Haastig hebben we de laatste spullen bij elkaar gepakt. Gijs vraagt een keer of vijftien of ik echt de paspoorten en tickets bij me heb. Elke keer moet ik dat dan controleren, zodat ik het echt zeker weet.
Om zeven uur staan Max en Nanouk voor de deur. We gooien de backpacks in de achterbak en gaan! Op naar Brussel!
De rit gaat echt snel en net na het donker komen we aan bij Hotel Brussel Airport. Hier zal de auto van Max blijven staan, ze gaan hem zelfs voor hem wassen! Bij de receptie krijgen we te horen dat we een upgrade hebben gekregen, heel fijn. De kamer is echt mooi, maar wel een beetje awkward. Er zit een glazen want tussen de badkamer en slaapkamer, wel met een strook matglas, maar toch zit ik hier niet zo relaxt op het toilet...
Het eten is ook prima en met grote pullen bier luiden we de vakantie in!
Na het ontbijtbuffet zijn we met de pendelbus naar het vliegveld gereden. Ineens wordt ik super nerveus, met zweethanden en alles er op en er aan. We laten onze rugtassen sealen en gaan naar de incheckbalie.
Ik moet zeggen dat ik het vliegveld van Brussel enorm verwarrend vind, niets staat echt goed aangegeven. Bij de balie zijn we in ieder geval van onze bagage af. Nadat we de tickets hebben gekregen, kom ik erachter dat we onze transfer tickets niet hebben gekregen voor de vlucht van Abu Dhabi naar Jakarta. Eerst een uur wachten bij de info balie en vervolgens weer naar het meisje bij de incheckbalie. Een beetje irritant. Gelukkig ben ik nu wel van de stress af, nu ik ook de transfer tickets in mijn hand heb.
Het is hier ook enorm druk, of het lijkt zo doordat alles wat kleiner oogt dan ons vertrouwde Schiphol. Ook bij de security is het weer lang wachten, die vervelende mensen die niet goed lezen en bijvoorbeeld hun riem nog om hebben of hun telefoon nog in hun broekzak, heel hinderlijk!
Het vliegtuig was heel relaxt, met lcd schermen in de stoelen voor je en genoeg beenruimte (voor de verandering). Je kunt uit een hele waslijst aan films en series kiezen, of een potje tegen elkaar dammen. Als het tijd is voor de lunch, krijgt Gijs als eerst zijn veggie maaltijd, dat is wel een voordeel van vooraf doorgeven wat je wilt eten, je krijgt altijd als eerste en het lijkt net even lekkerder, al moet ik zeggen dat ik het eten van Etihad toch best goed te doen vind.
Een aantal films, een broodje en wat spelletjes op de Nintendo later gaan we landen op Abu Dhabi. Ik vind het wel tof dat je kunt mee kijken op het scherm hoe de wielen de grond raken.
Wanneer we het vliegtuig verlaten met de trap, schrik ik van de hitte. Het is alsof er een föhn hete lucht op me blaast en dat terwijl de zon al onder is. Ik begin uit elke porie te zweten, zelfs op plekken waarvan ik niet wist dat ik er überhaupt kon zweten.
We hebben behoorlijk lang de tijd op Abu Dhabi en we besluiten van het vliegveld af te gaan. We halen een visum bij een chagrijnig mannetje en mogen de stad in. Bij een pinautomaat kunnen we op de één of andere manier niet pinnen. Alle vier onze bankpassen worden weer uitgespuugd, terwijl ze allemaal op wereldpas zijn ingesteld. Gelukkig hebben Max en Nanouk er wel aan gedacht om "losse" Euro's mee te nemen en konden we dit inwisselen voor Dirhams.
Buiten lopen we naar de bushalte, het is wel bizar om de hoeveelheid mannen met arafat (keffiyeh) sjaals en vrouwen met burqa's te zien. Max weet ons te vertellen dat de kleuren van die sjaals staan voor waar ze vandaan komen. De rood-witte bijvoorbeeld wordt voornamelijk in Jordanië gedragen en de blauw-witte in de Verenigde Arabische Emiraten. In Turkije is het verboden om de keffiyeh te dragen! Dan zou je PKK steunen.
Nanouk en ik moeten voorin de bus plaatsnemen, terwijl onze mannen achterin gaan zitten. Dit voelt ongemakkelijk. Op de één of andere manier had ik hier niet aan gedacht. Ook wanneer we aan de chauffeur vragen hoe ver het centrum weg is, worden we afgesnauwd en pas later bedenken we dat dit misschien niet op prijs wordt gesteld. Oeps...
Na een dik half uur was er nog geen centrum te ontdekken en de chauffeur durfde we niet meer te vragen. We zijn maar uitgestapt in een straat waarvan het lijkt alsof er wel iets te vinden is. Dat blijkt niet het geval en we besluiten maar gewoon naar de Subway te gaan. Hier wordt een vrouw halverwege haar maaltijd door haar man weg geroepen. Ze mag niet eens haar broodje opeten.
