder lopen dan we van te voren hadden bedacht en uiteindelijk pakken we dan toch een taxi. Gelukkig maar want het blijkt echt nog een heel eind te zijn. 

 

Vanuit de taxi zien we een marktje, dat er in eerste instantie gezellig uit ziet, maar als ik wat beter kijk zie ik pistolen en geweren liggen en een platgereden rat op nog geen meter afstand van een eetkraampje. Ook kun je hier een tattoo laten zetten...

 

We worden uit de taxi gezet op een plein en zien gelijk het Batavia Café liggen. Hier gaan we naar binnen en drinken een biertje, eindelijk! Je moet hier zeker de mannen wc even checken. Volgens Gijs is het behoorlijk ongemakkelijk. Een lange glazen wand met daarvoor een soort afvoerput. Je staat dus tegen je eigen spiegelbeeld te plassen. Bij de vrouwen wc is het niet veel beter, de deuren zijn van melkglas en je kunt iemand zo zien zitten. 


Na ons eerste Bintang biertje zijn we op zoek gegaan naar de oude Hollandse brug, de enige die nog bewaard is gebleven. De Hoenderpasarbrug is makkelijk te vinden, maar is wel wat verwaarloosd. Op het moment dat wij er zijn is hij ook afgesloten en kunnen we niet oversteken. Door vervuiling van het water is het ook eigenlijk meer een berg afval waar de brug overheen loopt. Water is bijna niet te zien en je ziet de ratten heen en weer rennen. Niet helemaal wat ik verwacht had.

 

Het volgende slimme idee dient zich aan. Laten we gaan lopen naar de haven, om hier vis te gaan eten. Ik weet niet meer wie, maar één van ons had gelezen dat er goede visrestaurantjes zouden zitten. In onze beleving zijn we dicht bij dus (zucht) we gaan lopen.  


Hoe verder we afdwalen, hoe meer armoede we zien. De hutjes worden steeds triester. Van golfplaten en hout, naar een plastic zeil over een paal gehangen. Ik heb het gevoel dat we in een sloppenwijk terecht zijn gekomen. Het stinkt naar bedorven eten en overal liggen stapels plastic en afval. Als je er te dicht in de buurt loopt dan rennen de kakkerlakken over je voeten.

 

In een straatje komen mensen zelfs naar buiten om ons aan te staren. Nu voelt het echt als foute boel. Een jong jochie, ik schat hem een jaar of 14/15,  vol tattoo's zit met een sigaret in zijn mond op een scooter. Hij probeert ons wijs te maken dat we via een extreem donker en verlaten steegje moeten lopen om op de goede weg te komen. Denk het niet vriend, we lopen wel terug naar de 'grote weg'. 

 

Niet lang daarna komen we bij een hoge brug en hier is de sfeer echt grimmig. Onder de brug staan allemaal huisjes van afval en het is er druk. Vuurtjes branden en er spelen kinderen vlak langs de razende vrachtwagens. Nu ben ik er echt wel een beetje klaar mee en ik ben niet de enige. We proberen een taxi aan te houden, maar ze stoppen niet voor ons. Als een groep mannen aan de overkant van de straat naar ons zie wijzen en richting ons zie komen, krijg ik het benauwd. Op dat moment stopt er een taxi die ons, met de deuren op slot, terug naar het hotel rijdt. Of het nu mijn verbeelding is geweest weet ik niet, maar ik ben blij dat ik er niet achter ben gekomen of ze echt kwade bedoelingen hadden. 

 

In het hotel stap ik even onder de douche, mijn voeten en benen zitten onder de modder en andere gore troep. Daarna nemen we een duik in het zwembad en drinken een biertje die we in 'Chinatown' gekocht hebben. Vanaf het dak strooi ik een beetje as van mijn moeder uit, het uitzicht op de wolkenkrabbers is wel heel gaaf om te zien.


0 Berichten

Trein naar Yogyakarta

Om kwart over zes gaat de wekker, we gaan Jakarta al weer verlaten. Ik probeer te ontbijten, maar echt veel krijg ik niet weg. We checken uit en wachten op de taxi die ons naar Gambir Stasiun zal brengen. 

 

Gelukkig hebben we de dag er voor al tickets gehaald. Dat was best een gedoe. Er moest een heel formulier ingevuld worden waarbij we hulp kregen van kinderen, omdat we er niet uit kwamen. Ik denk dat we er in totaal toch ruim een uur zoet mee zijn geweest. 

 

De trein komt al snel, nu nog op zoek naar onze plekken. Een ontzettend opdringerige (andere) toerist wijst ons er op dat we op zijn plek zitten. Zojuist zijn we hier door de conducteur neer gezet, dus wij gaan niet verplaatsen. Ondanks dat er nog een stuk of dertig lege plaatsen in dezelfde coupé zijn, wil hij zo graag dat wij verplaatsen, dat hij ons gaat snitchen bij de conducteur. Hij heeft wel gelijk, maar het blijft een eikel.

 

Knullig pakken we onze tassen weer uit het bagagerek en volgen de conducteur naar de plekken die wel echt voor ons zijn. We installeren ons opnieuw voor de komende 8 uur en wachten tot de trein vertrekt.  

Bedelaartje

Al snel vertrekken we dan echt en zien de ene sloppenwijk in de andere overgaan. Pas na anderhalf uur beginnen de rijstvelden. Het is leuk om de mensen op het land aan het werk te zien. Dat vind ik zo fijn van het reizen met de trein, je ziet echt iets van het land. 

 

Bij een stationnetje willen we eigenlijk even onze benen strekken, maar we worden tegen gehouden door een andere man uit de trein. Er lopen twee jongens rond die aan het bedelen zijn. Het jongste jochie is echt heel zielig, maar de man waarschuwt omdat zijn grotere vriend net om de hoek staat, als je even niet oplet dan ben je mooi je tas of camera kwijt. Hou je spullen dus goed bij je! Toch heb ik wel medelijden met de jongens, ze zien er echt niet uit. 


Acht uur later...

Het lijkt misschien lang, maar ik heb geen probleem met de rit van acht uur gehad. Een beetje genieten van het uitzicht, een boekje lezen of een tukkie doen, je voelt je nu niet opgejaagd. Wanneer we op het station van Yogyakarta staat, moet ik toch echt plassen. Ik heb dit zo lang mogelijk uitgesteld, omdat er in de trein alleen een hurk toilet was. Nou dikke pech, op het station moet ik ook hurken. Met tegenzin ga ik het proberen, soepel is anders, maar het valt mee heel erg mee. Het wegspoelen vind ik erger! Uit een smoezelige emmer water drijft een bakje, dit moet ik vullen met water en in het gat in de grond gooien. Het voelt heel onhygiënisch. 

 

Wanneer we het station uitlopen worden we gelijk aangesproken door 'Harry', een mannetje met een touring bureau. Ik wil eigenlijk doorlopen, maar de rest besluit dat we met hem meegaan. Hij brengt ons naar een taxi en geeft aan nog wel langs te komen om een tour te bespreken. Wanneer we na een kort ritje uitstappen bij onze guesthouse Wisma Ary's staat hij ons al op te wachten. We mogen nog net inchecken en onze spullen in de kamer dumpen, maar dan gaan we met hem om de tafel zitten. Morgen hebben we een rustdag, maar de dag daarna zullen we worden opgehaalt door één van zijn chauffeurs, nou is dat mooi gelijk geregeld. 

 

Wisma Ary's is een super fijne guesthouse, de mensen zijn vriendelijk en er staat altijd een kan warm water buiten je kamer voor koffie of thee. De tuin is prachtig, je waant je in een botanische tuin. We hebben hier een geweldig grote vlinder gespot, waar Max en Gijs een stuk of tweehonderd foto's van hebben gemaakt. De kamer is geinig, niets bijzonders, maar de badkamer is een geval apart. De wanden zijn bewerkt met een soort purschuim of iets dergelijks en in allemaal gekleurde vlakken geschilderd. De douche zit in een soort zee anemoon, gevaarlijk, maar wel leuk gedaan. 


Super Sambal

Harry wijst ons op een straat met restaurantjes even verderop. De meeste zien er behoorlijk verlaten uit, maar dan valt ons oog op Super Sambal. We gaan zitten aan een tafeltje en krijgen een menukaart voor onze neuzen. We kunnen van de gerechten op de kaart niets maken, maar een andere gast schiet ons te hulp. Hij wijst een aantal gerechten aan die geschikt zijn voor onze westerse magen.

 


0 Berichten

Beestjes, batik en een becak

Vandaag gaan we weer aan de wandel. Allereerst willen we naar het Kraton, het paleis van de keizer. Echter komen we er daar achter dat het gesloten is, vanwege de viering van een besnijdenis... 

 

We komen wel een andere nieuwe Harry tegen, hij verteld dat we naar het batik center moeten. Dit staat sowieso op het programma en hij brengt ons naar een becak, een fiets met daarachter een karretje voor (in principe) twee personen. Ik vind het eigenlijk helemaal niets, maar goed ik ga in het karretje zitten, samen met Gijs. 

 

Het dunne mannetje trapt zo hard als hij kan, maar hij heeft moeite om vooruit te komen. We willen uitstappen om hem te helpen, maar dan mag absoluut niet. Ik voel me echt een dikke, witte toerist nu. En dat ben ik eigenlijk natuurlijk ook gewoon. 


Scam?

Bij het batik center worden we door de becak chauffeur bijna naar binnen gereden. Gelukkig zijn we niet de enige die hier heen zijn gekomen. Er lopen een stuk of tien mensen rond. Allereerst gaan we kijken hoe de werken gemaakt worden. Een vrouwtje zit achterin op de grond met een lap stof. Met een verwarmd potje wax en een soort pennetje is ze bezig om het doek te waxen en te kleuren. Hoe meer kleuren er gebruikt zijn, hoe meer werk er in zit. 

 

Op de plekken waar een bepaalde kleur niet moet komen, wordt wax gesmeerd. Vervolgens wordt het doek geverfd en begint het proces opnieuw met de volgende kleur. 

 

Het hele pand staat vol met doeken, die allemaal gesorteerd op prijs. Van een man, die ik er van verdenk de eigenaar te zijn, krijgen we een rondleiding. Ik heb al wel het één en ander gelezen over dat deze centrumpjes oplichters zouden zijn, maar eigenlijk kan dit me niet veel schelen. We vinden drie hele mooie werken en als je dit omrekend naar euro's, stelt die prijs echt niets voor. 


