Het is tijd om te vertrekken uit Bagan. Ik denk dat dit één van de meest bijzondere plekken is waar ik ooit geweest ben en ik zou hier nog wel een paar weken rond willen hangen en elke tempel uit willen kammen, maar helaas, onze tijd zit er alweer op.
Bij de receptie van Shwe Nadi wachten we op onze pickup. Ik dacht dat ik ondertussen wel geleerd had dat een pickup gewoon oppikken is en geen echte pickup truck. Deze keer zit ik er naast. Een wit wagentje stopt voor onze guesthouse en we moeten in de achterbak plaatsnemen. Het zit al aardig vol en aan de achterkant zit geen hekje of iets om je tegen te houden. Ik vind dit niet zo prettig, maar gelukkig stoppen we bij nog een laatste hotel om andere op te pikken die nu fijn achteraan mogen zitten.
Het is behoorlijk proppen, maar al snel zit iedereen. De mannen die erbij zijn gekomen vinden het duidelijk ook niet heel tof en zitten verstijfd als we veel te hard over de snelweg crossen. We worden naar een busstation gereden waar een grote bus voor ons klaar staat.
Iets later dan verwacht vertrekken we. Het uitzicht is deze rit niet heel indrukwekkend. Af en toe rijdt de bus wat langzamer en gaat één van de bijrijders uit de open deuren hangen en geeft wat geld af bij een tolhuisje. Best komisch.
Wanneer we aankomen in Mandalay gaat alles ineens heel raar. We worden afgezet op het busstation, onze tassen worden uit de bus gegooid. Het is bloedheet en ik heb geen idee waar we heen moeten. We hebben betaalt voor een rit tot aan het hotel en ik begrijp even niet wat er allemaal verwacht wordt. Even verderop staat een pickup auto, dezelfde als in Bagan, maar die zit stampvol. Ik ga echt niet achterin zitten en half uit de wagen hangen. Ondertussen staat er een horde taxichauffeurs om ons heen. We kijken om ons heen, maar zien geen andere auto staan, andere toeristen die bij ons in de bus zaten nemen ook een taxi. Ik ben hier al snel klaar mee en we vragen hoeveel het is om ons naar het hotel te brengen. Ik vind het prima en we gaan met hem mee.
Ik ben gelijk al blij als we de hitte van het busstation verlaten en in de auto stappen. Nog geen tien minuten later staat we voor Hotel A1, de chauffeur vertelt ons al dat het een goed hotel is. Dat is fijn om te horen. Het ziet er ook goed uit. We lopen de receptie binnen, dit is wel erg netjes, vooral aangezien wij nog onder het zand zitten van Bagan en het busstation. We krijgen een welkomstdrankje, top! Dan laat één van de baliemedewerkers ons de kamer zien. Dit is netjes en ik denk dat ik hier prima ga slapen.
We gaan een blokje om, ik ben bang om te verdwalen, dus we houden goed in de gaten waar we zijn. Ik moet zeggen dat ik Mandalay een behoorlijke domper vind vergeleken alle andere plekken waar we tot nu toe geweest zijn. In Yangon had je tenminste nog een beetje sfeer, maar hier vind ik er echt niets aan. Er wordt constant naar je geroepen of je een taxi wilt, bloedirritant. Wanneer we een blokje om zijn geweest, besluiten we toch even terug te gaan naar het hotel en daar in het restaurant op de vijfde etage een sandwich te eten.
Ondertussen kijk ik op internet naar restaurantjes in de buurt. Er is een Ginki, net als in Nyaung Shwe! We besloten er heen te gaan lopen. Op het moment dat Gijs en ik ergens heen besluiten te lopen, gaat het meestal mis. Op zich ging het deze keer goed. Alleen kwamen we bij de snelweg aan en stonden midden in een soort sloppenwijk. Er hing geen nare sfeer, zoals we in Jakarta hebben ervaren, dus echt zorgen maakte ik me niet. We lopen door het station, waar ook een hoop mensen blijkbaar overnachten. Er hangen waslijntjes met kleding overal.
