Om 6.45 begint onze wekker weer te loeien. We moeten er uit, we trekken vandaag weer verder. We gaan naar het stadje Mestia, waar ik best veel zin in heb. Het is klote weer, maar gelukkig is het redelijk droog als wij met onze rugtasjes de deur uit stappen. We moeten naar het busplein om een marshrutka naar Mestia te pakken.
Het busplein is best ver weg en we besluiten een taxi te zoeken. Bij de fontein even verderop heb ik gisteren een hoop taxi's gezien. We hebben daar inderdaad geluk. Voor 10 GEL worden we naar het busstation gereden. Het is echt wel een lange rit. We dachten gisteren nog wel dat we dat even zouden gaan lopen. Dat was echt een keiharde kneuzenbeurt geworden.
Bij het busstation koop ik een kaartje bij een balie (dat is voor het eerst sinds we hier in Georgië zijn aangekomen) en we geven onze rugtassen af. Deze worden vakkundig, maar toch hardhandig, vastgemaakt op het dak. Ik verbeeld me elke keer weer dat er onderweg eentje afvliegt.
In totaal zitten we met 20 mensen in het busje, de chauffeur meegerekend. Ongelooflijk hoe veel mensen er in zo een wagen passen. Na een half uurtje hobbelen moeten we stoppen. Er komen wel erg donkere wolken aan en de bagage moet worden afgedekt door een zeiltje. Niet veel later barst het inderdaad los. Ik moet er niet aan denken dat ik in Mestia zou zijn aangekomen met een doorweekte rugtas...
Onderweg komen we langs de boerderijtjes, blauwe riviertjes en groene bergen. We stoppen halverwege voor een korte lunch. Het is fijn om even de benen te strekken. Bij het lunch-hutje loopt een suïcidale hond. Hij rent als een idioot blaffend achter auto's aan en probeert hun wieldoppen er af te bijten. Dit moet een keer mis gaan, maar ik hoop van harte dat het niet gebeurt als ik toekijk.
Het is zo een 6 uur rijden van Kutaisi naar Mestia en opeens zien we de typische wachttorens opdoemen. Het voelt alsof we een filmset oprijden. Bij de hoofdstraat, en eigenlijk zo een beetje de enige straat, worden we afgezet. Ik heb niet zo een behoefte om als een kip zonder kop rond te gaan rennen en we besluiten even op een terrasje te gaan zitten en te acclimatiseren. Het is wel echt weer heel wat anders dan alle vorige plekken. We observeren hoe de andere uit ons busje hysterisch rond lopen op zoek naar hun verblijf. Een tijdje later lopen we zelf alsnog zo rond. Ik weet niet waarom, maar ik besluit op gevoel een kant op te lopen. Natuurlijk is dit de compleet verkeerde kant. Uiteindelijk besluiten we het maar te vragen. Het dorp is zo klein dat we niet heel veel later al bij ons verblijf staan. Ik schrik als ik zie dat ze hier druk aan het verbouwen zijn. Ik ben een beetje bang dat we hier veel overlast van zullen gaan krijgen. We worden opgewacht door Dodo opgewacht, de eigenaresse van het verblijf Dodo Japaridze.
Het is een superschattig verblijf met een grote veranda. De druiven groeien langs het dak en de tuin staat vol met fruitbomen. Dodo zet elke dag vers fruit uit haar tuintje neer, waar we mooi gebruik van maken. Ze spreekt amper Engels, maar dat zijn we ondertussen wel gewend. Ons slaapkamertje is mini, maar wat we nodig hebben staat er in. Ik heb het idee dat het allemaal schots en scheef staat. Pas als ik de deur zie weet ik dat het klopt. Deze is schuin afgezaagd omdat hij anders niet in de opening zou passen. Bijzonder...
Als we ons aan het installeren zijn komt Dodo nog een keer of tien terug met mededelingen die ik maar half begrijp. Als we naar mijn idee nog midden in een gesprek zitten roept ze bye bye en gaat ze weg. Na een paar minuten komt ze weer terug om iets anders te vertellen. Ze is echt heel erg schattig.