Vogeltjesmarkt

We stoppen even voor een lunch in een groot marktgebouw. Gijs eet hier de lekkerste Gado Gado ooit en ik moet zeggen, ik eet ook best goed. Tot dat er een kakkerlak over de tafel rent...

 

Van de vogeltjesmarkt heb ik van te voren al een slecht gevoel, dit wordt vast geen pretje. Toch wil ik het zien, het blijft een deel van de cultuur. Mijn voorgevoel was terecht, het was pure horror. De parkietjes hebben het op zich nog goed, maar zij zijn niet de enige dieren die hier te koop zijn. Kleine uiltjes en vleermuizen die in het volle zonlicht aan het verpieteren zijn, schildpadden die opgestapeld liggen en gekleurde keukentjes. Ik krijg hier echt maagpijn van. We lopen vlug een rondje, maar ik kan het bijna niet aanzien. Dan besluiten we maar weg te gaan bij de markt vol dierenleed...


Sosrowijayan

Die avond pakken we een taxi naar Sosrowijayan, een gezellige en populaire wijk. Hier vind je de Malioboro straat, waar je een hoop backpackers tegen komt. Hier zijn gezellige restaurantjes en lijkt er altijd een markt te zijn, vooral met toeristen rommel. We gaan het eerste restaurantje in dat we tegen komen. Het eten is oké, maar niet super. Tijdens het eten komt er een bandje binnen, dat de hele straat af gaat. Dat maakt het wel weer tof. 


0 Berichten

Borobudur en Prambanan

Hit and run markt

Door het gedoe met het hek zijn we al laat en we moeten ook nog eens pinnen, waardoor we nog later zijn. Onderweg verteld Edy van alles over wat er zich buiten afspeelt. Zo komen we over een marktje. Deze start elke dag om drie uur, maar de verkopers zorgen dat ze om vijf uur weg zijn, want dat wordt de politie wakker. Hij maakt geen grapje, dit gaat iedere dag zo. 

 

Edy rijdt zo hard, dat we op en neer vliegen in de auto. Ik wordt er naar van, het is te vroeg hiervoor. "I need to drive fast, because we are late!"roept hij af en toe over zijn schouder. De auto wordt geparkeerd bij een aantal busjes en taxi's. "Just go up there" zegt Edy en wijst naar een smal zandpad dat de berg op loopt. "And hurry!" gooit hij er nog even achteraan. 

 

We lopen zo snel mogelijk het pad op, dat redelijk stijl omhoog gaat. Af en toe zijn er traptreden uit de aarde gehouwen, maar eigenlijk maakt dit de weg alleen maar moeilijker. Het is ook nog pikdonker.

 

Als we eindelijk boven komen, zien we dat we zeker niet de enige zijn. Een stuk of vijftig toeristen, misschien meer, staan ook al klaar. Het is niet storend, er is plek voor iedereen. 

 

Langzaam komt de zon op, achter de Merapi vulkaan. Het is echt heel gaaf, zulke fantastische kleuren. De mist drijft tussen de heuvels in het dal en opeens zie ik de stoepa's van de Borobudur liggen. Echt de moeite waard! Tussen de begroeide heuvels voor ons drijven flarden mist, wat het helemaal sprookjesachtig maakt. 

 

Op de weg naar beneden blijkt dat we eigenlijk best gevaarlijk bezig waren, door in het donker naar boven te rennen. Het pad is echt heel smal en als één van ons gestruikeld was, dan waren we direct van de steile berg naar beneden gerold.

Om drie uur  staan we al naast ons bed. Snel opfrissen en aankleden. Beneden wachten we op de taxi die Harry de touring man voor ons geregeld heeft. 

 

Precies om vier uur komt de vrolijke chauffeur voorgereden, maar wij kunnen de tuin niet uit. Het hek zit op slot en er is nog niemand wakker. Als we bij de receptie naar binnen kijken liggen er een stuk of tien mensen op matjes op de grond te slapen, best vreemd. 

 

Ondertussen is er een ladder ontdekt, die het precies over de punten van het tuinhek redt. Kunnen we toch nog met de taxi mee. De man stelt zich voor als Edy en is echt een grappige vent. 


Stoepa's

Na een ontbijtje is het tijd om de Borobudur te verkennen, 's werelds grootste buddhistische tempel. We worden gelijk gestalkt door een aantal verkopers, super irritant, maar we weten ze af te schudden. We krijgen een sarong om, deze staat Gijs wel erg goed. We lopen over het terrein en lopen wat te geinen. Ineens doemt de tempel dan voor je op, wat een gigantisch ding!

 

We lopen rond en bekijken de prachtige reliëf werken op de wanden. Naar mijn idee lopen we echt uren rond voor we de top bereiken. Hier staan de stoepa's met buddha's eronder. Het is echt mooi. Nanouk moet regelmatig met mensen op de foto, ze zijn fan van haar licht blonde haar. 

 

Als we terug lopen richting de auto, komen de verkopers die we eerder afgeschud hebben ons weer lastig vallen. Toch koop ik een klein stoepatje van de opdringerige man. Deze neem ik mee voor bij de urn van mijn moeder.


Edy the Chicken Killer

Onze chauffeur Edy is echt een grappenmaker, maar wel heel tof. Hij stopt op interessante punten en verteld van alles over de omgeving. Hij heeft een soort gastenboek in zijn auto, waarin ze hem "The Chicken Killer" noemen. Hij lacht en verteld dat hij per ongeluk een kip dood heeft gereden met een paar toeristen in zijn auto. Het was wel sneu voor de eigenaren van de kip, maar hij heeft hen een vergoeding gegeven.

 

Opeens stopt hij langs de kant van de weg, sprint de auto uit en rent naar een verkoopkarretje. Hij komt terug met wat hij 'snake fruit' noemt. Het ziet er gaaf uit, een vrucht met donkerrode schubben, waar iedereen zijn vingers aan open haalt. We peuzelen het ding op, maar het is erg bitter. In het midden zit een pit, die wat op een kastanje lijkt. Als we het stuk fruit al bijna op hebben, zegt hij pas dat we absoluut niet in de pit moeten bijten, dan kunnen we naar het ziekenhuis.... 

 

Bij een uitzichtpunt stapt Edy de auto uit en voert een hele goocheltruc uit op zijn motorkap. Hilarisch. Bij een stoplicht zegt hij dat hij nog een truucje kan. Hij wijst naar een politiepost op de hoek van de straat. Hij wacht tot het licht op rood staat en rijdt door het rode licht. Lachend wijst hij weer naar de politie post. "They take a nap at this time" giert hij en inderdaad, als we naar binnen kijken ligt de agent op een bankje te pitten. 


Prambanan

Bij de hindoe tempel Prambanan is de schade van de recente aardbeving nog goed zichtbaar. Het terrein ligt bezaait met stukken van de tempel, echt zonde. Ze zijn bezig met het herstellen van de bouwwerken en een aantal gebouwen staan in de steigers. Om de grootste van het stel te betreden moeten we een flatteuze blauwe helm op. 

 

De tempel is gebouwd in de 9e eeuw en is een Hindu tempel. Het is tof om het verschil met de iets minder uitbundige, maar reusachtige, Bordobudur te zien. Het Prambanan complex is de grootste Hindu-complex van Indonesië, en de op een na grootste van zuidoost-Azië. 

 

We struinen wat rond, lopen de gebouwtjes in die wel open zijn voor publiek en bewonderen de details van deze tempel. Ik vind het super tof om te zien en probeer me voor te stellen hoe het er 1100 jaar geleden hier aan toe ging. Waarschijnlijk één grote chaos van muziek en een explosie van kleuren. Ik vind het jammer dat het allemaal is ingewisseld voor andere, minder expressieve geloven. 


Meer batik

Nadat we even langs het vliegveld zijn gereden en tickets naar Bali hebben gekocht en de tickets van Lombok terug naar Jakarta, rijden we met Edy naar het atelier van zijn 'neef'. Hier zijn weer veel batik werken te vinden. We krijgen thee en kijken wat rond. Ik voel me heel lullig als ik niets koop, maar we hebben gisteren al genoeg ingeslagen. Dat is natuurlijk de hele gedachte er achter, maar goed gelukkig besluiten Max en Nanouk om nog wel het één en ander te halen. 

 

We worden afgezet bij Wisma Ary's Guesthouse en geven Edy een dikke fooi, ik denk dat hij wel één van de leukste chauffeurs ooit is. We relaxen even bij onze kamer, maar een paar uur later duiken we weer een taxi in. We gaan weer naar Malioboro straat. Net als gisteren gaan we het eerste restaurant in dat we zien als we de chauffeur stopt. Het Legian Garden Restaurant zit op een boven verdieping en is helemaal open. We werpen vlug een blik de keuken in, maar dit ziet er prima uit. 

 

Nog geen vijf minuten nadat we zijn gaan zitten huppelt er een dikke rat over een muurtje langs de rand van het restaurant. Aangezien de hele boel open is, kan die natuurlijk overal vandaan komen. Hier hebben we wel echt super lekker gegeten!


0 Berichten

Op naar Bali!

Door het keiharde gebed van een moskee even verderop zijn we al vroeg wakker. Het lijkt alsof de hele stad om ons heen mee schreeuwt, best freaky. We moeten toch opstaan, we moeten een vliegtuig halen. 

 

Bij de ingang van het vliegveld is direct een controle, je kunt niet zomaar naar binnen lopen zoals bij Schiphol. Het gaat allemaal heel erg soepel, de controle gaat snel, het inchecken is ook zo gedaan en we kunnen ook al snel gaan boarden. 

 

Deze vlucht vliegen we met Garuda toch wel even wat minder comfortabel dan Etihad, maar het is ook maar een kort stukje. Al snel liggen de andere te slapen. Ik kijk een beetje naar buiten en zie vulkanen voorbij komen. Even later verspringt de klok, omdat we naar een andere tijdzone gaan. 

 

Wanneer we bezig zijn met landen, ben ik toch een beetje bang. Aan beide kanten van het vliegtuig zie ik alleen maar water. Pas op het allerlaatste moment verschijnt de landingsbaan. Deze ligt op een minuscule landtong. Gelukkig staan we niet veel later gewoon veilig op de luchthaven van Den Pasar. 