Het blijkt natuurlijk weer een eind lopen niet normaal, maar uiteindelijk komen we inderdaad bij Ginki terecht en dat zonder te verdwalen! Ik ben trots op ons. Het is hier echt relaxt. Je voelt niet meer dat je in een grote stad bent ennnnn hier zijn de eerste chille stoelen van de vakantie. Eindelijk lekker zitten. We bestellen een biertje en avondeten, het smaakt heel goed. Natuurlijk heb ik binnen vijf minuten weer een kat gevonden waar we niet meer vanaf komen. Het is echt een dotje en dat wordt dan ook haar naam.
Op de terugweg nemen we wel een taxi. We wilden eigenlijk nog blijven, maar toen we een biertje bestelde, hoorden ze dit weer als de rekening.., Dit blijft een dingetje. Als we bijna bij het hotel zijn, wordt onze taxi stop gezet door een stel militairen. De taxichauffeur lacht, dus ik probeer me geen zorgen te maken, maar ik wordt er best benauwd van. Met een zaklamp schijnen ze naar binnen en onder de stoelen. Ook de achterklep moet er aan geloven en wordt uitgeplozen. Geen idee waar dit over gaat, maar blijkbaar is alles in orde en we mogen weer doorrijden.
We gaan nog even naar de nachtwinkel en maken het eigenlijk net even te laat...
We zijn vrij vroeg wakker, maar Gijs voelt zich niet goed en blijft nog even liggen. We zijn net op tijd voor het ontbijt, dat ook op de vijfde etage van het hotel als een buffet wordt geserveerd. Goed geregeld!
Ondanks dat we gisteren al weer veel gelopen hebben, besluiten we vandaag opnieuw de benenwagen te nemen. We willen naar het keizerlijk paleis lopen, dat ongeveer net zo ver weg zou zijn als Ginki.
Onderweg stoppen weer alle vervelende taxichauffeurs, maar we blijven nee tegen ze zeggen. Laat ons toch eens met rust! We zijn al snel bij het paleis, het lijkt wel een stuk sneller te gaan als gisteren.
Het paleis en het meer en er om heen zijn gigantisch, het lijkt alsof we er zijn, maar we moeten nog kilometers lopen. Gelukkig kunnen we een beetje verscholen lopen zodat we niet de hele tijd worden aangesproken. Wanneer we bij de eerste toegangsbrug komen blijkt deze te zijn gesloten. We worden naar de volgende gewezen. Zucht, moeten we weer een pokken eind lopen. Na minimaal een uur komen we bij de volgende brug. Je raadt het nooit, maar ook deze is afgesloten... Irritant.
We sjokken weer verder en onderweg komen we van alles tegen. Vrouwtjes die wachten bij de bushalte tot er een bus voorbij komt en dan door het raam van alles aan het verkopen zijn. Een rat en een eekhoorn die samen genieten van een restje rijst en we zien een hele hoop nonnetjes. Het duurt even voor ik door heb dat de in het roze gehulde kinderen geen jongetjes zijn, maar meisjes. De nonnen worden hier net als de monniken gewoon kaalgeschoren...
Ondertussen begint de moed mij een beetje in mijn slippers te zakken, het is echt heel ver lopen. En toch blijven we stug doorlopen. Uiteindelijk komen we dan ook terecht bij de enige ingang (van de vier) die open is. Er staan een hoop militairen, die hun geweren al klaar hebben. Dit voelt wel een beetje ongemakkelijk. We melden ons bij een huisje, waar we geregistreerd worden en zelfs één van onze paspoorten moeten afgeven. Ik vind dit niet echt een fijn idee, maar het zal wel goed zijn. Voor de ingang hangt een bord met wat je allemaal niet mag doen. Je mag alleen het pad naar het paleis volgen, geen foto's maken en ga zo maar door.