Ik wordt een beetje naar van deze stad. Ik vind het lelijk, het is bloed en bloed heet, ik voel me ongemakkelijk bij het verschil dat hier is tussen man en vrouw. Het lijkt wel of ik een beetje last heb van een cultuurshock, ik had hier niet op gerekend bij een tussenstop, maar ik wil eigenlijk alleen nog maar terug naar het vliegveld! Gelukkig ben ik niet de enige...
De rit terug lijkt wel twee keer zo lang als de heenweg, maar uiteindelijk strijken we neer bij een broodzaak die comfortabele stoelen heeft. Althans dat denken we. Wanneer we er een paar uur op zitten wordt dat wel minder. We spelen kaartspelletjes en proberen wat te slapen.
Hoe warm het buiten is, zo koud is het binnen. Er is niet te ontkomen aan de airco, ik krijg er gewoon een loopneus van. Ondertussen moet ik wel een beetje denken aan die film 'The Terminal' met Tom Hanks waar in hij vast zit op het vliegveld omdat zijn land niet meer bestaat.
Ik had nooit kunnen vermoeden dat ik in één weekendje naar het Belgische Gent zou veranderen in een ware superheld. Voortaan zal ik door het leven gaan als SuperMan(dy).
Het begint allemaal met een idee van Nanouk. Zij had geen zin om haar verjaardag in het pitoreske Lelystad door te brengen en bedacht een plan. We zouden met zijn vieren Gent onveilig gaan maken. Daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen!
Ze had een tof hostel uitgezocht, vlak bij het centrum (hierover in een volgend artikel meer). Helaas kunnen we bij aankomst niet inchecken. Er is niemand bij de receptie of elders te bekennen. Ongeduldig als we zijn, kunnen we niet wachten. We gooien onze bagage weer in de auto en gaan alvast naar het centrum. Het is nog best een wandeling vanaf het hostel. Ik schat bijna twintig minuten lopen. Hier heb ik normaal echt geen problemen mee, maar het was nu wel echt heel erg koud.
Nadat we een paar biertjes hebben weg gewerkt en wat hebben gegeten lopen we terug naar het hostel. Hopelijk kunnen we nu wel inchecken.
We lopen weer terug door de ijzige wind als ik op een brug twee mensen zie worstelen. Het ziet er vreemd uit, maar dan zie ik dat het een vrouw is die op de grond ligt en dat er een vent aan haar jas staat te trekken. Ik twijfel geen moment en ren op de twee af. In mijn hoofd speelt het intromuziekje van The A-Team zich af.
"Laat haar met rust" roep ik tegen de man. Hij kijkt me aan en ik schrik. Het is een lange dunne kerel, met smerig slierterig haar en een ingevallen gezicht. Er zit geen tand meer in zijn mond, maar het speeksel druipt over zijn kin. Een junk.. Ik had het kunnen weten. Even denk ik dat hij me iets zal aandoen, maar hij ziet de andere drie er ook aan komen en besluit te gaan lopen. Op zijn gemak stapt hij richting het centrum.
De vrouw zit op de grond te krijsen. Ik wil haar gerust stellen en leg mijn hand op haar schouder. Ze draait zich naar me toe en ik schrik weer. Ook zij heeft geen tand in haar mond en speeksel schuimt in haar mondhoeken. Ze heeft een hoop korsten in haar gezicht en ook hier is geen twijfel over... nog een junk. Snel trek ik mijn hand terug, maar probeer haar nog steeds een soort van te kalmeren. Ze blijft krijsen en ik kan er geen touw aan vast knopen. Er verschijnt een andere 'getuige'. Hij gaat snel zijn fiets halen om achter de man aan te gaan. Hij weet blijkbaar te vertalen dat haar huissleutels zijn gejat door de gast en dat ze bang is dat hij het huis leeg trekt. Hoe hij dit kan maken van het geloei dat er uit de vrouw komt, ik heb werkelijk geen idee, maar knap is het wel. Al snel fietst hij de straat in waar de mannetjes junk in is verdwenen. De politie wordt gebeld door een volgende getuige en deze staan heel snel bij het bruggetje. Zij kennen de twee wel.
De agenten gaan naar het huis van de vrouw om te kijken of ze de kerel kunnen onderscheppen. De kwijlende vrouw is nog steeds aan het jammeren. Ik weet niet zo goed wat ik er mee aan moet. Een minuut of vijf later komen de agenten weer aanrijden. Er wordt uitgekeken naar de man en zij gaan met de huilende vrouw in gesprek. Als duidelijk is dat de nieuwste held van Gent niet meer nodig is piepen wij er snel tussenuit om te gaan inchecken in het hostel.
En zo, jongens en meisjes, wordt je dus de held van de Gentse Junks ;)
Zoals al beschreven in het artikel over mijn heldendaad zijn we met de verjaardag van Nanouk een weekendje naar het Belgische Gent geweest. Zij had een super leuk verblijf geregeld. Treck Hostel , een soort indoor camping met allerlei thema caravans in een grote hal. Nanouk had (vermoedelijk met voorbedachte raden) Gijs en mij de graffiti caravan gegeven en zij ging met Max in de Hawaii Waikiki caravan. Stiekem vind ik die van ons toch veel leuker.
Na onze aankomst in Gent zit er niemand achter de receptie en kunnen we zo snel ook geen ander personeel vinden. We gooien de tassen nog even in de achterbak en gaan het centrum in.