Op naar Ubud!

Buiten het vliegveld worden we gelijk achtervolgt door een taxichauffeur, hij loopt zelfs mee naar de toiletten en als we gaan pinnen... Toch komt hij niet heel opdringerig over en we besluiten zijn doorzettingsvermogen te belonen. Hij mag ons naar Ubud brengen. 

 

Al snel ligt de rest opnieuw te slapen, lekker gezellig. Maar hierdoor missen ze wel de toffe dorpen waar we doorheen rijden. De taxichauffeur verteld dat elk dorp hier zijn eigen specialiteit heeft. We rijden door het houtsnijwerk dorp, het bakstenendorp en het beeldhouwdorp. Heel komisch. 

 

In Ubud worden we afgezet bij onze volgende guesthouse, Tu Eka ´ s Homestay. We lopen naar binnen en het ziet er super mooi uit, in een klein, voormalig tempelcomplex. Voordat we bij de receptie aankomen worden we geroepen door een man die in een steeg loopt buiten het complex. Hij vraagt waar we heen gaan en het blijkt dat we niet goed zitten. Hij is van Tu Eka´s Homestay en we volgen hem de steeg door.

 

We komen uit bij een heel ander soort terrein, wel met één mooi gebouw dat inderdaad doet denken aan een tempel, maar de rest is aftands. Max en Nanouk worden naar het mooie huisje gebracht en van binnen ben ik al jaloers. Gijs en ik gaan een trappenhuis in, komen langs een nagelstudio (heel apart) en worden in een verrot hok geleid. Ik moet er bijna van huilen...

 

Overal zit schimmel, achter het bed is het er gewoon zwart van, de meubels in de kamer zijn ingestort, het raam kan niet dicht en de badkamer is pure horror. De bovenste laag van het geperste hout zit los, van het vocht en zit vol schimmel. Ik kan hier echt niet slapen... Dit is niet gezond. 

 

Met een baksteen in mijn maag loop ik naar het verblijf van Max en Nanouk, dat er van buiten mooi uit ziet, maar van binnen ook net zo smerig is. Ook zit het helemaal vol met rupsen, echt duizenden. Max is al op zijn I-Pad op zoek naar een ander verblijf. Gelukkig! 


Op naar Uma Kutuh!

Max heeft een ander verblijf gevonden, maar dit willen we echt eerst checken voor we verder actie ondernemen. Het is een half uurtje lopen, maar dan komen we aan bij Uma Kutuh. Bij een klein supermarktje melden we ons. Ze hebben nog kamers en we vragen of we ze eerst mogen zien. Dit is geen probleem. 

 

We lopen door de tuin, die er al prachtig uitziet, heel verzorgd en overal staan kleine offertjes met bloemetjes en bolletjes rijst. De kamers zijn super, het is er schoon en ruim. We zeggen tegen de eigenaar, die ik maar meneer Uma noem, dat we de kamers graag willen. 

 

We leggen de situatie uit en hij besluit met ons mee te gaan. Met de auto gaan we naar het verblijf van Tu Eka. Ik vind het wel vervelend om aan te gaan geven dat we weg gaan en met een schuldgevoel zit ik achter in de auto. Gelukkig hebben we Nanouk bij ons, die kan dat wel. 

 

We pakken onze tassen, maar kunnen eerst de man niet vinden. Uiteindelijk geven we aan dat we een ander verblijf hebben gevonden, maar dat we wel willen betalen voor één nacht. Hier gaat hij met wat gebrom toch mee akkoord. Uiteindelijk laat hij ons voor twee nachten betalen, de oplichter. Nu voel ik me al wat minder schuldig. 


Op naar Taman Curry!

Het blijft me wel een beetje dwars zitten, hoe we zijn weg gegaan, maar goed het was echt vreselijk smerig. Als we onze tassen hebben gedumpt, is het tijd om wat te gaan eten. We lopen naar de hoofdweg en zien Taman Curry liggen. We hebben geen zin om verder te zoeken en besluiten direct te gaan zitten. Het duurt lang voordat we ons eten krijgen, maar het is hartstikke lekker. We zitten aan de weg en kunnen alles en iedereen bekijken die voorbij komt. Ik hou van 'mensen kijken'. Hele families op één scooter rijden voorbij, wagens vol kippen en vrouwen met kilo's aan spullen op hun hoofd. 

We dwalen wat door Ubud en gaan wat winkeltjes in. De stoep is echt gevaarlijk, het zijn losse tegels die boven een soort afvoerstrook liggen, maar veel zijn kapot, ontbreken of wiebelen. Max is wel tien keer bijna onderuit gegaan. Echt om je heen kijken is lastig, je moet echt opletten waar je loopt. 

 

Als we het zat zijn lopen we terug naar het verblijf en drinken nog een biertje voor onze kamer. 


Het verhaal over Tu Eka's Homestay heeft nog een staartje gekregen, lees hierover meer in Eka of TU Eka?...

0 Berichten

Een spin, kopi en tempels

Ik ben zo blij dat we naar Uma Kutuh zijn vertrokken, echt een geweldig verblijf. Ik heb goed  geslapen, ondanks de ruzie die ik met de klamboe had. Als we voor onze kamer gaan zitten om wakker te worden, komt meneer Uma gelijk aan met een heerlijk ontbijtje, geniaal. 

 

Om half negen staan we klaar om met hem op tour te gaan. De vorige dag hebben we gevraagd of hij ons wat plekken wil laten zien, geen probleem! Hij rijdt ook een stuk relaxter dan Edy the Chicken Killer.

 

 De eerste stop is... een sarong winkel... We maken een vrouwtje heel blij door vier stuks bij haar te halen. "First money is lucky money" zegt ze lachend. Dit zullen we nog wel vaker horen in Azië. Met onze sarongs om gaan we in de auto zitten. Meneer Uma komt niet meer bij, we zijn al bij de eerste tempel, we moeten gewoon verder lopen. De sukkeltjes. 

 

 


Goa Gajah

Allereerst komen we uit bij een vijver met fonteinen. Het wat sneu, de vissen moeten hier op hun zij zwemmen omdat ze anders niet helemaal onder water komen. Arme diertjes. 

 

Even verderop in de 'olifantengrot'. Deze is zo genoemd door de mannen die hem hebben 'herontdekt'. Zij dachten dat het een olifantenhoofd was, dat is uitgehouwen uit de rotsen. Maar eigenlijk is het een monsterhoofd, dat met zijn handen de grot open houdt. 

 

Binnen is het pik donker en met onze mobieltjes proberen we onze weg te vinden. Echt heel boeiend is het niet. Er staan wat gezichtloze beelden met sarongs aan, met daarvoor een aantal offertjes. Misschien missen we wel wat... maar we kunnen niets anders vinden. 


Jungle

Als we uit de grot komen zien we een groepje mensen die een tourguide een pad op volgt, het bos in. We gaan achter ze aan en belanden in een prachtige tuin. We lopen wat rond en Gijs en ik raken Max en Nanouk kwijt. Na wat dwalen komen we bij een pad dat naar de 'jungle' leidt. Een mannetje staat met een inschrijfboek en vraagt een donatie. Nou prima, ik wil wel weten wat verderop nog te zien is. We zien dat Max en Nanouk hun namen ook in het boek staan, die komen we straks vast nog wel tegen. 

 

Het is een beetje een gek weggetje, het is smal en gaat soms dwars door de beplanting heen. Toch lopen we door... tot ik een gigantische (vind ik althans) wagenwielspin zie hangen. Ik durf niet verder en sta vijf minuten te jammeren, terwijl Gijs gewoon verder loopt. Ik wil eigenlijk terug gaan, maar dat kan ik echt niet maken. Er komt een guide voorbij, met een groepje mensen die me keihard uitlachen. "No poison" zegt hij en probeert me gerust te stellen. "No but its's still big!"... 

 

Uiteindelijk ren ik gillend onder het monster door en glij bijna de heuvel af naar beneden. Niet heel slim, maar ik vind mezelf behoorlijk dapper. We lopen door, maar ik ben niet zo relaxt als hiervoor, ik hoor overal dieren in de jungle. We spotten Max en Nanouk, die al op de terug weg zijn. We kunnen nog een klein stukje verder. 

 

We komen bij een smal en krakkemikkig trappetje die langs de heuvelwand naar beneden gaat. Glibberend op mijn slippers ga ik naar beneden. Uiteindelijk komen we bij een riviertje, echt een hele mooie plek! Ik heb de as van mijn moeder natuurlijk bij me en deze wordt gedumpt in het water. 

De terugweg gaat een stuk soepeler. Ik ben keihard, zonder te kijken, voorbij de spin gerend. Dit kost me opnieuw bijna mijn leven, ik glijd weer uit op de bemoste stenen. 


Gunung Kawi

De volgende stop is de rotstempel, Gunung Kawi. Deze tempels zouden zijn uitgekrabd door een reus... Heel gaaf, maar wat haat ik al die trappen hier, intens... Het idee dat mensen (of een reus) dit allemaal uit de rotsen hebben uitgehouwen is wel bizar, wat een werk. Overal staan offertjes en altaartjes. Het water dat langs de tempels stroomt is heilig en mag niet aangeraakt worden. 

 

We gaan nog even aan de overkant kijken, waar nog vijf van die tempels te vinden zijn. Hier komen we uit bij een watervalletje. Gijs en ik nemen een avontuurlijke route terug, over de rotswanden, langs een rijstveldje. Bij een opdringerig verkopertje, langs de trappen, kopen we een haarklem, die ik binnen een dag al heb weten te slopen.


Pura Tirta

De laatste tempel van de dag, Pura Tirta Empul, een watertempel. Het is wel tof om te zien dat alle tempels die we tot nu toe hebben bezichtigd allemaal zo ander zijn. Bij deze tempel zijn er baden met een hoop kranen, waar mensen elke kraan afgaan, zichzelf wassen en dat helemaal rein weer naar buiten gaan. Eigenlijk had ik ook het water wel in willen gaan, maar het was erg druk en ik voelde me niet helemaal oké. Helaas... 

