We gaan al vroeg naar Almere Centraal en gooien onderweg onze sleutels in de brievenbus bij Max en Nanouk, zij zullen voor de katten gaan zorgen dit weekend.
Eenmaal op Schiphol zijn we even in de war, we moeten naar een andere gate dan normaal gesproken als we naar Praag gaan. We mogen door het nieuwe inchecksysteem, waarbij je zelf je paspoort kunt laten scannen en er een foto van je gemaakt wordt.
De vlucht is maar kort, ongeveer een uurtje. Vlak voor we landen zie ik Edinburgh al onder ons, heel gaaf! Ik ben helemaal door het dolle als ik de Ponden in mijn handen heb, het is net Monopoly geld. Wanneer er bij de bushalte ook nog eens een dubbeldekker bus aan komt rijden ben ik helemaal niet meer te houden. Dit is echt geweldig. Het is allemaal precies zo als ik had verwacht. De huisjes onderweg, de rode telefooncellen, het druilerige weer, het accent van de buschauffeur, het is een compleet plaatje.
De bushalte is vlakbij ons verblijf: Hoppo Backpackers Hostel in Cockburnstreet, ook al zo een geweldige straatnaam. Het hostel is schoon, maar ik vind het wel vervelend dat er niet iets van een wasbak op onze kamer zit. De douches vind ik behoorlijk ongemakkelijk, alles is open en alleen door een kort douchegordijn ben je een beetje afgeschermd, ik ben te preuts voor deze shit.
Aan de Royal Mile vindt je de pub World’s End. Deze naam is gegeven, omdat de pub vroeger aan het einde van de wereld lag, althans voor de Edinburghers, namelijk langs de oude stadsmuren. Buiten Edinburgh was er verder toch niets. Inmiddels is de stad wat groter en is de wereld van de Edinburghers wat uitgebreider. De pub komt uit de 16e eeuw en voelt ook echt zo. Het is wel echt een toeristische plek, met buitenlands geld boven de bar en ze verkopen er zelfs World’s End shirts.
Als we onze rommel hebben neergegooid is het echt tijd om iets te gaan eten. Als we de straat uitlopen komen we op de Royal Mile terecht, ideaal. Ik heb natuurlijk van te voren een lijstje gemaakt met plekken die ik wil zien en nog geen vijf minuten later lopen we al tegen de één van mijn punten aan: The World's End! Een pub in oude stijl.
Binnen is het gelukkig rustig, ik heb gelezen dat dit nog wel eens anders is. We bestellen een Ale (dit is ook gelijk mijn laatste, gatverdamme) en fish & chips (whoop whoop). Ze hebben hier zelfs een veggie burger voor Gijs!
Ondertussen is het gaan regenen, maar ik denk dat dit de hele Schotland ervaring compleet maakt. We gaan op zoek naar ons volgende item op de lijst: The Jekyll & Hyde Pub (vanaf 2016 gesloten. Even denk ik dat we verdwaalt zijn , maar dan zie ik de pub ineens liggen. Het is een mooie tent met gekke meubels en decor. De wc zit verstopt achter een boekenkast, waardoor iedereen er voorbij loopt.
Die avond moeten we lang zoeken naar een restaurant dat nog en tafel vrij heeft. Het is Valentijnsdag en dit zorgt voor overvolle restaurants. Uitendelijk kunnen we na lang wachten bij Koerdisch restaurant Hanam terecht. We hadden beter 's middags al kunnen reserveren.
We lopen wat rond, verkennen wat van de close's (smalle steegjes). Het is miezerig weer als we bij het kasteel aankomen. Het is hier erg druk, dus we gaan snel weer weg.
Vlakbij de St. Giles Kathedraal is een zien we straatstenen liggen die in de vorm van een hart zijn opgesteld. Het hart van Midlothian is onopvallend, maar niet voor de lokale bevolking. Deze hebben de vreemde gewoonte op het hart te tuffen en dan nog het liefst een grote rochel. De ene zegt dat het voor goed geluk is, de volgende geeft aan dat er in de 14e eeuw een tolhuisje was, waar belasting werd betaalt. Uit afschuw spuugde de bevolking bij de ingang van het huisje, waar nu het hart ligt. Het hart is het symbool geworden van het voetbalteam van Edinburgh.
Onder de straten van Edinburgh ligt een deel van het verleden letterlijk begraven. Meters onder de grond liggen een aantal closes, bekend onder de naam Mary King’s Close, naar de dochter van een advocaat vernoemd. Dit was bijzonder omdat de meeste closes naar mannen werden vernoemd. Om plaats te maken voor een nieuw gebouw voor het stadsbestuur moesten de closes en hun bewoners wijken. Ze werden uitgekocht en hun woningen en de steegjes werden afgesloten.
Tegenwoordig is deze vreemde plek toegankelijk voor publiek en worden er tours gegeven. Er wordt verteld over de bevolking van de stad en hoe de helft stierf aan de pest. Hoe de snaveldoktoren hun best deden om de pestlijders te helpen. En hoe de laatste bewoner zijn uiterste best had gedaan om niet te hoeven vertrekken, maar uiteindelijk voor een flink bedrag is gezwicht en het hele huis vervolgens leeg heeft getrokken. Zelfs de deurknop heeft hij meegenomen.