Over Hostel Treck
De toiletten zijn schoon, de douches netjes en er is het één en ander als vermaak geregeld. Zo staat er een pingpongtafel waar de jongetjes zich goed bezig kunnen houden. In de Treckbar kun je een biertje halen en wordt 's ochtends het ontbijtbuffet klaar gezet. Dit is echt een goeie. Chocoladebroodjes, een eitje en oneindig veel plakjes kaas en ham. Het enige waar ik droevig van wordt is natuurlijk de koffie. Nadat ik het gezicht van Nanouk zie als zij een slokje neemt, durf ik het niet meer aan en ga wel aan de thee.
Langs het water lopen we richting het centrum, althans dat hopen we. We bekijken de woonbootjes en zien dat er in één van de schepen ook een hostel zit. Even zijn we jaloers, maar dan schiet ons te binnen dat Nanouk vreselijk last kan hebben van zeeziekte. Geen strak plan en we zijn weer content met ons sleurhuttenhostel.
Een kleine twintig minuten later zijn we in het centrum. We klagen steen en been over onze bevroren vingers en duiken snel een kroeg in om op te warmen. Het is café De Dulle Griet. Het is druk, maar we kunnen nog aan een hoge bartafel zitten. We bekijken de kaart, en dit duurt wel even want we kunnen uit 500 biertjes kiezen. De kroeg is gezellig, de muren hangen vol en overal klinkt gelach. Aan het plafond hangt een mand met schoenen. Even later valt me op dat aan één van de tafels een groepje mensen zit, die een schoen mist. Zij krijgen deze pas terug als zij hun gigantische bierglas leeg hebben.
We openen officieel het weekend met een Gentse Strop. Stroppendragers is een bijnamen voor de Gentenaren. Deze bijnaam hebben zij te danken aan een dappere actie in 1540. Zij weigerden extra belasting te betalen voor een oorlog. Keizer Karel liet hen vervolgens met een strop rondlopen, omdat hij vond dat ze het verdiende om opgehangen te worden. De strop is hierdoor het symbool voor de weerstand tegen tirannie en misplaatste autoriteit geworden, volgens de website van de Gentse Strop zelf. Toch best een mooi verhaal! Ik ben voor de Rebelse Strop gegaan. Dit biertje zou door de Brettgist een eigen leven gaan leiden na het bottelen, vandaar de naam. De mijne heeft volgens mij het goede pad gekozen en smaakte me goed.
Inmiddels hebben we de smaak te pakken. We willen nog niet terug de kou in en kiezen uit het boekwerk nog een biertje. Het is feest en Gijs en ik gaan voor wat duurdere exemplaren van brouwerij De Molen: Hel & Verdoemenis en Bommen & Granaten. De Molen staat bekend om zijn experimenten, waar bijzondere biertjes uit voort komen. Eerlijk gezegd, vond ik mijn Hel & Verdoemenis shockerend vies, maar dat ligt aan mijn smaak. De toffeesmaak brachten herinneringen terug naar het chocoladebier dat ik in Tsjechië heb gedronken, bah!. Stiekem wissel ik het om met de Bommen & Granaten van Gijs. Die kan ik wel goed weg krijgen.
Nadat we MET onze schoenen nog aan de Dulle Griet weer verlaten vinden we het tijd worden om naar het hostel te gaan om in te checken. Max heeft dit ook een keertje of twintig aangegeven. "Het zou fijn zijn om in te gaan checken. Ik wil toch wel graag inchecken. Eigenlijk moeten we nu maar eens gaan inchecken". Sjokkend gaan we door de kou richting het hostel. Toch maken we nog een tussenstop bij de friettent, waar we een portie vlaamse frieten weg werken. Gelukkig, hierdoor had ik waarschijnlijk genoeg krachten voor mijn heldendaad met de junkies.
Na een typisch Gents hapje maken we het centrum onveilig. We genieten op een plein van een concert dat in een huis zonder gevel plaats vindt en warmen ons op bij de vuurkorven die op het plein verspreid staan. Op onze to do list staat de Trollekelder. Een cafe in een 15e eeuws gebouw. In plaats van uren rond te dwalen, lopen we er zo tegen aan! Bizar! De kelder is gezellig druk en opnieuw hebben we keuze uit een enorme kaart. Maar liefst 200 biertjes staan in het boekwerk dat ze een drankkaart noemen. Na een aantal L´Arogante, heel typisch aangezien ik al zo een vijf uur aan het opscheppen was over mijn heldhaftige actie van die middag, houden we het voor gezien en besluiten op te warmen in het hostel. De jongetjes doen een spelletje en Nanouk en ik duiken ieder onze sleurhut in. Ik was bang dat ik het koud zou hebben die nacht, maar niets is minder waar. Het was bloedheet in de caravan!
Heb je deel 1 over mijn heldendaad en deel 2 Gent-astic al gelezen?
Verassend genoeg is het nog steeds koud! Na een lekker ontbijtje bij Hostel Treck in de Treckbar checken we uit en gaan het centrum onveilig maken. Eigenlijk wil ik naar kasteel Gravensteen, maar ik vind het echt te prijzig. We besluiten het niet te doen en gratis door de straten te dwalen.