 

Op de weg naar buiten, nadat we weer flink wat rond gelopen hebben, komen we vrouwtjes tegen met banaantjes. Ze proberen ze aan ons te verkopen, maar we weigeren beleefd. Eén oud vrouwtje pelt een banaatje en geeft hem aan me. Ik wil het nog steeds niet aannemen. "Now it's open, taste it" zegt ze opdringerig. Sjonge dan neem ik wel een hap. "You try it, you buy it" roept ze zelfvoldaan. Serieus, wat een naaistreek. We komen een tasje vol met die kut banaantjes en worden in de auto uitgelachen door meneer Uma, Max en Nanouk (die konden door ons gestuntel snel doorlopen). Heel irritant, maar wees gewaarschuwd voor de bananenmaffia!


Koffie, koffie, koffie...

We stoppen bij een plantage van koffie en kruiden, Satria A Growisata. Ze hebben hier echter veel meer. Wanneer we door de tuin lopen geeft meneer Uma ons een uitgebreid verslag van wat er allemaal groeit. We zien ananassen, papaya, peppertjes, (kut) banaantjes, durian, ginseng en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik vind het echt leuk om te zien. We komen bij een aantal kooien met dieren er in die ik nooit eerder heb gezien, of van het gehoord. Het zijn de Luwaks, een soort katvosjes, zij eten 's nachts koffiebonen, poepen deze uit omdat ze de boontjes niet kunnen verteren en deze worden door de boer weer opgeraapt en geroosterd tot koffiebonen. Kopi (koffie) Luwak is één van de duurste soorten koffie ter wereld. Ik weet niet zo goed of ik de diertjes nu zielig moet vinden of niet. Achteraf heb ik wel een hoop nare verhalen gelezen... Ignorance is bliss zullen we maar zeggen

 

Meneer Uma brengt ons naar een hutje, waar een klein, oud vrouwtje bezig is met het roosteren van de bonen. Ze heeft volgens mij een oogje op Gijs en zit de hele tijd met haar tandeloze lach naar hem te kijken. We proeven een boontje, meneer Uma blijft maar snoepen, en stampen met een grote vijzel wat bonen tot poeder. Het is heel fijn om te zien hoe het spul, waar ik het meest verslaafd aan ben, gemaakt wordt. 

 

Uiteindelijk komen we uit bij een paar picknickbanken waar we worden neergezet, met een fantastisch uitzicht. Hier krijgen we het één en ander te proeven. We krijgen het hele assortiment voorgeschoteld, met daarbij een hele uitleg van waar het allemaal goed voor is. Ginseng thee "for the honeymooners", Rosella thee tegen maagklachten en hoge bloeddruk, Saffraanthee tegen menstuatieklachten en ga zo maar door. De chocolade is erg lekker! Natuurlijk proberen we ook nog even de kopi Luwak (Cat Poo Chino), waar je wel extra voor moet betalen, maar deze is wel erg lekker. Een beetje een aarde smaak, ik weet niet hoe ik het anders kan omschrijven. Na ons proeverijtje kopen we ook nog eens het hele winkeltje leeg...

 

Lang na ons bezoek kreeg ik berichten te horen over de wreedheden waarmee de plantages de 'Luwaks' behandelen. Ze vormen een bedreiging voor de civetsoort. Onderzoek voordat je gaat op wat voor plaats je terecht kom. Kijk verder dan je neus lang is. Mocht je ergens, waar dan ook, toch misstanden tegenkomen, schrijf erover, meldt het, doe iets!


Sawa's

Eigenlijk waren we er al best klaar mee, we zijn gesloopt. Toch hebben we nog één stop, de mooiste rijstterrassen, oftewel sawa's,  van Bali. Echt net als in de films, zo bizar! 

 

Die avond eten we bij een veganistisch restaurant, waar je het moet vermelden als je vlees wilt eten. Dit was voor Gijs best fijn, die zat al vanaf dag 1 aan de spinazie in water en GadoGado...


0 Berichten

Raften

Die ochtend worden we opgehaald, vandaag gaan we raften. Hier hebben we allemaal naar uit gekeken, even wat anders dan al die tempels. 

 

Het is nog best een eind rijden, maar uiteindelijk komen we uit bij Graha Adventures. Hier krijgen we allemaal een zwemvestje aan en een peddel in onze handen gedrukt. Nu moeten we opnieuw een stuk rijden. Een stuk of vijfentwintig mensen worden verdeelt over twee busjes en dan moeten we nog een half uur rijden. 

 

 

Ik baal als een stekker als ik weer duizend trappen af moet, maar ik zie wel weer mooie uitzichten. We komen uit bij de rivier, waar een aantal rubber bootjes voor ons klaar liggen. 


Er wordt een korte uitleg gegeven, jump jump is springen... boem boem is duiken en eigenlijk was dit het wel... Met twee vervelende Fransozen gaan we in een rubberen bootje. Het is best relaxt, we hebben geen last van zware stromingen of iets. Het is natuurlijk geen regenseizoen. 

 

Onderweg zien we een hoop mooie dingen. We mogen even een stukje zwemmen en ik duik gelijk het water in. De gast die bij ons in de boot zit roep opeens "snake, snake!" Ik schrik me dood, maar het was een grapje, wat ben ik ook een bange poeperd... 

 

We komen langs een waterval waar alle jongetjes laten zien hoe stoer ze zijn door eronder te gaan staan, het water klettert behoorlijk hard naar beneden. Bijna op het einde komen we een winkeltje tegen en kopen een biertje, natuurlijk ook voor onze bootman. Aan het einde van het ritje moeten we weer een stuk of duizend trappen op, echt pure horror. Nanouk en ik bezwijken er bijna onder. 

Aan het einde van de tour kun je een dvd'tje kopen met de foto's en een video die onderweg gemaakt zijn, zeker leuk om te hebben! Je kunt eventueel een lunch nemen, maar eigenlijk willen we zo snel mogelijk terug naar Ubud, want Max wil nog even een geroosterd biggetje eten, wat blijkbaar een van de specialiteiten is van de omgeving. 


Monkey Forest

Net op tijd komen we weer terug bij Uma Kutuh, Max is zo bang dat hij niet op tijd is voor zijn geroosterde varkentje, dat de eigenaar hem achterop een scooter naar het beste restaurant brengt, heel tof van meneer Uma! Gijs en ik gaan ergens anders eten, maar dit blijkt uiteindelijk niet zo een fraai tentje te zijn. 

 

We willen nog even bij Monkey Forest kijken, een stuk jungle waar aapjes los lopen. Dit blijkt nog een flink stuk lopen, maar als we in de buurt komen, zien we inderdaad de dieren al zitten. Bij de ingang van het stuk bos waar de aapjes leven zitten vrouwtjes banaantjes te verkopen, maar dit hoeft voor mij niet. Ik vind het leuk de dieren te zien, maar ik hoef ze niet in mijn buurt. Door de GGD ben ik wel een beetje bang voor rabiës geworden (behalve als het om katten gaat natuurlijk). 

 

*Edit: Ik heb recent (2020) iemand gesproken die in het  Monkey Forest door een aap in zijn hoofd is gebeten en naar het ziekenhuis kon voor een injectie.

  

Monkey Forest is niet zomaar een toeristenplekje in Ubud, maar door hier naartoe te gaan en de entree prijs te betalen, steun je de lokale bevolking. Daarnaast draag je bij aan het onderzoek naar de aapjes en natuurlijk het beschermen van het gebied waar zij wonen. 

 

www.monkeyforestubud.com 

 

Het bos zit echt vol apen en je hoeft geen moeite te doen om ze te spotten. Het meeste wat ik zie is toch dat ze toeristen lastig vallen. Of eigenlijk dat de toeristen de dieren uitlokken. Ze hebben tassen bij zich die ze continu open en dicht doen, waardoor de apen in de verleiding komen en willen weten of je eten in je tas hebt. Ook stoppen ze dingen los in hun broekzak, dit is ook weer een trigger waarvoor je overal gewaarschuwd wordt. Vervolgens gaan de mensen achter de dieren aan, als ze hun spullen kwijt zijn. Dit maakt ze ook nog eens agressief. 

 

Ik vind het vervelend om te zien en heb het na twintig minuten wel gehad. Het is leuk om even geweest te zijn, vooral de kleine aapjes zijn enorm schattig.


0 Berichten

Gili Tralala

Uitslapen zit er weer niet in vandaag, om half zeven staan we naast ons bed. Even snel douchen, de tas pakken en de kamer fatsoeneren. Meneer Uma komt nog snel aan met een ontbijtje! Super tof! 

 

Nadat we nog wat mensen bij andere verblijven op hebben gepikt, rijden we naar Padang Bai. Onderweg val ik al snel in slaap, toch vind ik dit altijd jammer, ik vind het leuk om de omgeving te zien. 

 

Bij een haven worden we afgezet. Gelijk worden onze tassen op een kar gegooid. Ik ben er een beetje beduusd van en vind het eigenlijk helemaal geen prettig idee, maar ik slaap nog half en reageer te traag. De rest van de mensen reageert ook niet dus het zal wel goed zijn. 

Na een uurtje wachten in een café worden we geroepen. We lopen achter een mannetje aan en zien onze boot liggen. Gelukkig kunnen we zitten en naar buiten staren. Nanouk wordt al snel niet lekker, misschien is het verstandig pilletjes tegen zeeziekte mee te nemen. Gelukkig is er zat ruimte om even te gaan liggen. 

 

In de verte zie ik een bruine strook in het water liggen. Ik besluit het raampje dicht te draaien, ik heb een donkerbruin vermoeden waar we dadelijk door heen gaan varen. Ennn inderdaad, een paar minuten later dringt een rioollucht mijn neusgaten binnen, gatverdamme! We zijn gewoon door een poepstrook gevaren. 

 

Na anderhalf uur komen we aan op Gili Trawangan, de grootste van de drie eilanden voor de kust van Lombok. Vanaf de boot springen we met onze tassen het water in en lopen het strand op. Hier staan al wat vervelende mannetjes te wachten om te proberen je mee te lokken naar hun accommodatie. We hebben al geboekt bij Sama Sama, wat gelukkig op vijf minuten lopen van ons aankomstpunt ligt. 