De weg binnen de muren van het paleis is opnieuw weer ellenlang, hopeloos. Er komt een man bij ons lopen die in het Birmees begint te kletsen. We maken hem duidelijk dat we geen idee hebben waar hij het over heeft, maar hij blijft maar doorgaan. In het begin is dit grappig, maar na tien minuten begint het een beetje irritant te worden. Hij volgt ons naar het paleis en gaat mee naar binnen. Daar weten we hem af te schudden.
Het paleis vind ik echt niet de moeite waard. De replica die in Bagan te zien is, was veel mooier. We lopen een kort rondje, maar besluiten al snel weer weg te gaan. We lopen sneaky weg, zodat de rare man ons niet ziet vertrekken en opnieuw zal meelopen. Dit lukt en de terugweg is een stuk rustiger. We spreken wel af dat we niet meer ons paspoort zullen afgeven, dan gaan we maar niet naar binnen. Ik wordt er heel onrustig van.
Ik ben een vreselijk persoon, maar ik heb er echt de balen van, ik ben zo chagrijnig door dat stomme paleis. Ik ben moe en mijn voeten doen pijn. We besluiten naar Ginki te gaan, dat is hier niet ver vandaan.
We eten hier lunch en avondeten. Ik zit eigenlijk de hele tijd te schrijven, ik moet mijn reisdagboekje nog bijwerken vanaf Nyaung Shwe. De mensen zijn hier zo lief om zelfs een lampje te komen brengen, echt super tof! Ook Dotje is er weer en komt volop aandacht vragen.
Gijs voelt zich nog steeds niet lekker, heel vervelend. Pas rond twaalf uur gaan we op pad. Mandalay is niet echt onze stad, maar we proberen er nog het beste van de maken op onze laatste dag. Als eerste willen we ontbijten en gaan naar Bistro 82, wat goede scores heeft op Tripadvisor. Wat is dat duur, niet normaal! Duurder dan het eten in Nederland. Bekijk het maak. We drinken wat en maken dat we wegkomen.
Vandaag willen we naar Mandalay Hill en onderweg komen we BBB tegen, dit zijn betere prijzen en ik heb ook over deze tent gelezen op internet. Het eten is hier ook echt goed!
We zijn echt heel irritant, zelfs na de ervaring van de dag ervoor, gaan we nu nog steeds lopen. Uiteindelijk komen we uit bij het grootste boek ter wereld.
Het grootste boek ter wereld vind ik een beetje tegen vallen. Er staan een hoop pagode achtige huisjes, met daarin grote blokken steen met daarop het verhaal van Buddha. Het maakt het wat minder indrukwekkend omdat je er niet in de buurt kunt komen, maar misschien ligt dit aan mijn humeur.
We besluiten de pagode op Mandalay Hill te bezoeken en vragen een taxichauffeur. Ik heb niet eens zin om hierin te onderhandelen en voor een redelijke prijs brengt hij ons naar boven. Als ik merk hoe lang het duurt om naar boven te komen ben ik wel blij dat ik niet eigenwijs ben gaan lopen!
De taxichauffeur zet ons af bij een gebouw met allemaal lange roltrappen. We zijn duidelijk niet de enige die besloten hebben naar de pagode te gaan. Onze schoenen gaan uit en de tas in, het zichtbaar bij je dragen is al niet respectvol. We komen uit bij een chagrijnig mannetje (die past bij mijn humeur) en betalen entree geld. Hij zegt tegen me dat ik geen foto's mag maken, maar de hele pagode is vol mensen met lensen van 3 meter lang, ik denk dat ik hem verkeerd heb verstaan.
Ik loop een beetje rond als ik ineens Gijs kwijt ben. Die is aangeklampt door een monnik, de jonge Sam. die wil graag zijn Engelse taal oefenen en heeft Gijs uitgekozen als project. Hij spreekt het al aardig, maar zelf wil hij graag nog een echt Engels accent aanleren. De bezoekers van de pagode vinden Gijs en Sam blijkbaar een heel interessant stel en zetten ze continu op de foto. Ik wordt hier heel ongemakkelijk van en sluip voorzichtig weg en loop een beetje rond.