Bij een bruggetje bedenk ik me dat de hanger met as van mijn moeder nog in mijn tas zit. Die moet hier ook nog uitgestrooid worden. Ik haal het gelijk uit mijn tas en dump wat in het water.
Bij een tentje slokken we wat warme chocolademelk op en kunnen er weer even tegen aan. Als we op een pleintje lopen zien we mensen een kerk in gaan. Meestal trekt mij dit niet zo, maar het is zo koud dat we besluiten ook een kijkje te gaan nemen. In 1093 is de Sint-Jacobskerk ontstaan, vermoedelijk toen nog een houten gebouw, maar in de 12e eeuw werd er een stenen gelegd en sindsdien is de kerk steeds verder gegroeid.
Natuurlijk kunnen we Gent niet verlaten zonder een wafel te halen. Veel te machtig, maar wel erg lekker.
Dit jaar kwam Nanouk met het idee om naar het Belgische Leuven te gaan en dit vonden Gijs en ik natuurlijk een ongeleuvenlijk leuk idee! Op een zaterdag iets over tienen staan Max en Nanouk voor onze deur om ons op te halen. Het wordt een rit van bijna 3 uur, maar gelukkig hebben we er allemaal zin in.
Leuven wordt al sinds de prehistorie bezocht. Er zijn voorwerpen gevonden van 130.000 jaar voor christus. De eerste vast woonplekken ontstonden rond 3500 voor christus. Sindsdien is er veel gebeurt met de stad, zo kwamen de Romeinen, werd het even een Oostenrijkse stad, pikten de Hollanders het in en werd het in de wereldoorlogen gebombardeerd.
Leuven is een heuse studentenstad. De universiteit hier is de oudste van de Lage Landen. Het wordt ook wel de bierhoofdstad van België genoemd. Dit door de hoeveelheid bierbrouwerijen. Ooit zaten er 56, maar dit is wat geslonken. Echter zit de grootste bierbrouwerij van de wereld wel in Leuven, de Stella Artois brouwerij van ABinBev. Volgens mij is dat laatste alleen al een goede reden om de stad te bezoeken.
We hebben kamers geboekt in het Ibis Budget Hotel Leuven Centrum. Het is makkelijk te bereiken en maar vijftien minuten stappen van het centrum, aldus de receptioniste. De kamers zijn simpel, een bed, wastafel, toilet, douchecabine en een kleine tv. Ik vind het niet erg, de tv vond ik al luxe. Maar wat ik wel vervelend vind zijn de vreselijk kleine kussentjes. Die dingen slaan nergens op. En ook is het toch wat gek dat er geen wc-borstel aanwezig is. Niet zo fraai..
De echte reden voor onze komst zijn de kerstmarkten in Leuven. We waren dit jaar ietwat laat met het plannen en in veel andere steden was alles al volgeboekt. Toen kreeg Nanouk deze bestemming in het oog. Dit jaar is de dertigste keer dat de kerstmarkten in de stad worden gehouden. Het Ladeuzeplein, waar de markt van oudsher staat, wordt op het moment verbouwd. Hier staat deze keer een provinciaalse markt, met allerlei worsten, kazen, makarons en soepjes. Ook de gaafste draaimolen ooit! In de vorm van een kerstboom en de cabines zijn de kerstballen. Ik had bijna zelf een kaartje gehaald.
De rest van de kerstmarkt is dit jaar verhuist naar het Sint-Donatuspark, een vijf minuten verderop. Het is jammer dat de meeste kramen geen houten hutten zijn, maar witte tenten. Voor mij neemt dat toch een hoop van de sfeer weg. We schuifelen door het andere publiek, halen raclette, champignons en gigantische broodjes worst, terwijl we de koopwaar bekijken. Ik heb de meest bijzondere kerstballen voorbij zien komen, prachtige lantaarns en gave 'foute' kersttruien. Nanouk kwam in de verleiding om een houten zonnebril (typisch iets voor op de kerstmarkt) te kopen. Voorzichtig vraagt ze aan de verkoper wat de prijs is. 'Die is 98 euro mevrouw' zegt de man hoopvol. Helaas, dat gaat hem niet worden en snel smeren we hem weer.
Leuven schijnt vol te staan met streetart. Eigenlijk was er een plan om hier naar op zoek te gaan, maar vanwege lekkere biertjes is dit er niet helemaal van gekomen. Ik ben wel wat werkjes tegen gekomen. Op het Ladeuzeplein is een gigantische gespietste kever te zien, die je bijna niet kunt missen, al verliet Nanouk het plein bijna zonder het grote groene insect te zien. Het is een geschenk van de KU Leuven aan de stad, ter ere van de 575ste van de school.
Ook kwamen we de schattige schildering van het (ik denk) ijsetende 'Crème Beer' van Waldorf Claw tegen. De volgende keer als ik naar Leuven ga, dan kom ik met een missie: Meer street art opsporen!