Save water drink beer

Via de reggae bar Sama Sama, waar we heel hartelijk begroet worden, komen we bij de receptie. Er blijkt iets mis te zijn gegaan. In plaats van twee huisjes, is er maar één gereserveerd. Ze kunnen nog wel iets regelen bij een buurman. Gijs en Max gaan checken hoe dat er uit ziet, terwijl ik met Nanouk bij het huisje wacht. Het hutje is heel tof, in de stijl van een rijstschuur. 

 

Het duurt heel lang voordat de ventjes terug komen, maar Max heeft al besloten dat hij in het huisje bij de buren wil. Prima, want ik wil in de rijstschuur! Beneden zit een kleine badkamer met toilet, vervolgens ga je de trap op en kom je in de slaapkamer, met een fijn bed.


Gijs en ik gaan wat eten, maar Nanouk voelt zich nog niet lekker, dus die gaat even liggen. Niet ver van Sama Sama gaan we zitten bij een tent met mooi uitzicht over het water en een miljoen katten. Veel van de katten op Gili Trawangan hebben geen staart, maar alleen een kort stompje. Dit blijkt normaal te zijn, het is een speciaal ras. Natuurlijk heb ik dan al snel een stel nieuwe vrienden gemaakt.

 

Ondanks dat het al wat later wordt, gaan we toch nog even snel het water in, het ziet er veel te verleidelijk uit! Het is al best fris, maar het is heerlijk. Toch voelt het een beetje gek, het lijkt te prikken. Later kom ik erachter dat het vol met mini kwalletjes zit. Je ziet ze niet als je boven het water bent, maar je voelt ze wel...


En toen...

Gijs en ik zouden naar een feestje gaan, maar ineens wordt ik niet lekker. Ik krijg ineens hoofdpijn en wordt misselijk. Ik ga toch maar even liggen in onze rijstschuur. Een uur later komt Gijs kijken hoe het gaat, maar het is alleen maar erger geworden. Dan moet hij maar in zijn eentje naar het feestje. 

 

Of het nu door het eten komt, of door de Malarone, maar ik word ineens beroerd... overgeven, diarree, het was vreselijk! Daarnaast ben ik ook nog eens aan het trippen, waarvan ik Malarone wel de schuld geef. Ik denk dat er inbrekers in mijn hutje proberen te komen en sta al klaar met een prullenmand om ze er van langs te geven. Er was helemaal niets aan de hand. 

 

Nadat Gijs van het feestje terug komt en is gaan slapen, heeft hij er ook al last van. Hij spuit de hele fles insectenspray leeg in de kamer, waardoor ik vreselijk moet hoesten. Hij denkt dat er miljoenen muggen in de kamer zijn en dat hij wordt lek gestoken. Als hij die ochtend wakker wordt is hij oprecht verbaasd dat hij niet onder de bulten zit. 

 

Leuk  spul, die Malarone...


0 Berichten

Rondje Trawangan

Wat een rot nacht! Ik ben zo brak (en Gijs ook). Ik voel me nog steeds beroerd, maar toch gaan we vandaag een fietsje huren. 

 

Het begin stuk is heel fijn, de weg is hard en we komen langs leuke plekjes, maar al snel verandert het in zacht zand. Ik probeer er door heen te ploeteren, maar zelfs met een hoop gescheld wil het niet lukken. Dan maar wandelen. 

 

Dit is zeker niet erg, het eiland is super mooi. We komen een boom tegen die vol hangt met slippers, grote schelpen en verlaten strandjes. 

 

We doen ongeveer drie uur, met zwempauzes, over het rondje en daarna ben ik eigenlijk best gesloopt. We eten even snel wat, maar gaan dan snel terug naar het hutje. 

 

Ik vind het jammer dat ik niet meer van Trawangan heb kunnen mee maken, ik had wel zin in een feestje, maar helaas. Ik vind het wel erg vol met toeristen die zichzelf helemaal geweldig vinden, vooral de schreeuwerige groepjes macho mannetjes zijn vreselijk. 


0 Berichten

Eilandhoppen

We staan vroeg op en pakken onze tassen weer in. Het is tijd voor de volgende Gili, namelijk Air. Aan de ene kant vind ik het jammer, omdat ik niet veel van het feesten heb meegekregen, maar aan de andere kant ben ik de drukte en het 'You smoke weed?' ook wel zat. 

 

Het is tien minuten lopen naar de haven, die ik niet als haven zou herkennen als iemand ons hier niet naar toe had gewezen. Het is best logisch, want het zit tegenover Harbour Café... maar verder zijn er geen aanwijzingen dat je hier moet zijn voor de boot. 

 

Al vroeg is het heet en ook best druk bij het havengebouwtje. Gelukkig duurt het niet lang voor we de boot op kunnen, wat wel weer een beetje gestuntel is, maar ik kom heelhuids en droog het houten vaartuig in. 


Island View

We varen een rondje rond Gili Meno, de kleinste van de drie eilandjes, hier staan toch meer gebouwen dan ik van te voren verwacht had. Op Meno gaan we niet overnachten, maar varen door naar Air. Hier is het in ieder geval een stuk rustiger dan op Trawangan. 

 

Bij het strand waar we gedropt worden staan alweer een hoop jongens te wachten op de lading toeristen. Ze hopen dat je hier komt zonder dat je een verblijf geboekt hebt, ik vraag me af hoeveel mensen dit daadwerkelijk doen. Ik ben er in ieder geval niet dapper genoeg voor. 

 

Helaas pakken we een cidomo naar Island View, onze accomodatie. Ik wil eigenlijk niet, ik vind het echt sneu voor de paardjes die de hele dag heen en weer moeten hobbelen, weinig rust krijgen en vaak nog in de zon staan ook. Veel van de dieren hebben X  poten en wonden op hun knieën. Ze zien er niet goed uit. Het is echter wel (te) ver om te lopen en ik ben nog steeds beroerd, dus toch maar het wagentje in. 

 

We hobbelen over de zandweggetjes en opeens valt één van onze tassen van de wagen. We roepen tegen de bestuurder dat hij moet stoppen, maar dit hoort hij pas laat. Gijs springt van de wagen en rent terug om de tas te pakken. Nog wat gehobbel, gewiebel en gebons later verdwijnt het zandpad in een dun strookje en ineens rijden we tussen de koeien. Ik ben even verbaasd, maar het blijkt dat we bij Island View zijn aangekomen. 


Island View is geweldig. We worden direct begroet door een joviale man en we hebben twee superschattige hutjes, naast elkaar, tussen de palmbomen. Er is een buitenbadkamer, deze is echt heel tof! Het is alleen een beetje gênant dat ik nog 'last van mijn buik' heb en het toilet ook buiten is... 

 

Bij de bar, aan het witte zandstrand, gaan we een ananassapje drinken, heerlijk! Gijs en ik gaan daarna nog even aan het strand zitten. Het water staat laag en ik zit tussen het koraal, maar het is heerlijk. 


We huren twee mini fietsjes bij de bar en crossen naar de andere kant van het eiland. Het duurt niet lang of ik ben rood/bruin van het stuivende zand. We fietsen door een dorpje op palen, wat leuk is om te zien. Toch blijft het jammer dat je hier eigenlijk alleen maar tussen de andere toeristen zit. Het fietsen gaat hier wel een stuk makkelijker dan op Gili Trawangan. 

 

Een kwartiertje later komen we aan bij de barretjes aan de andere kant. We hangen wat rond, maar blijven hier niet te lang, we willen niet in het donker fietsen, dan raken we geheid de weg kwijt. Het lijkt onmogelijk, op zo een klein eiland, maar toch krijgen we het zelfs in het licht nog voor elkaar. Het begin stuk zijn we goed gefietst, maar toch komen we niet uit bij Island View. We zijn echt experts in verdwalen...

 

We zijn gelukkig wel voor het donker terug en kijken naar de ondergaande zon op het strand, echt heel erg mooi! Daarna gaan we met Max en Nanouk op zoek naar een restaurant wat zij die middag hebben gezien. In het donker lopen we over het strand. Gelukkig was Max zo slim om een lampje mee te nemen, want anders hadden we een probleem gehad. Over het strand lopen allemaal touwen waar de bootjes mee vast liggen. Dit is in het donker echt niet te  doen. 

 

Ongeveer twintig minuten later komen we bij Legend Bar, waar live muziek zou zijn. Hiervoor is het nog te vroeg, maar de band is aan het in spelen. We strijken neer bij een loungehutje en bestellen wat te eten. In plaats van mijn 'gewone' pasta, krijg ik pasta met pepertjes. Dit heb ik net te laat door, ik neem een hap en voel het branden in mijn mond. Ik krijg hier zo een buikpijn van, dat ik wel op het hurktoilet moet. Ik kan wel huilen. Het deurtje kan niet dicht en Gijs moet op wacht staan. Toch komt er een stom mokkel dat de deur bijna open rukt. Wat een mafkees. Ook Nanouk wordt niet lekker, echt zo knullig, maar binnen de kortste keren lopen we weer terug naar de hutjes. 


0 Berichten

Rust

Nanouk is al bijna een week niet lekker en zij besluit met Max naar de kliniek op het eiland te gaan. Gelukkig zit deze er sinds een jaar, anders zou ze naar Gili Trawangan of zelfs naar Lombok moeten gaan. 

 

Gijs en ik wachten even, maar als ze niet terug komen gaan we toch maar zwemmen. Met de fietsjes gaan we naar de andere kant van het eiland. Hier is het wel wat drukken, maar ook minder koraal. 

 

Bij het strand komen we Max en Nanouk weer tegen. Nanouk heeft een hele lading pillen gekregen, maar hopelijk voelt ze zich daar wel snel beter door. Ook ik ben nog veel beroerd, maar heb nog niet het idee dat ik naar de kliniek moet. Ik ben gestopt met de norrit, die het niet beter maakte. Later heb ik gelezen dat dit ook helemaal niet goed is als je aan de malaria tabletten zit. 

 

Wel neem ik ORS, wat zorgt dat je vocht vast houdt. Hierdoor voel ik me wel wat beter. 