We gaan weer terug naar de hoofdstraat en gaan zitten bij Koshki bar. Gijs eet voor de verandering kachapuri, maar hij is nog steeds van mening dat de versie van Cozy in Kazbegi het beste was. Er loopt een reuze hond over het terras, die graag wat aandacht wil en zo zijn grote kop op je schoot plant. Het is een indrukwekkend beest, die wat weg heeft van een huge teddybeer. Het blijft maar koud en bewolkt, op een gegeven moment wil ik ergens binnen zitten. We gaan naar Panorama Café, dat vlak bij ons verblijf ligt. Het is een gezellige tent, met hardwerkende dames. Het is er in ieder geval lekker warm. Ik drink een kopje oploskoffie om een beetje op te warmen. De serveerster is heel schattig, maar misschien komt dat omdat ze me aan mijn zusje doet denken. Later eten we een bordje patat. De porties zijn enorm, ik blijf het zeggen, bestel dingen om te delen, in je eentje krijg je het echt niet op. Naast ons horen we hoe een Nederlands stelletje steen en been klaagt over het restaurant. Het meisje wil de servicekosten niet betalen. Ze vond het eten slecht en het bier warm. Het gekke is dat ze het wel allemaal heeft weg gewerkt. Ik ben blij als ze weg gaan. Ik moet eerlijk toegeven, het bier was wel echt lauw, een beetje jammer. Verder heb ik er goed gezeten en hebben we de serveerster zelfs fooi gegeven. Dit is tegen Gijs zijn principes in... Na het eten en de 90's muziek gaan we naar een supermarktje. Daar halen we biertjes die we op onze veranda opdrinken. Ik heb me ingewikkeld in alle dekens die ik kon vinden. Het is echt behoorlijk koud in de 'bergen'.
Gijs heeft heerlijk geslapen. Ik helaas was minder. Ik wil even rustig wakker worden en ontbijten. Bij hetzelfde restaurant als gisteren, blabla, gaan we zitten. De bediening is ruk, net als gisteren. Ik neem een salade met komkommer, tomaat en walnoten, echt super lekker. Gijs neemt een specialiteit van deze regio, kubdari met bonen. Het is een soort gevuld brood en erg machtig, maar wel lekker.
Ik ben een beetje nerveus, het is de bedoeling dat we vandaag gaan paragliden. Ik heb gegoogeld waar het kantoor van de organisatie Mestia Paragliding te vinden is. Dit lijkt niet ver lopen. Toch kunnen we het mooi niet vinden. Wel zien we verschillende posters van de club, maar een kantoor... mooi niet. Ik besluit om via Facebook contact te zoeken. Voor mijn gevoel lopen we het dorp nog 10 keer rond, zonder resultaat.
Dan krijg ik een reactie via Facebook. Vanwege de harde wind die dag gaan ze niet paragliden. Echt heel erg jammer, want natuurlijk was ik wel nerveus, maar ik zag er naar uit. Het leek me zo gaaf om juist op deze plek te gaan. Nu heb ik spijt van mijn besluit om niet in Kazbegi te gaan, daar was het weer ideaal toen wij er waren... Helaas pindakaas. We gaan terug naar ons verblijf en trekken onze wandelschoenen aan voor plan b.
We gaan hiken naar de Chalaadi Gletsjer, die hier in de buurt ligt. Vanaf Mestia kun je er in principe heen lopen, maar we zijn al aan de late kant, door de zoektocht naar Mestia Paragliding. We besluiten om ons naar het beginpunt van de trail te laten rijden door een taxi. We spreken met de taxichauffeur af dat hij ons na 2 uur weer op komt halen. Hiervoor betalen we in totaal 60 GEL, die we pas achteraf zullen betalen.
Als we de route van Mestia naar het beginpunt zien dan zijn we blij dat we dit niet zijn gaan lopen. De hele route is overhoop gehaald en er wordt gewerkt aan een gasleiding of iets dergelijks. Het is mega stoffig en echt mooie uitzichten heb je niet. Ik zou aanraden lekker de taxi te pakken. Bij een karakteristieke hangbrug worden we afgezet.
Het is een makkelijke route en je hebt er echt geen gids voor nodig. Natuurlijk nemen wij de eerste de beste afslag de verkeerde kant op. Typisch... Gelukkig komen we er al snel achter,
voornamelijk omdat we gewoon niet verder kunnen lopen. We lopen terug en pakken nu het goede pad. In het begin is het even steil, maar al snel loop je over een bospad met weinig hellingen. Het is
er rustig en maar heel af toe komen er mensen van tegengestelde richting.
Opvallend veel hebben toch een gids mee. Ik denk dat ze hier achteraf wel spijt van hebben. Op veel keien en bomen staan blauwe pijlen geschilderd die je naar het juiste spoor leiden. Gewoon geen gids nemen!
Het bos is al mooi, met rotsen vol fel groen mos. Als je richting het riviertje loopt, dan voel je de koude, ijzige wind al. Wel lekker verkoelend. Als je tussen de bomen door kijkt zie je de gletsjer al tussen de bergen verderop liggen.
We moeten nog een eindje lopen, dwars over grote rotsen die vaak los zitten. In mijn achterhoofd hou ik dat we niet te veel moeten treuzelen, omdat we anders onze taxi terug naar Mestia missen. We gaan daarom redelijk snel vooruit. Overal staan stapeltjes met stenen, het is net een Instagram scenario.
Bij de gletsjer is het echt fris. Er zijn niet veel mensen, ik denk een handje vol. We wachten rustig op onze beurt om bij de gletsjer te poseren.