Natuurlijk kan op zo een plek een spookverhaal niet ontbreken. Het verhaal van Wee Annie (kleine Annie) wordt verteld in een ruimte vol poppen en knuffeldieren. Volgens een paranormaal begaafde Japanner Aiko Gibo zou er in de ruimte een klein meisje ronddwalen, die tijdens de pestepidemie in de steek is gelaten door haar ouders. Verdrietig zou ze op zoek zijn geweest naar haar pop, die ze ook nog eens verloren is. Ze zou de hand hebben gepakt van het medium, die hier zo door geraakt is dat Aiko Gibo naar de bewoonde wereld is gerend en een Barbie pop voor Annie heeft gehaald. Door bezoekers die later in de kamer van Annie kwamen werden vervolgens meer poppen en knuffels meegebracht en er is een waar altaar ontstaan. Annie heeft in ieder geval genoeg om zich mee te vermaken.
Wat ik misschien nog wel mooier vind is de donatie-pot die in de kamer van Wee Annie te vinden is. Toeristen doneren hier geld wat eens per jaar uit naam van Annie gedoneerd wordt aan een kinderziekenhuis.
Normaal gesproken ben ik niet zo van de tours, maar op sommige plekken kun je op geen andere manier komen. De tourguides doen het erg leuk, ondanks dat ze een rol spelen in kostuum. Helaas mag er tijdens de tour niet gefotografeerd worden.
Na een lunch bij Frankenstein's Pub (niet super) lopen we tegen Brew Dog aan, een schotse brouwerij met heel veel verschillende biertjes. Ze zijn in het nieuws geweest door hun biertje ` Hello my name is Sonja`, een biertje dat volgens eigen zeggen voor über hetero mannen is. Het biertje is gemaakt voor de olympische winter spelen van 2014 in Rusland, waar de president heeft aangegeven dat homoseksuele welkom zijn op de spelen, maar de kinderen met rust moeten laten… De makers van Brew Dog hebben hierom een mooi biertje ontwikkeld, met op het label een Warhole achtige Putin met oogschaduw en lippenstift. Ze hebben een doosje vol naar het Kremlin gestuurd.
Maar niet alleen het Hello my name is Sonja biertje is leuk om te drinken, ze hebben een arsenaal aan zelf gebrouwen biertjes, zoals Punk IPA, Dead Pony en Kingpin. Van een klein brouwerijtje van 2 vrienden en een hond, maar is inmiddels wereldwijd verkrijgbaar in 44 bars, maar ook bij mijn Albert Heijn op de hoek.
Het is redelijk opgeklaard en we besluiten de heuvel bij Arthur's Seat te beklimmen om een goed uitzicht te krijgen. Het is wat blubberig en glad, maar we redden het zonder te vallen. Het waait flink, maar het uitzicht is heel gaaf! Ik strooi een beetje van de as van mijn moeder uit, voor we weer naar beneden gaan.
Als we onderweg zijn naar Sheep Heid Inn, een pub even verderop, ga ik toch nog onderuit en zit ik onder de blubber. Er wordt op deze plek volgens de verhalen al vanaf 1360 drank verkocht. Mogelijk is het de oudste pub van Edinburgh en misschien wel Schotland. Het ligt in het dorpje Duddingston, wat onder Edinburgh valt.
Binnen hangt het vol met schilderijtjes, dierenhoofden, en klokken. Het is druk, heel erg druk. Echt tijd om rond te kijken is er niet, ik wilde zo snel mogelijk een plek vinden. Het was druilerig weer, dus erg gezellig was het niet in de biertuin, maar liever daar dan tussen de dampende mensen. We drinken een biertje en lopen weer terug naar het centrum.
We laten onze tassen bij de receptie van het hostel achter en gaan nog even genieten van de stad. Als we naar buiten lopen komen we de "Guinnes World Record" houdster tegen. Zij is officieel de vrouw met de meeste piercings ter wereld en ik ken haar wel van tv.
Als ze ziet dat we kijken worden we geroepen en maken een praatje. Ze staat hier op haar vrije zondag om nog wat extra geld te verdienen. We geven haar wat en gaan op de foto. "You helped me finance my next piercing!" roept ze ons nog even na. Wat een vrolijk en vooral kleurrijk persoon!
Vandaag is het een stuk mooier weer en we lopen wat rond in het zonnetje. Af en toe drinken we ergens een biertje. Bij de Grass Market lopen we bij Black Bull naar binnen. Hier hangen allerlei feitjes aan de muur en hier lees ik dat het plein waar we aan zitten, vroeger een vaste hangplek was. En dan bedoel ik dat er mensen werden opgehangen, nadat ze veroordeelt waren.
Eigenlijk voelt heel Edinburgh aan alsof het vol verhalen zit. Ik weet niet waarom, maar je hebt het gevoel dat er overal wel iets gebeurt is of een verhaal achter zit.
We sluiten het weekendje af bij World's End, waar het nu enorm druk is. We drinken snel een biertje en als we naar buiten lopen zie ik een bord hangen bij een snackbar. "Deep Fried Mars Bar"! Dit is iets dat al op mijn Food Bucketlist staat sinds ik er voor het eerst van hoorde en dat was op de middelbare school.
We gaan naar binnen en bestellen de bizarre snack. Ik moet bekennen dat het echt wel heel lekker is, maar enorm machtig. Ik had net een Engels ontbijt naar binnen gewerkt, dus ik moest wel veel moeite doen de gefrituurde reep weg te krijgen.