Kareltje

Die avond gaan Gijs en ik over het strand naar Bintang Beach. Het is al weer donker en we horen de hele tijd geschuifel achter ons en naast ons. Het is echt vaag. Ik zeg tegen Gijs dat hij er op moet schijnen en we zien een klein rood katje over het strand rennen. Die zit achter de krabbetjes aan die vluchten voor onze zaklamp. Het is echt een schattig beestje, we noemen hem Kareltje en hij loopt helemaal mee naar Bintang Beach. Hij komt zelfs bij ons op het bankje zitten en eigenlijk wil ik hem mee naar huis nemen... (lees ook Cats of Gili)

 

Ik eet een klein beetje, maar wordt opnieuw misselijk. Het lijkt wel alsof ik alleen ´een lunch trek, ontbijt en avondeten zorgen voor krampen. We luisteren wat naar de jongens die even verderop gitaar aan het spelen zijn en kijken naar de vele krabbetjes die over het terras schuifelen, voor we terug gaan naar het huisje. 


0 Berichten

Snorkelen

Vandaag gaan we snorkelen! Dit lijkt me dood eng, maar ik wil het graag proberen. We fietsen naar de andere kant van het eiland en wachten tot we wat meer duidelijkheid krijgen. Er is niemand te bekennen en ik wordt er een beetje nerveus van. Opeens komt er een vrolijke man die zich voorstelt als de kapitein. We zijn de eerste en mogen flippers, een bril en snorkel uitzoeken.

 

Langzaam komen de anderen aan. Gelukkig zit ons bootje niet zo vol, we zitten samen met zes anderen in het vaartuigje. Het heeft een glazen bodem, waardoor we nog iets meer van het onderwaterleven mee zouden moeten krijgen. Ik zie er alleen niet heel veel door. 

 

 


Zeeschildpadden

De eerste snorkelstop ligt bij Gili Trawangan. We springen het water in en hopen op het beste. Dat blijkt niet al te best te zijn, zowel Gijs als ik verzuipen bijna. Mijn snorkel blijkt niet goed te zitten en loopt vol met water. Tijdens het spartelen kom ik ook nog eens in een stroming terecht, waardoor ik helemaal niet meer vooruit kom. Onze gids moet me redden... 

 

Hij sleurt me mee door het water, omdat hij schildpadden heeft gezien. Hij zorgt dat mijn snorkel goed zit en ik kan los. Het is bizar. Ik heb dit nog nooit gedaan, maar ik had ook nooit verwacht dat het zo gaaf zou zijn. De schildpadden zijn zo mooi, het lijkt wel een droom. Ik denk echt dat dit het tofste is wat ik ooit heb gedaan.

 

Nadat we een stuk of vijf van de beestjes voorbij hebben zien komen gaan we terug naar de boot. Het zwemmen gaat gelukkig al beter. We varen naar het volgende plekje bij Gili Meno. Hier is de 'Meno Wall', een afgrond onder water.  Dit is een beetje freaky, ineens wordt het donker  onder je. In mijn hoofd zie ik de haaien al uit het niets opdoemen en durf niet in de buurt van de afgrond te komen. Ik zie wel nog meer schildpadden. 

 

De gids pakt één van de schildpadden en tilt het dier boven water. Het diertje klappert wanhopig met zijn flippers. Gijs en ik kijken elkaar aan, maar gelukkig zegt de kapitein dat de gids het dier moet laten gaan. 'Not okay!' roept hij. 

 

De laatste stop voor de lunch mogen we zonder gids ronddobberen. Het is opnieuw prachtig, maar hier zie ik geen schildpadden meer. Wel grote scholen vissen in allerlei kleuren, grote paddenstoelen van koraal en prachtige lichtval. 


Turtle Sanctuary

Bij Gili Meno worden we het land op gelaten voor een lunch. Vanaf een hutje aan het strand zien we andere bootjes stoppen om te snorkelen. Als ik dit zie ben ik wel blij met het bootje waar wij mee varen, er liggen grote groepen mensen in het water te spartelen, het is geen gezicht. 

 

De lunch is oké, maar we proppen het snel naar binnen. We willen nog even kijken bij de turtle sanctuary, die ook op Gili Meno ligt. Dit hebben we al snel gevonden en het is zo leuk om te zien. Het zijn vier badjes, met in elk een andere leeftijdscategorie van de diertjes. Super schattig en natuurlijk een enorm goed doel! Lees meer in Bolong's Turtle Sanctuary.

 

Nog één stop na de lunch, dit keer bij Gili Air, vlak achter ons verblijf Island View. Het koraal was  opnieuw echt geweldig mooi. Een schooltje zwarte vissen schiet voorbij. Ik vind het echt jammer dan ik geen onderwatercamera bij me heb.


0 Berichten

Cidomo Maffia

Om half 8 in de ochtend nemen we afscheid van Max en Nanouk, zij blijven nog even op Gili Air, omdat Nanouk zich nog erg beroerd voelt. Gijs en ik gaan door naar Lombok. Helaas ben ik zelf ook nog ziek, maar we gaan het er op wagen. 

 

Met de cidomo, die ik nog steeds irritant vind, worden we naar de haven gebracht. Eenmaal daar, moeten we even wachten. Er wordt van alles in het Indonesisch omgeroepen en wij hebben geen idee waar het over gaat. Dit is misschien ook niet heel handig als er alleen maar toeristen zitten te wachten. 

 

 

We worden gehaald door een mannetje, die ons kaartje pakt, iets op het papiertje krabbelt en ons naar een bootje wijst. Het zal allemaal wel. Ik spring de boot in, val er bijna weer uit, maar blijf gelukkig nog net staan. Tien punten voor mij!

Eenmaal aan land weet ik even niet wat me overkomt. We worden overspoelt door cidomo mannetjes. Ik zie ze al staan en weet er om heen te glippen, maar een hoop toeristen komen in hun fuik terecht. Gijs loopt even achter me en weet ook weg te komen. Het voelt echt als een soort overval. Als ik bijna bij de weg ben, komt er toch een mannetje naar me toe. Hij hijst de tas van mijn rug en ik weet niet wat ik moet doen. Ik protesteer nog wat, maar dit heeft duidelijk geen zin.

 

Ondertussen is Gijs ook gepakt. De mannen beginnen tegen elkaar te schreeuwen, als ze merken dat wij bij elkaar horen. Dit is echt bizar. Mijn cidomo man wint en hij gaat met mijn tas naar zijn wagen. De andere man geeft ook de tas van Gijs af. We geven ons maar over aan deze vreemde situatie, net als de andere toeristen. Als we in de wagen stappen schreeuwt de man nog even over zijn schouder. 'Price is not included!'. Goh, alsof ik iets anders verwacht had, wat een opdringerige oplichterij zeg! Ik heb nog een grotere hekel aan deze mannetjes, als aan de bananenvrouwtjes op Bali!

 

Het is ook maar een heel kort stukje naar het Bunga Bunga café (deze naam is geen grap). Volgens mij rijden we dan nog om ook. Ik ben zwaar geirriteerd en ben beroerd. Bij het café moeten we best lang wachten. De ene groep na de andere wordt naar een taxi of busje geroepen. Uiteindelijk mogen we toch een wagentje in. 

 

Het uitzicht is heel gaaf, we zien de drie Gili's liggen vanaf de heuvels waar we door heen crossen. De rit naar Senggigi duurt lang en ik val zelfs even in slaap. Als we in het stadje aankomen weet ik ineens niet meer hoe ons verblijf heet. Paniek! Ik kan het toch nog in één van mijn krabbels terug vinden. We worden afgezet voor de deur van Sunset House. 


Sunset House

Bij de receptie worden we onthaalt door ontzettend vriendelijke mensen. De tassen worden aangenomen en even weg gezet, onze kamer is nog niet klaar. We hebben een wat luxer verblijf gekozen, zodat we goed uit kunnen rusten voor de Rinjani trektocht. Morgen zullen we de vulkaan gaan beklimmen in drie dagen tijd. 

 

We gaan bij het restaurantje zitten, dat direct aan het strand ligt. We krijgen een welkomstdrankje en er wordt iemand voor ons gebeld die de trektocht gaat regelen. 

 

Twintig minuten later staat er een ventje voor onze neus, hij zegt dat hij van John's Adventures is, het bureau dat we van te voren al hebben uitgekozen. Als we alles geregeld hebben, de chauffeur, het verblijf en de gids, krijgen we een bonnetje. Hierop zien we 'Anjani' tours staan. Heel vaag, we vragen er naar en krijgen een raar verhaal. De man gaat weg, we hebben ook al een aanbetaling gedaan. 

 

Het vrouwtje van de receptie komt haar excuses aanbieden, ze laat ziet dat ze de twee tours onder elkaar in haar telefoon heeft staan en ze heeft per abuis de verkeerde gebeld. Ze biedt nog aan om het recht te zetten, maar we laten het zo. 


Jasmine

De kamer 'Jasmine' is super mooi, met uitzicht op het zwembad, waar we snel induiken. Heerlijk! Ik ben nog steeds beroerd, maar het lijkt vandaag wel wat minder. Ik neem nog steeds de ORS en ik heb het gevoel dat dit de hele boel wat voorspelbaarder maakt. We doen het rustig aan, we hangen wat bij het zwembad, bij ons hutje en in het restaurant. De mensen hier zijn bizar vriendelijk, maar komen wel oprecht over. We kletsen wat met Wayan, die verteld dat hij eigenlijk naar Nederland zou komen om te studeren, maar dat de mensen die dit voor hem zouden regelen plotseling zijn overleden. Echt heel naar...


0 Berichten

Senaru

Onze grote rugtassen laten we voor een paar dagen achter bij Sunset House, hier komen we na ons Rinjani avontuur weer terug. We stappen in de taxi die ons naar Senaru gaat brengen. 

 

Drie uur en heel veel 90's nummers later komen we aan in het bergdorpje. We stoppen bij Restu, ons hele goedkope verblijf voor de komende nacht. Het stelt echt niets voor, een bed, douche en toilet, niets meer dan dat. Maar het uitzicht is heel gaaf. We kunnen de Rinjani zien liggen en even verderop de zee. 

 

 

Rames, een vrolijke vent, bakt een paar bananenpannenkoeken voor ons, voordat hij ons meeneemt op een tochtje naar de watervallen van Senaru


Rames

Als we bijna klaar zijn om te vertrekken, komt de eigenaar van het verblijf aanrijden. Hij komt bij ons zitten, wat me op de één of andere manier heel ongemakkelijk maakt. Ik vind het maar een vreemde vent. Hij biedt aan om ons, samen met Rames naar de watervallen te brengen. De man praat heel traag, alsof hij je in de zeik zit te nemen ofzo. Het is gelukkig maar een kort stuk rijden en dan zijn we van hem af. 