Leuven is een gave stad, soms waande ik me echt in een combinatie tussen Disneyland en de Efteling en dat kwam niet alleen door de kerstverlichting. Zo heb je de Sint-Pieterskerk op de Grote Markt, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst te vinden is.In de 8ste eeuw zou hier al een eerste versie van de kerk gestaan hebben. Het gaat dan wel om een houten exemplaar. Vanaf 1400 is begonnen aan de bouw van de huidige kerk. Het gebouw heeft in de twee wereldoorlogen veel te verduren gehad. In de eerste brandde het dak af en in de tweede werd het gebombardeerd, waarbij een deel verwoest werd.
Ook aan de Grote Markt ligt het mooiste gebouw van Leuven, naar mijn mening en ik denk ook die van veel andere. Dit is het stadhuis, een van de bekendste gotische stadhuizen ter wereld. De Leuvenaren hebben het stadhuis in Brugge als voorbeeld genomen en zijn met het idee aan de haal gegaan. Maar liefst 149 beelden van patroonheiligen, heersers, geleerden, kunstenaars en bijbelse figuren sieren het gebouw. In 1439 is voor het eerst begonnen met het bouwen en in de perioden daarna is er steeds meer bij gebouwd en verbetert. De beelden zijn er zelfs tussen 1849 en 1880 neergezet. Het is echt een gaaf bouwwerk, die nog sprookjesachtiger wordt door de gekleurde lampen in de ramen en de kerstlichtjes rond de torens.
Natuurlijk moeten we in Leuven wel een Stella Artois nemen, ten slotte wordt het bier in deze stad gebrouwen. Dit kun je bijna niet over het hoofd zien. Je rijdt waarschijnlijk bij het binnen rijden van de stad al langs de brouwerij (wij in ieder geval wel) en bij zo een beetje elk café hangt er wel een uithangbord met het rode schild er op. Dit biertje is in 1926 als een kerstbiertje op de markt gebracht. Stella is Latijns voor ster. In de jaren is het biertje wel wat minder bitter geworden, verteld Wikipedia mij.
De Pauwel Kwak, of gewoon Kwak, vind ik de ontdekking van het weekend. Het biertje is erg lekker met zijn 8.4% en er zit een leuk verhaal achter het typische glas, die je hieronder ziet. Dit ontwerp is in de tijd van Napoleon ontwikkelt voor koetsiers. Zij mochten hun koets niet onbeheerd achterlaten en om toch meer biertjes te kunnen verkopen is het koetsiersglas bedacht. De houten houder wordt aan de koets bevestigd en het glas er in gehangen. Door de bolle onderkant valt het glas niet om en kan er ook mee gereden worden. Nanouk heeft voor ons een exemplaar van de barman afgetroggeld.
Na ons avontuur in café Belge zijn we gaan eten bij Grand Café De Hoorn wat ons (Max en mij) een leuke tent leek, maar wat achteraf wat te saai bleek. Na vijf potjes met knoflookzoutjes verorberd te hebben (waarvan er drie van een andere tafel zijn gejat) was het tijd voor de burgers. Ik vond mijn Smokey behoorlijk saai en was het na een halve burger al weer zat. De frietjes waren wel erg lekker! We zijn hier ook niet heel erg lang blijven hangen, vooral niet omdat ze ons niet wilden vertellen waar we de knoflookzoutjes konden kopen.
Een beetje verdwaalt kwamen we bij een rockabilly feestje waar we enthousiast naar binnen liepen en enthousiast door de portiers werden gestopt. 'Hebt u ene tieket?' vroeg de zweterige man. 'Een wat?' vroeg Nanouk verbaast. 'Ene ticket, voor entree?' antwoord hij geïrriteerd. Oohh een entree kaartje... Gelukkig zijn we allebei blond... Als we vragen hoe duur deze zijn blijken ze €16 te kosten. Uhm, laat maar...
Even verderop komen we op een ander soort kerstmarkt, met een hoop alternatieve mensen, bier en vuurkorven. Even warmen we hier op met een ijskoud biertje in ons hand. Dan krijg ik plotseling buikkramp. Daar zat ik nou net op te wachten. Met een tussenstop bij de supermarkt, maak ik dat ik terug kom in het hotel. Ik geef de hoeveelheid vlees van die dag de schuld. De volgende keer moet ik hier echt beter op gaan letten...
Toch ben ik wel een beetje 'In Love With Leuven'. De sfeer was fijn. Het was er gezellig druk, maar we konden overal nog een zitplek vinden en werden niet verdrukt op de kerstmarkt. Het disneystadhuis wil ik nog 1000 x op de foto zetten en ik heb al wat doelen voor een eventueel volgend bezoek!
Er was eens... een idee van Nanouk. Volgens mij kan ik zo een beetje al mijn artikelen zo gaan beginnen, het begint allemaal met een idee van Nanouk. Om haar verjaardag te vieren wil ze een weekendje naar Brussel en natuurlijk vinden wij dat een goed idee.
Zaterdag om 9.45 uur staan ze voor de deur. We werken nog even een bakkie koffie naar binnen en stappen de auto in. Nog geen vijf minuten later draaien we weer om, Gijs is zijn bril vergeten. De rit naar onze zuiderburen gaat zoals gewoonlijk vlug. We klieren wat en pesten Max, ook dit is eigenlijk een standaard geworden.