Ik vind het heel gaaf om te zien. De gletsjer gaat tot hoog in de bergen, maar beneden smelt het. Er is een helder blauwe grot ontstaan. Ik kom niet te dicht in de buurt, want Gijs heeft me vertelt dat er vorig jaar mensen bedolven zijn onder een stuk gletsjer dat is afgebroken. Het ijs smelt zo snel dat ik me hier best iets bij kan voorstellen. Ik gooi ook hier weer wat van de as van mijn moeder neer.
Nadat ook wij de hoognodige foto's hebben geschoten gaan we weer terug naar het beginpunt. We lopen bijna in een soort draf, ik blijf maar angstig dat we de taxi missen (alsof we dan nooit meer terug naar Mestia kunnen komen). Uiteindelijk zijn we er ruim op tijd. We denken dat we onze taxichauffeur bij het biertentje zien zitten. Hij is nog bezig aan zijn versnapering en geduldig wachten we op hem. Als hij op staat vragen we of hij ons ook heeft gebracht. Hij knikt en mompelt iets. Ik heb toch het idee dat hij het niet is. Als we bij een busje aankomen dan weet ik het zeker, dit was niet onze chauffeur. Gelukkig komt op dat moment onze echte chauffeur aangereden. Het zou toch lullig zijn als we hem hadden laten zitten!
Onze cranky chauffeur dropt ons weer in Mestia. We kleden ons even om en gaan op zoek naar wat te eten. We komen na wat rond scharrelen uit bij Daeli. Het is er nog rustig, maar we zijn ook wel erg vroeg. We eten wat patatjes en salade, ondertussen kijken we naar de grillmaster die een showtje weg geeft. Gelukkig komen er al steeds meer andere mensen het terras op. Het is een beetje awkward als je met zijn tweeën bent met 8 man personeel.
Na het eten sluiten we de dag op bij het terras van Panorama Café. De oude wachttorens door de hele stad zijn verlicht. Het is wat koud dus we drinken ons biertje onder een flatteus geruit dekentje.
Morgen vertrekken we al weer uit dit dorp en gaan we naar onze laatste bestemming; Batumi!
Vandaag vertrekken we weer uit Mestia, ik had hier nog wel langer willen blijven. Niet voor de stad zelf, maar ik had meer van de omgeving willen zien. Om half 8 staan we op het grote plein waar alle busjes vandaan vertrekken. We hebben gisteren al een kaartje gekocht en zijn er als één van de eerste. Gijs wil nog wat eten voor onderweg scoren. Dit gaat hem niet worden aangezien we alleen maar 'groot' geld hebben. Zorg dus in deze kleine plekken voor wat klein geld, het is niet de eerste of laatste keer dat we hier issues mee hebben.
Zonder eten wordt Gijs altijd beroerd als we de weg op gaan. Ook deze keer verandert hij al snel in een grauwe zombie look a like. Heel sneu en ik hoop maar dat hij niet over zijn nek zal gaan.
Als we aankomen bij de tussenstop (dezelfde als op de heenweg) sluit ik aan en dring ik een beetje voor om wat te eten te halen. Ook hier is er maar weinig wisselgeld dus ik moet extra halen zodat ze kunnen wisselen. Toch bijzonder als er honderden toeristen per dag hier stoppen... Gijs verorbert de droge snacks die ik heb gehaald en krijgt weer een normaal kleurtje.
We rijden een stuk langs de kust, waar ik best wat semi-interessante plaatsjes zie liggen. Jammer genoeg hebben we niet genoeg tijd om alle plekken te bezoeken. Op de boulevard van Batumi worden we afgezet. We hebben geen zin om te gaan rondlopen met onze tassen en uren naar het hotel te zoeken, we pakken mooi een taxi.
Het was ook nog een flink stuk lopen geweest, want het duurt met de taxi zo een tien minuten. Dan staan we voor Paliashvili Hotel. Het ziet er netjes uit en we worden gelijk begroet door één van de receptioniste's. In een mini lift gaan we naar de vierde verdieping, waar een fijne, iets luxere kamer op ons wacht. Ik ben zo blij dat we hier niet op bezuinigt hebben. De bedden zijn heerlijk en eindelijk een fatsoenlijke douche! Daar ben ik wel aan toe.
Als we allebei weer fris en fruitig zijn, lopen we terug naar de boulevard voor een biertje. Bij één van de strandtentjes strijken we neer. We bekijken de paar mensen die op het strand liggen, maar ik besluit al snel dat ik het toch te vies vind (iets met tampons, ja inderdaad meervoud...). Zwemmen zie ik gelijk niet meer zo zitten.
Eerlijk gezegd had ik gehoopt dat we wat meer gezelligheid zouden vinden in Batumi. Niet dat de rest van Georgië niet gezellig is, maar het gezellige straatje zoals in Tbilisi ben ik niet meer tegen gekomen.
We verplaatsen ons van terras naar terras, bekijken wat van de oudere gebouwen, eten een hapje en gaan via de nachtwinkel terug naar het hotel.