 

Rames is gelukkig wel een stuk gezelliger. Als we een lange trap aflopen om bij de grote waterval te komen, lacht hij ons uit als we met gezinnetjes op de foto moeten. 'For memory' zeggen ze er bij. Ik snap niet waarom, maar ik onderga het maar gewoon. 

 

De waterval beneden is heel gaaf, maar het is inderdaad wel wat druk. Het is zondag en dan komt de lokale bevolking ook naar de watervallen. Rames legt uit dat de grote waterval voor de mannen is, zo kunnen ze bewijzen dat ze echt heel stoer zijn. Ze staan onder de donderende straal, maar moeten zich wel omhoog houden door op een steen te leunen. De zachtere straal is voor de vrouwen en een derde straaltje voor de kinderen. 


We gaan verder op avontuur en komen geen mensen meer tegen. We lopen langs een irrigatiekanaal en komen uit bij een rivier. Hier sjokken we doorheen. Mijn slippers overleven het bijna niet, maar ik kan er nog op lopen. Een minuut of tien later komen we uit bij de volgende waterval. Deze is een stuk rustiger. 

 

Hier gaan we even zwemmen. Het water is koud, maar toch is het heel gaaf! Op een gegeven moment komt er een groep jonge jongens aan gelopen. Ze willen met me op de foto, super ongemakkelijk in mijn bikini, met een stuk of tien van de pubers die om en om naast me komen staan. Heel bizar. Even verderop liggen Gijs en Rames in een deuk...


Op de weg terug naar het verblijf gaan we door de irrigatiekanalen die in de rotsen zijn uitgehouwen. Het is wel een beetje eng, wortels steken uit het water omhoog en ik zweer dat ik vleermuizen hoor. Maar toch is het wel heel tof! Deze route is veel beter dan de heenweg, lekker rustig. We lopen over een rustig pad, langs een afgrond, als Rames ineens begint te schreeuwen. Even ben ik verbaasd, maar dan hoor ik dat er apen antwoorden even verderop in de bomen. 

 

Bij Restu eet Gijs wat, maar ik ben ondertussen weer beroerd geworden. Wat is dit vervelend, misschien had ik ook beter naar de kliniek kunnen gaan. Ik zie nu al op tegen het beklimmen van de Rinjani morgen... 


1 Berichten

Rinjani Fail

We zijn vroeg genoeg wakker om de zon op te zien komen. Ik ben beroerd en heb slecht geslapen. Ik wordt al naar bij het idee dat ik de vulkaan moet gaan beklimmen, maar ik moet! We hebben hier zo naar uit gekeken. 

 

Ik krijg niets naar binnen en ik hoop dat als ik niet eet, er ook niets meer uit gaat komen. We worden opgehaald door Nam, onze fanatieke gids. 

 

Gijs gaat met Nam en een hoop ananassen in de achterbak van een pick-up wagen zitten, maar ik duik voor in naast de chauffeur. Deze is niet erg spraakzaam en al snel kijk ik maar gewoon naar buiten. 


Een half uur later komen we aan bij het trekking center, waar we samen met een hoop andere ons moeten inschrijven, zodat ze weten dat we gezocht moeten worden als we niet op tijd terug komen. In een lange stoet lopen we door het droge gras. Het zand is rood en ruikt naar opgedroogde mest. Het is nu al bloedheet en ik kijk uit naar de bomen die even verderop staan. 

 

We lopen nog geen twintig minuten of ik wordt duizelig en begin te struikelen. Ik hoop dat dit snel over gaat, maar eenmaal tussen de bomen ben ik al gesloopt en begin over te geven. Dit  is niet goed... Ik zeg tegen Gijs en de gids Nam dat dit niet gaat lukken, ik ga wel terug nu ik nog kan. Gijs moet maar alleen verder gaan. Dit is een probleem. Iemand moet per se met mij terug naar Sunset House. Ik snap niet wat het probleem is. De weg terug naar het center is niet moeilijk te vinden en daar kan ik zelf wel een rit naar Senggigi regelen, maar hier gaan ze niet mee akkoord. 

 

Ik vind het zo erg, maar niet veel later lopen we terug. Ik ben alleen maar aan het janken en struikelen. Ik voel me zo ontzettend beroerd en vooral ook schuldig. Waarom dacht ik dat ik kon gaan? Ik had al een week amper iets binnen gehouden. 

 

De rit terug naar Sunset View heb ik alleen maar naar mijn schoot gekeken. Ze zijn heel verbaasd als we weer op de stoep staan, maar ze regelen gelijk een kamer voor ons. Ik breng een uur of twee in de badkamer door, het is nog erger dan eerder, zucht. Later in de middag maar even gaan zwemmen, maar dit is dan ook het enige dat ik die dag nog doe...


0 Berichten

Mataram Mall

Vandaag zullen Max en Nanouk ook aankomen in Sunset House, ze weten nog niet dat we de Rinjani niet aan het beklimmen zijn. 

 

We besluiten naar een winkelcentrum in Mataram te gaan, we hebben wat nieuwe spullen nodig, alles is vies en stinkt. En mijn slippers zijn inmiddels echt wel aan vervanging toe. 

 

In een gebouw dat me doet denken aan een ballenbak blijkt een fancy winkelcentrum te zitten. Volgens de taxichauffeur komen de mensen hier alleen maar heen om de roltrappen te gebruiken... Echt winkelen doen ze niet, hiervoor gaan ze naar de markt. 

 

Ze hebben hier wel wat high-tech speelgoed, auto'tjes verkleed als knuffeldieren, robotdieren die kindjes op hun rug dragen en meer van die rommel. Ineens moet ik toch naar het toilet, ik dacht dat ik wel weer wat opgeknapt was, maar helaas. De toiletten zijn zo smerig, niet normaal. De rest van het winkelcentrum is blinkend schoon, dan kan ik echt niet begrijpen dat ze dit dan weer zo verwaarlozen. 

 

Terug bij Sunset House kletsen we een beetje met Wayan, één van de jongens uit de bediening. Hij verteld van alles over het hindoeïsme en het leven op Lombok, wat een schattige vent!


0 Berichten

Jaffel

Vandaag ben ik weer wat opgewekter, mijn buikkrampen beginnen wat minder te worden en ik heb goed geslapen. Na het ontbijt zien we Max en Nanouk lopen, die hebben een rondje door Senggigi gelopen en zeggen dat er niets te doen is. 

 

Toch besluiten we ook maar een eindje te gaan lopen, ik wil toch het idee hebben iets te doen. We lopen over het zwarte zand strand. We komen uit bij rotswand, waar we niet langs kunnen zonder te moeten klimmen. Dat moet dan maar, Gijs gaat eerst op verkenning uit en zegt dat zelfs ik het kan. Ik glibber over de rotsen, maar blijf gelukkig staan. 

 

Aan de andere kant van de rotswand staan een hoop mensen te vissen. Een vervelende verkoper spot ons en wil ons een hoedje verkopen. De dag ervoor hebben we hem ook al bij Sunset House gezien en toen was hij ook heel koppig. Hij blijft ons maar achterna  lopen. Het is zo irritant dat we een restaurantje in vluchten. 

 

Eigenlijk moeten we de verkoper dankbaar zijn. We komen bij een tentje terecht waar ze jaffels verkopen. Een soort tosti maar met veel meer er op, zoals tomaat, ei en al die rommel. Ze zijn fantastisch! Gijs bestelt zelf een tweede.


Na de lunch, die bij mij gewoon binnen bleef voor de verandering, lopen we nog wat verder. We komen bij een pad, dat half is ingestort. Bij een soort stenen pier gaan we even zitten. We zien hier zwarte krabben op de rotsen die van de ene naar de andere springen. Ik wist echt niet dat krabben konden springen!

 

Even verderop zit een 'Art Market'. Ze verkopen grappige dingetjes en het is er heerlijk rustig. We struinen wat rond, kopen een Mandi, wat een traditionele handdouche is. Het is een soort houten opscheplepel. Eén van de vrouwtjes in Sunset House moet steeds lachen om mijn naam 'Miss Mandy hihihi Miss Shower'. 


Terug bij Sunset gaan we hangen bij het zwembad. Deze wordt net schoongemaakt. Al snel worden we belaagt door verkopertjes. Ze mogen het terrein niet op, maar het zwembad ligt aan het strand dus het personeel kan ze niet tegen houden. Ik wordt er helemaal gek van, hoedjes, vlammende portemonneetjes en ga zo maar door. We moeten nog wel wat souvenirtjes hebben voor een paar mensen. Als er een man langs komt met tolletjes, kopen we er een paar. Dit ontketend helemaal een overvloed aan verkopers. Een paar armbandjes met pareltjes kunnen we ook nog wel weg geven, maar daarna moeten we vluchten. Ze houden niet meer op!


0 Berichten

Sasak

Om negen uur worden we opgepikt door onze chauffeur van de dag. Vriendelijke Ana heeft deze voor ons geregeld. Ik moest haar even overhalen, ze vond het eigenlijk geen goed idee, omdat ik volgens haar nog te ziek zou zijn. Oprecht bezorgd, anders kan ik het niet noemen. Als ze de toer niet zou boeken, dan loopt ze zelf natuurlijk commissie mis, dus waarom zou ze het uit mijn hoofd proberen te praten? 

 

Onze eerste stop is een pottenbakkersdorp, hier maken ze vasen, schaaltjes, bakjes en ga zo maar door. In dit dorp beplakken ze de aardewerkjes met gekleurde eierschalen. Dit ziet er tof uit. Ik wil dit ook eens proberen. 


De volgende stop is een weversdorp. Onze gids verteld dat de Sasak bevolking allemaal een weefgetouw voor het huis hebben staan. Als een vrouw niet kan weven, dan mag ze niet trouwen.

 

Natuurlijk komt de rondleiding aan het eind uit bij een winkel. Max gaat hier helemaal los, hij koopt overhemden voor zijn vader, maar Gijs koopt nog een hoedje, voor bij zijn traditionele outfit. Ze zullen wel blij met ons zijn. We mogen ook nog even poseren in traditionele kledij. 