Voordat we naar ons hostel voor de nacht gaan, maken we een stop bij het Atomium, wat toch wel een erg lastig te onthouden naam is (Anetomium, atenomium, planetarium en atenamenoponium). De zilveren bollen zijn een stuk groter dan ik had verwacht en eigenlijk vind ik het er best gaaf uitzien. Het monument is neergezet vanwege de wereldtentoonstelling in 1958. De bollen zijn een uitvergroting van de kristalstructuur van ijzer.
Naar binnen gaan we niet, de bollen zijn gesloten vanwege onderhoud aan de lift. Diep van binnen zijn we ook te gierig om hier €15 per persoon voor neer te leggen. We maken wat selfie's (okay volgens Max zijn het we-fies omdat we er samen op staan) Gijs vind er weer eens geen 'bal' aan en we maken dat we weg komen.
We rijden door naar de wijk Schaarbeek, waar ons hostel ligt. Op het dak is al te zien waar de naam Train Hostel vandaan komt. Een groot treinstel is hier geparkeerd. Ik zou wel willen zien hoe ze dit gedaan hebben... We gaan naar binnen en worden begroet door een man die me aan de komiek Jochem Myjer doet denken. De vrolijke vent checkt ons in. Ondertussen zijn de jongens het hostel al aan het verkennen. Max en Nanouk hebben een kamer in het bijgebouw en wij in het hoofdgebouw.
Wij hebben een 'gewone' kamer, maar je kunt ook een kamer in een wagon kiezen. Ons was dit even wat te prijzig. Onze kamers zijn ook heel leuk gedaan en voor €56 per nacht, plus daarbij toeristenbelasting van €2.20 per persoon, vind ik het best meevallen. Natuurlijk kan het goedkoper, maar dan heb je geen wagon op het dak van je verblijf....
Eigenlijk hadden we net zo goed samen op een kamer gekund, er is plek voor zeven personen. Gijs is al snel de bedden aan het ombouwen tot banken. Ik had geen idee dat dit een optie was. "Ik heb ervaring met treinen" roept hij trots, ik vermoed om indruk te maken. Max en Nanouk komen al snel langs om onze kamer te checken. Deze verschilt niet veel van die van hen en we besluiten de rest van het hostel onder de loep te nemen. Het is echt heel leuk opgezet, om elke hoek kom je wel een plattegrond of treinonderdeel tegen. De pronkstukken zijn natuurlijk de wagons op de daken, tof bedacht!
We verblijven in de wijk Schaarbeek, een stukje uit het centrum. Gelukkig ligt het hostel naast het station (en museum Train World, voor de liefhebbers). Voor €2.20 per persoon kopen we een enkeltje naar het centrum. Even zijn we in de war. Het hoofdgebouw wordt verbouwd en het is niet echt duidelijk waar we nu heen moeten. Uiteindelijk lopen we maar gewoon een oudere vrouw achterna en dit blijkt een goede zet. Nu nog uitvogelen welke trein we moeten hebben en hoe laat deze komt. Ze zijn hier niet zo van de informatieverschaffing, maar de trein blijkt al over een paar minuten te komen. Een rit van een kwartier en twee stationnetjes staan we al weer op het centrale station. Dit is echt bizar klein. Volgens mij is het station van Almere Centrum nog groter.
Als we naar buiten stappen zien we een menigte even verderop. Nanouk en ik trappen gelijk op de rem. Waar zijn we nu weer in belandt. Een grote groep mannen staat te schreeuwen. We zien een politieman rennen en het lijkt een onrustig gedoe. We ontdekken wat vlaggen en horen de naam van de Turkse president Erdogan voorbij komen. Het zijn Koerden die aan het demonstreren zijn. Ik krijg kippenvel van het gezamenlijke geschreeuw, eerlijk gezegd vind ik het echt angstaanjagend. Ik besluit niet de held van Brussel te gaan spelen en we zoeken een andere uitgang om de massa te vermijden. Dit lukt niet. De andere uitgang is gesloten en de laatste optie zorgt dat we juist midden in de demonstranten belanden. We besluiten te kijken hoe we zo snel mogelijk en zo ver mogelijk om de groep heen kunnen komen. We lopen weer naar buiten en de gasten zijn weg. We horen ze nog wel, maar we kunnen zonder gedonder onze weg vervolgen. Ze staat nu even verderop, bij een plein met hun vlaggen te zwaaien. Max weet later te vertellen dat het verder een rustige demonstratie is geweest.
Niet ver van het centrum vind je de Grote Markt. Dit plein staat op de Unesco Werelderfgoedlijst en het is dan ook vol met mensen die staan te fotograferen. Het is zijn ook wel erg fotogenieke gebouwen die rond het plein staan. De glanzend gouden elementen lijken elke dag te worden opgepoetst.
Het stadhuis van Brussel is een gotische gebouw van zandsteen. De toren van 96 meter hoog is 's avonds prachtig verlicht. Ik heb een miniatuurtje van het bouwsel meegenomen als souvenirtje voor mijn verzameling.