De zon gaat langzaam onder, maar de andere toeristen staan te dringen om het beste plekje te veroveren. Dit gaat me een beetje te ver, de zon gaat elke dag weer onder, daar hoef ik mensen niet voor te porren met mijn ellebogen. De pagode zelf is echt wel heel mooi, met veel spiegeltjes en edelstenen. Ik ga op een eindje afstand weer bij Gijs en Sam staan. Sam verteld dat hij niet uit Myanmar komt, maar uit een regio in China en dat hij inmiddels wel goed Birmees spreekt, maar dat het wel echt een lastige taal is. Zijn volgende doel is dus het leren van Engels, zodat hij op een dag leraar kan worden in deze taal. Heel schattig.
De zon is inmiddels onder en de rest van de bezoekers zijn al weg. We nemen afscheid van monnik Sam (en ik van de kat die ik natuurlijk weer ontdekt heb) en gaan weer op weg naar beneden. Dit is echt een doolhof in het donker. Ik strooi nog wel even wat as van mijn moeder uit op Mandalay Hill. Ik wilde dit eigenlijk niet, omdat ik Mandalay niet echt kon waarderen, maar dit is toch wel een ontzettend tof plekje.
We lopen een heel stuk naar beneden. Ik rol nog een stukje omdat ik keihard onderuit ga. Gelukkig kan ik hier wel om lachen. Aan de voet van de heuvel besluiten we een taxi te nemen naar MinglaBar, een restaurant met typisch Myannarinese gerechten. We worden hartelijk welkom geheten en al snel staat onze tafel vol met allerlei gerechten, het één wat smakelijker dan de ander. Het is in ieder geval erg veel! Halverwege het eten valt de stroom uit, maar binnen een minuut staat de generator al weer te loeien.
Deze avond maken we het niet laat, het is de laatste avond in Myanmar en de volgende dag vertrekken we weer. Op naar Pyin Oo Lwin!
De hele nacht is er muziek en zang geweest in het klooster een straat verderop, weer een slechte nacht gehad. Ik wordt er (letterlijk en figuurlijk) een beetje moe van. We pakken onze tassen in en kletsen nog wat met Koko, die ons wat tips geeft voor onze volgende bestemming, Ngwe Saung. De taxi naar het vliegveld van Mandalay is al onderweg.
Een klein mannetje met feloranje haar en baard komt aangereden. Hij spreekt niet meer woorden Engels dan "camera" en "nice view". Maar Koko regelt nog even dat we bij een paar mooie plekken onderweg zullen stoppen.
Het mannetje rijdt met zijn hand op de toeter en af en toe wil ik deze er wel af rammen. Ik snap het gewoon niet, dat getoeter de HELE weg. We stoppen inderdaad bij een aantal viewpoint, zoals Koko heeft gevraagd. Hier kan ik maar weinig van het uitzicht genieten, omdat ik met de lokale bevolking op de foto moet.
Wanneer ik denk dat we er zijn (airport road), duurt het nog ruim een half uur voordat we bij het vliegveld aankomen. Onderweg zie ik het meest zielige hondje van de hele vakantie. Het dier is verlamd aan zijn achterpoten en sleept zichzelf voort over de scherpe stenen, door de brandende zon, ik ben blij dat Gijs net even de andere kant op kijkt, maar zelfs maanden later moet ik nog aan dit beestje denken.
Veel te vroeg zijn we op het vliegveld. Hier kletsen we wat met een meisje uit Zwitserland, dat op weg is naar het Noorden van Myanmar. Wij hebben gehoord dat je hier niet heen mag, maar zij zegt dat haar vriendin daar al een paar weken geleden is aangekomen. Heel jammer! Dit had ik ook wel willen zien.