De volgende stop is een traditioneel dorp, maar ik geloof er eigenlijk weinig van. De gids doet net of de mensen hier daadwerkelijk wonen. Ik weet niet precies waar het aan ligt, maar het komt over als een set up. Toch is het leuk om te zien. Hier zie je ook weer de rijstschuren, waarop ons verblijf bij Sama Sama op Gili Trawangan gebaseerd is. 

 

De gids vertelt dat de vrouwen bij de Sasak de baas zijn. Zij slapen in het huis, terwijl de mannen buiten slapen. Voor de verandering komen we uit bij een winkeltje. Je zou er haast moe van worden. Toch kopen we wel wat, een rijstlepel... 

 


Kuta Beach

Max heeft op internet al gelezen dat bij Kuta Beach, de afsluiter van de dag, veel crimineeltjes rondlopen. Hele jonge crimineeltjes. Het schijnt dat je hier lastig gevallen en soms zelfs beroofd wordt door kinderen. Hier heb ik niet veel zin in. Als we worden afgezet bij een restaurant, lijkt het nog rustig. We eten een lunch en al snel zien we scooters met kinderen aan komen rijden. Gelijk beginnen ze te bedelen. We geven ze wel een centje en dan houden ze op. 

 

Toch zitten de verhalen me niet lekker en we besluiten de chauffeur te vragen ergens anders heen te gaan. De man lacht en verteld dat hij sowieso een veel mooier strand weet!


Mawun Beach

De chauffeur heeft gelijk. Het strand waar ons mee naar toe neemt is prachtig. En nog mooier, er zijn geen kinderen. We hangen op het strand, zwemmen een beetje en er is bijna niemand anders. Wel is er een vrouwtje die Max probeert uit te huwelijken aan haar dochter, maar Nanouk kan er nog net een stokje voor steken. Ik zou echt Kuta Beach laten voor wat het is en lekker naar Mawun gaan!

0 Berichten

Taman Mini Indonesia Indah

Het is tijd om Lombok achter ons te laten. Het voelt alsof de vakantie al voorbij is, we gaan terug naar Jakarta. Ik vind het jammer om weg te gaan bij Sunset House, maar we hebben voor de allerliefste personeelsleden een fooi achter gelaten. 

 

Om vier uur staan we klaar om te vertrekken, het zou anderhalf uur rijden zijn naar het vliegveld. Wij komen na drie kwartier al aan... het was natuurlijk hartstikke rustig op de weg. Het inchecken gaat weer hartstikke snel, ik denk omdat het binnenlandse vluchten zijn. 

 

 

Het is twee uur vliegen van Lombok terug naar Jakarta, maar omdat we ook nog door een tijdszone gaat, duurt het 'eigenlijk' maar een uurtje. We komen hierdoor al om acht uur aan. 

Ik heb echt helemaal geen zin in Jakarta. We pakken een taxi naar FM 7 Hotel, dat op tien minuten afstand van het vliegveld zou moeten liggen. Nu doen we er ruim veertig minuten over. Het is zo ontzettend druk op de weg. We rijden door een vage buurt met een hoop afval en mensen die tussen de auto's door wandelen. Zo schiet het inderdaad niet op. 

 

Door een hek met een beveiliger komen we ineens bij ons hotel terecht, beetje een vreemde locatie, maar achter de hekken merk je niets van de vreemde buurt. We worden geholpen door een piccolo met een kanariegeel pak aan. Onze kamer blijkt nog niet klaar te zijn en er is weer iets vreemds aan de hand. Door het gebrekkige Engels weten we alleen niet wat het probleem nu precies is. Het zal allemaal wel, ik heb koffie nodig!

 

De cappuccino is goed, hier knap ik toch wel wat van op. Na ongeveer een uurtje is onze kamer klaar. We hadden er eigenlijk niet veel van verwacht, maar het is een super nette kamer met een goed bed en een fijne douche. 


Omdat we nog een hele dag te besteden hebben gaan we naar Taman Mini Indonesia Indah (TMII), een park waar je Indonesië in het klein kunt bekijken. Het is bloedheet in de taxi en je wordt misselijk van het gassen en remmen, gassen, remmen, gassen, remmen, gassen, remmen. Max begint ineens te lachen en wijst op een sticker op het raam. "Je kunt het melden als de chauffeur roekeloos rijdt". Nog geen vijf seconden later... BAM. 

 

We zijn de auto voor ons geknald. Uiteindelijk was er niet veel aan de hand, geen schade volgens mij. De chauffeurs lachen en stappen allebei hun eigen auto weer in. 

 

Na twee uur zweten op de achterbank komen we eindelijk bij  het park aan. Gijs en Nanouk zijn toch wat wagenziek geworden. 


Stromende regen

Het park is niet helemaal wat ik er van had verwacht. Als ik mini hoor, dan denk ik aan een soort madurodam. Maar deze huisjes zijn helemaal niet mini, ze zijn gewoon op ware grootte nagebouwd. Het is wel tof om te zien, uit elk deel van Indonesië hebben ze de traditionele huisjes neergezet, soms ook met kleding en andere gebruiksartikelen. Ik moet zeggen dat het wel allemaal een beetje vergane glorie is en het park kan wel een opknapbeurt gebruiken.

 

Als we net een beetje rond hebben gekeken, begint het keihard te regenen. Niet miezeren, nee gewoon hozen. Dit hadden we nog niet echt gehad deze vakantie. We blijven eerst een beetje schuilen, maar op een gegeven moment ben ik het zat. Als het de hele dag blijft stromen, dan kunnen we  moeilijk blijven staan. 


Gijs en ik raken Max en Nanouk kwijt. Zij willen ergens aan de andere kant van het park wat eten, maar ik wil rustig het park verkennen. Al snel zijn we zeiknat als wij ook bij het restaurant aankomen, maar dit blijkt dicht te zijn en Max en Nanouk zijn nergens te bekennen. 

 

Elke eettent in het park is gesloten, niet echt handig...We halen maar wat pinda's maar zelfs die zijn niet te vreten. Ik wordt er een beetje chagrijnig van. We komen bij een Aviary en eindelijk stopt het met regenen.

 

Ik moet bekennen dat het vogelpark wel aardig is. De grote vogels vliegen los en zien er goed uit. Een aantal papegaaien in kleinere kooien langs de randen zien er minder fraai uit, maar over het algemeen lijken de dieren gezond en goed verzorgd. 


Onze volgende stop is het reptielenpark. Ga hier gewoon niet heen! Ik heb hier net zo een buikpijn aan overgehouden als aan de vogeltjesmarkt in Yogyakarta. Ik ga nog met goede hoop naar binnen, aangezien de vogels er redelijk uit zagen. Je vindt hier krokodillen en schildpadden in te kleine bakjes, slangen en kikkertjes in kooien met vloerbedekking en zonder verdere beplanting of schuilplekken. Een klaar laagje water moet de kikkers tevreden houden. Het meest nare vond ik de komodovaraan. Zo een bijzonder dier, in zijn eentje in een mini hok, met een achterlijk klein zwembadje. Het dier ligt daar echt te verpieteren...

 

Even verderop is een tentoonstelling te zien van opgezette dieren die volgens mij vanaf de opening in 1975 al te zien zijn. Ik heb me rot gelachen om de aftandse beesten die meer op roadkill lijken. 

 

We zijn het park wel zat en pakken een taxi terug naar het hotel. Deze doet er 'maar' twee uur over. Hongerig en moe zitten we in het restaurant. We eten wat en gaan al vroeg naar bed.


0 Berichten

De laatste dag...

Ik heb goed geslapen, gelukkig. We hebben besloten dat we Jakarta niet meer in gaan, wat we eigenlijk van plan waren. Ik heb last van mijn ogen van de smog. We blijven lekker hangen in het hotel, zwemmen een stukje en gaan in het stoombad. 

 

In de middag gaan we met de shuttlebus naar het vliegveld, waar we weer veertig minuten over doen, zucht. We hangen wat rond op het vliegveld en eten wat. Uiteindelijk gaan we om half acht met Garuda de lucht in. Het is toch wat minder comfortabel dan Etihad en niemand van ons kan echt zijn draai vinden. Slapen lukt dan ook niet echt. 

 

Rond half drie komen we aan op Abu Dhabi, maar gelukkig hoeven we hier niet nog eens acht uur te blijven. We moeten ons zelfs haasten naar de volgende gate. Het is echt een heel stuk lopen. 

 

Nu vliegen we gelukkig wel weer met Etihad en het vliegtuig is redelijk leeg. Nanouk heeft het mooi bekeken een gaat liggen op drie lege stoelen. In deze stoelen kan ik gelukkig ook wel een beetje indutten. Op de één of andere manier gaat de vlucht heel snel en voor ik het weet gaan we landen op Brussel Airport. 

 

Op het vliegveld wachten we op het shuttlebusje dat ons naar het Airport Hotel zal brengen, hier staat Max zijn auto op ons te wachten. Samen met een aantal andere mensen staan we klaar, maar het busje komt maar niet. Op een gegeven moment gaat Max maar eens bellen. Het duurt anderhalf uur voor het busje eindelijk komt en het is hier hartstikke koud. 

 

De chauffeur begint te bitchen dat wij op de verkeerde plek zouden staan. Dat is toch wel apart aangezien niet alleen wij hier staan, maar ook nog een stuk of acht anderen. Wat een eikel. Hij blijft hier ook maar over door gaan. Als we een kwartier later op de stoep bij het hotel staan, gaat Max snel zijn auto halen. 

 

Tijdens de rit naar huis heb ik eigenlijk alleen maar geslapen, heerlijk! Bij een tankstation halen we wat te eten en te drinken. Heerlijk gewone belegde broodjes en chocomel! Als we eindelijk thuis zijn ben ik zo blij om die stomme katten weer te zien. Gelukkig is dit wederzijds. 

 

Wel een beetje jammer dat het huis helemaal onder de vliegen zit, de oppas heeft de lege kattenvoerzakjes gewoon op de grond gegooid en het hele keukenraam zit vol smerige vleesvliegen... Als we onze tassen leeghalen komen hier een heleboel grote mieren uit, hier hebben we nog best lang last van gehad. Ze bleven maar komen. Uiteindelijk hebben we ze met een gifdoosje uit  moeten roeien, niets anders hielp. 

 

Wat is het fijn om weer thuis te zijn...


0 Berichten