Het grauwe Broodhuis vind ik het mooist, zonder al te veel gouden poespas. In de 13e eeuw stond hier een houten hal waar de bakkers hun brood verkochten. Tegenwoordig is het een museum over de stad Brussel. Het gebouw komt uit de 19e eeuw toen deze bouwstijl hip was.
Verder zijn er nog een hoop oude gildehuizen te vinden, waar de oorsprong terug gaat naar de 13e eeuw. Wel zijn ze een aantal keer herbouwd en gerestaureerd. Brussel is niet ongeschonden gebleven tijdens de vele akkefietjes die de Europese geschiedenis rijk is.
De striproute stond op mijn to do lijstje voor dit weekend. de bekende Belgische stripfiguren zijn meters hoog op de muren van Brusselse gebouwen geschilderd. Er word gesproken over een 'route' maar dit heb ik helaas niet kunnen ontdekken. Ik hoopte op bordjes of een kaart waarop een wandeltocht staat aangegeven, maar helaas (of ik heb dit over het hoofd gezien). Gelukkig kom je tijdens het rondstruinen ook genoeg van deze gigantische kunstwerken tegen.
Het beroemde plassende ventje, Manneke Pis, is natuurlijk HET symbool van Brussel en misschien zelfs wel van België. Het bronzen beeldje is 58 cm hoog en staat in een fontein eeuwig zijn blaas te legen. Het is een stuk ouder dan ik dacht. Al in de 15e eeuw wordt de naam Manneken Pis genoemd. Het huidige beeldje zou al uit 1619 komen, met ook weer de nodige ongeregeldheden. Zo is hij betrokken geweest bij een bombardement en is regelmatig gejat door grapjassen. Het is druk rond de fontein, iedere toerist wil het Manneken bekijken. Wat me erg irriteert is dat mensen er minutenlang voor blijven staan, alsof ze het Manneken niet willen delen. Maak een paar foto's en zout op! Maar helaas zo werkt dat niet. Aangezien ik zelf natuurlijk ook een toerist ben, werk ik me met mijn ellebogen door de menigte en maak snel een paar foto's.
Manneken is niet alleen in de fontein te vinden, maar overal in de stad in de souvenirwinkeltjes. Van miniatuurtjes, tot gekleurde versies op ware grote. Zelfs in de sexshop zie je een Manneken in een lederen bondage outfit.
Max en Nanouk brengen Gijs en mij naar het Delirium Café, wat in 2004 een wereldrecord behaalde door maar liefst 3126 biertjes aan te bieden. Een enorm aanbod, waar ik onmogelijk uit kan kiezen. Het is een vreemd café, dat van het ene gebouw doorloopt in het ander. Het is er druk en als we een plek bemachtigd hebben blijkt dat het er riekt en we zitten ook nog eens op de tocht. Als Max en Nanouk vier biertjes besteld hebben, gaan we op zoek naar een ander plaatsje. Ergens een trap op en we komen terecht in een bijna lege ruimte, met veel lege tafels. Even lijkt het alsof we een ander café in zijn gelopen, maar ook dit is nog onderdeel van het Delirium Café. Ik raak er een beetje door in de war.
Het Delirium Tremens biertje dat voor me staat ken ik al langer, ook in Amsterdam heb je Delirium Café's. Alleen al door het logo (roze olifantje) ben ik fan. Het biertje is gebrouwen door Brouwerij Huyghe dat vanaf 1906 bestaat. Het Delirium biertje is het meest bekende. Je hebt niet alleen het blonde biertje Delirium Tremens, maar een hele serie, zoals de Nocturnum, Red en Agentum. Daarnaast wordt bij de Huyghe Brouwerij ook Floris, La Guilloutine en mijn geliefde Mongozo gebrouwen. Het roze olifantje is door heel Brussel te vinden. Overal staan parasols, maar ook bij de slijterijen staan de schappen vol met het logo.
Vanwege de populariteit van het plassende jochie Manneken Pis, besloten winkeliers in 1985 om ook in hun winkelstraat, de Getrouwheidsgang, een plassend kind te plaatsen. Dit keer een hurkend meisje dat achter een traliehek geplaatst is in de straat van het Delirium Café.
De stad zelf schijnt er niet blij mee zijn. Het zou smakeloos zijn. Maar waarom een plassend meisje smakeloos is, maar een piesend joch dan zo een beetje het symbool van Brussel en België is, dat ontgaat mij totaal.
Jeanneke schijnt wel een discussie opgeroepen te hebben, ook over de andere beelden in de stad. Hoewel Jeanneke een idee was van de eigenaar van de meeste horeca tenten in de steeg, om meer toeristen te lokken, schijnen de beelden van de belangrijke vrouwen in de stad op een lager voetstuk te staan dan de mannelijke helden...
Het is tijd om wat te gaan te gaan eten. We lopen tegen een prachtig gebouw aan met de naam 'Drug Opera'. We besluiten het hier te gaan proberen. Het is verwarrend en druk. De bediening is druk met van alles, behalve wat zij mijn inziens horen te doen, namelijk klanten helpen. Ze komen pas in actie als wij naar de bovenste verdieping willen gaan. Dat is blijkbaar niet de bedoeling en de dames zijn behoorlijk geïrriteerd. Misschien hadden ze ons uit zichzelf een plekje kunnen aanwijzen, maar goed, nu wijst een bijzonder chagrijnig exemplaar naar een tafeltje. En wat voor één. Een gammel ding, midden in een gangpad. Nanouk spot een betere plek ergens in een hoek, met banken. Aangezien zij bijna jarig is, mag zij de baas spelen, dus braaf lopen we achter haar aan.