Een paar uur later gaan we inchecken. Er komt geen paspoort aan te pas... In de gate zien we het Zwitserse meisje weer, haar vlucht heeft vertraging, maar uiteindelijk mag ze nog met een andere vlucht mee. Ook onze vlucht heeft vertraging, maar gelukkig maar een half uur. Ik heb ergere verhalen gehoord. In de gate staat een lang, Birmees meisje die veel bekijks trekt. Gijs denkt dat ze van The Voice of Myanmar is. Geen idee of dat klopt, maar ze staat met de hele gate op de foto en is duidelijk een beetje geïrriteerd.
Na drie kwartier landen we al op Yangon en het is even wachten op de bagage. De andere reizigers staan als een stel gieren op de koffers te wachten. Het slaat nergens op, je koffer komt vanzelf, dat duwen en trekken heeft echt geen nut. Op het vliegveld lopen we naar de tourist info punt, maar zij kunnen ons niet helpen aan bustickets naar Ngwe Saung. Ze wijzen ons naar een andere tourist info, maar hier krijgen we hetzelfde antwoord. Heel irritant, het hele infopunt slaat nergens op.
Buiten vragen we het aan een taxi chauffeur. Die zegt dat er geen bussen meer gaan. Ik weet dat dit onzin is, want ik heb een paar uur naar de vertrektijden zitten staren toen ik een zitplaats probeerde te boeken. Een andere chauffeur komt ons helpen. Hij snapt niet wat de andere nou uit zijn nek zit te zwetsen en hij rijdt met ons naar een van de boekingskantoortjes in het centrum
Het is enorm druk onderweg en we nemen een aantal keer een shortcut. De chauffeur stopt in een drukke straat en ik zie inderdaad een uithangbord van Golden Star Express, hier heb ik online proberen te boeken. De taxichauffeur gaat met ons mee naar binnen om er zeker van te zijn dat het goed gaat. En ja hoor, binnen no time hebben we tickets voor de rit die om tien uur vertrekt...
We bedanken de taxichauffeur een keer of duizend en gaan op zoek naar wat te eten. Dit wil niet echt lukken, we lopen maar komen geen enkel eettentje tegen. Dan maar terug. Onderweg gaan we even zitten en drinken wat, maar hier ga ik echt niets eten, het ziet er zo smerig uit. Het is enorm benauwd in Yangon en ook vreselijk druk. Met onze grote tassen komen we bijna niet door alle voetgangers heen. We besluiten bij het kantoor van Golden Star Express te gaan zitten en halen wat te eten en drinken bij een supermarktje.
Wanneer de ene na de andere bus aankomt, wordt het allemaal wat verwarrend. Er wordt in het Birmees omgeroepen, maar niets in het Engels. Er zijn ook maar weinig toeristen die de bus nemen blijkbaar, maar volgens mij worden we wel gewaarschuwd als het zo ver is. En ja hoor, uiteindelijk worden we aangetikt. De bus staat voor ons klaar. In Yangon zelf stoppen we bij nog een aantal haltes, maar al snel gaan alle lichten uit en kan ik niet meer lezen. Dan maar proberen te slapen.
Even wordt ik nog wakker om gebruik te maken van een toiletstop om een uur of twaalf, maar verder slaap ik eigenlijk best goed. Op die keer na dat de persoon achter me vol in mijn gezicht grijpt bij het opstaan. Waarom?
Om drie uur worden we grof wakker geschud, we zijn op onze bestemming. Ik begrijp er niets van, tegen ons is gezegd dat we pas rond half zeven aan zouden komen! Nu staan we midden in de nacht al op de stoep. De eigenaar van de guesthouse is niet echt blij als we hem wakker maken. Hij geeft aan dat het helemaal vol zit, maar dat we wel op de hangmatten aan de achterkant van de guesthouse mogen slapen. Ik vind het prima!