Ik dwing haar wel om de mosselen te eten zodat ik een grapje in dit artikel kan maken. "The Mussels From Brussels". Bij deze. Ik hou het op een veilige kipspies, ik wil niet weer buikpijn krijgen en kip valt nooit zo zwaar. Het is niet geweldig. Ook Gijs zijn pizza en Max zijn lasagne zijn niet echt aan te raden. Wel hebben we enorm veel lol met onze bierglazen. Met veel hysterisch gegiechel zijn we onze restaurantgenoten tot overlast. We besluiten niet te lang te blijven hangen en rekenen snel af.
Als we op zoek gaan naar ons vermaak voor die avond komen we erachter dat onze maagjes nog rommelen. Misschien hadden we nog een toetje moeten nemen? Nee, natuurlijk niet!! We zijn in België! Dan hoort er een wafel bij. Als we in een drukke straat komen, die wel vol lijkt met de wafelkramen, horen we Klara With Guitar, een vrolijk zingend meisje, die van mij wat euro's in haar koffer gegooid krijgt. Ik hou van straatartiesten.
Bij een wafelkraam wachten we geduldig tussen de geur van warme wafels en meer lekkers tot we onze smakelijke dessert aangereikt krijgen. Gelukkig wil Gijs er één met me delen. Zo een ding voor mijzelf kan ik niet meer aan.
Na het verorberen van onze wafels lopen we tegen onze volgende stop aan: De Ierse pub O'Reilly's. Hier hadden we een flyer van zien liggen in ons hostel. Het is vrij druk en we besluiten de eerste verdieping te proberen. Als we een vrij tafeltje vinden blijken we pal voor het tv-scherm te zitten waar voetbal op wordt uitgezonden. Het Engelse gezin waar we het uitzicht voor verpesten zit hier niet op te wachten. Na een stoelendans gaan wij op hun plek zitten en zij op het onze, om na een minuut of tien weer ergens anders plaats te nemen omdat de DJ besluit voor het beeld te gaan kloten. "That music guy is a prick!" zegt de oudere vrouw stellig en ze verdwijnen om de hoek. Ondertussen genieten wij van een Carlsberg en maken er een gezellige avond van. Mocht je hier ooit terecht komen, let op de code die op je bonnetje staat... Dit is de code voor het slot van het toilet in de kelder. Het is niet chill om hier met een volle blaas voor een dichte deur te staan...
Al snel nadat we de pub verlaten gaat het mis. We dwalen wat rond en zijn ineens Max kwijt. Het begint ook nog eens te miezeren. De doler is nergens te bekennen (een stuk of 7 oproepen gemist), maar uiteindelijk krijg ik hem aan de lijn. Hij is naar het station gelopen, maar dat blijkt dicht te zijn. Zo laat is het nog niet, maar we hadden een taxirit terug naar het hostel al ingecalculeerd.
Gelukkig vinden we al snel een chauffeur die ons naar Schaarbeek wil brengen. Een beetje aangeschoten probeer ik goed in de gaten te houden dat we niet opgelicht worden. Ineens zie ik €144,- op de teller staan. Luid begin ik te protesteren, tot ik er op wordt gewezen dat er ergens een punt staat... €14.45. Oeps. Ik zie de taxichauffeur lachen, terwijl hij een minuut of tien geleden nog alleen Frans sprak. Nog €4,- later staan we voor ons hostel. Ik probeer nog een biertje te drinken en gezellig te doen, maar ik donder al snel in slaap. Gijs en Nanouk hebben nog een lokale kroeg onveilig gemaakt.
Veel te laat wordt ik wakker. Eigenlijk moeten we om elf uur uitchecken en Nanouk wekt ons om tien voor. Snel gooi ik wat paracetamol naar binnen en ga douchen. Gijs is er erger aan toe, maar ook die weet zich uiteindelijk toonbaar te maken. Ondertussen is er al een schoonmaakster binnen gelopen en heeft de Jochem Myjer receptionist al op de deur geklopt.
Als we daadwerkelijk klaar zijn om weg te gaan bieden we onze excuses aan. "Hebben jullie het naar je zin gehad?" vraagt hij opgewekt. "Absoluut" antwoorden we. "Daar gaat het om" zegt hij vriendelijk en neemt onze keycard aan. Ik vind het echt een tof hostel en zeker een aanrader. Het enige nadeel is dat het niet in het centrum ligt. Maar met de trein en eventueel met de taxi ben je er zo en het is niet zo dat je dan direct je budget verspilt hebt.
We gaan met de auto richting het centrum om te ontbijten. De toko die Max heeft uitgezocht is overvol, maar aan de overkant lijkt een leuke tent te zitten 'Berlin Fabrik'. De cappuccino is goed en de burger die ik voorgeschoteld krijg is heerlijk. Als je in de buurt bent, zeker binnen lopen!