13 juli 2020 - Český Krumlov
Het is prachtig weer en we hebben zin om gewoon rond te lopen in Český Krumlov, maar eerst moeten we van verblijf wisselen. Van Pension Weber heb ik niets meer vernomen en de eigenaar van het hotel heeft zich niet meer laten zien. Aan de overkant van de straat, langs het water, is ons al een paar keer een schattig hostel opgevallen, Hostel Skippy. Ik besluit te proberen om hier een kamer te regelen en dat lukt.
Een minuut nadat we de deur bij Weber hebben achtergelaten kunnen we al aan de overkant terecht. Een vrolijke vrouw doet de deur open en laat ons het krappe, lange halletje in. Het is een oud huisje, waarvan ze gelijk al vertelt dat ze zo veel mogelijk oude elementen intact wil laten. Zo zit er geen slot op de deur, omdat ze dan de oude deurknoppen zou moeten vervangen, dan liever een hangslot. Wat een mooie instelling. Het is zo sfeervol. We mogen onze tassen dumpen en het is uitchecktijd, dus mevrouw Skippy is heel erg druk. We vertrekken dan ook snel om te gaan ontbijten en komen later wel terug.
Na het luxe ontbijtje wandelen we richting het oude centrum. We komen langs de Sint Vituskerk, niet per se heel bijzonder, maar ik kan het niet laten om toch een blik naar binnen te werpen.
Door het zonnetje wandelde we naar de boogbrug, die vertaalt de mantelbrug heet. Deze beschermde het kasteel van Český en werd voor het eerst genoemd in de 15e eeuw. Via deze brug lopen we naar een soort binnenplein boven op de heuvel. Hier heb je echt een prachtig uitzicht over het stadje.
Ik kijk kort wat rond op de binnenplaats, prachtige ornamenten en natuurlijk de sprookjesachtige roze toren. Al in de 13e eeuw is hier een 'kasteel' gebouwd, maar later is deze door Italiaanse bouwkundigen verbouwd tot het plaatje dat er nu staat. Het is er op het moment dat wij er zijn ontzettend druk en we besluiten niet naar binnen te gaan. Ik moet bekennen dat ik hier wel echt spijt van heb, maar aangezien ik me toch heb voorgenomen nog eens terug te komen kan ik het alvast op mijn to-do-list zetten.
We lopen verder en komen bij de kasteeltuin. Hier zitten 2 beren, wat ik enorm zielig vind en dus ook niet te lang bij blijf dralen. Arme beestjes. Eenmaal beneden komen we bij 'workshop-alley'. Een superschattig straatje vol met winkeltjes waar je, misschien heeft de naam van het steegje het al verraden, workshops kunt doen. Er zit een leerbewerker, glasblazer, textielbewerker en een smid. Bij de smid gaan we even naar binnen, maar ook hier is het vol. We bekijken wat leuke spulletjes, maar ik beheers mezelf. Robbie past uiteraard wel even een helm.
Nadat we uitvoerig in het steegje hebben rondgekeken besluiten we wat te gaan eten en drinken. op het rustige binnenplaatsje. We besluiten dat we toch een kijkje gaan nemen bij de Schwarzenberg-brouwerij die even verderop zit. De brouwerij zelf heeft niet de sfeer waarop ik had gehoopt, maar het is alsnog fijn om even neer te strijken en er zit een heel leuk winkeltje bij.
Die avond eten we gescheiden. Ik en Gijs willen graag eten bij The Two Maries die Tsjechische gerechten uit de middeleeuwen serveert. Robbie gaat naar de Vietnamees vlakbij het hostel. Het eten bij The Three Maries is prima en ik vind het concept ook gewoon erg leuk. Nadat we onszelf veel te vol hebben gepropt lopen we langs de supermarkt, slaan wat bier en snacks in en gaan naar het verblijf om gebruik te maken van de veranda met prachtig uitzicht over de rivier.
Met de leencrocs van mevrouw Skippy, schoenen zijn binnen niet toegestaan, fantaseer ik met Gijs over hoe het zou zijn om hier te wonen. Dat gevoel heb ik niet snel, meestal verlang ik toch wel weer naar mijn eigen huisje in het pittoreske Almere, maar Český Krumlov maakt iets los, zelfs met crocs aan. Robbie komt al snel bij ons zitten en we babbelen wat tot het tijd is om te gaan tukken. De volgende dag moeten we weer vroeg op.
12 juli 2020 - Český Krumlov, Tsjechië
Met militaire discipline maken we ons deze ochtend klaar voor een activiteit. Uiteraard is dat gelogen, het is één grote chaos, maar we verlaten redelijk op tijd ons verblijf om door het dorpje naar de raftverhuurder te lopen. We zijn zelfs aan de vroege kant, een unicum.
Terwijl wij wachten druppelen er ook andere mensen binnen, die hebben zich ietsje beter voorbereid. Wetsuits, waterschoenen, drybags, alles komt voorbij. Komen wij aan met onze plastic tasjes, slippertjes en 'gewone' kleding. Ach ja lekker "rebels" zullen we maar zeggen. Gelukkig krijgen we wel een drybag van de verhuurder.
Er wordt een korte uitleg gegeven over de route die we moeten nemen. Eén van de watervalletjes is gesloten, hier zijn ze aan het verbouwen om de boel wat veiliger te maken. Het zou er levensgevaarlijk zijn (maak hier even een notitie van).
De route zou tussen de 6 en de 9 uur duren en met een busje worden we gedropt vlak bij het dorpje Rozemberk. De omgeving is prachtig. Snel ruil ik mijn harembroek om voor shorts en pleuren we de rubberboot in het water. Ik kruip voorin ons voertuig voor de komende uren, Gijs in het midden en Robbie snel achterin. Dr. Doolittle denkt dat we dan niet zien dat ie niet mee peddelt.
Het is heerlijk, het zonnetje schijnt al en we dobberen tussen de bosrijke heuvels. Echt raften kan je het niet noemen, het water is kalm met af en toe een klein versnellinkje. Onderweg kom je een aantal stuwen of zoiets tegen, waar je soms langs moet manoeuvreren, om door een smalle opening je weg te vervolgen. Echt hindernissen zijn het niet, al is de eerste die je tegenkomt wel even spannend (okay voor mij dan). Verder ben je eigenlijk voornamelijk aan het chillen en genieten van het uitzicht.
We varen langs heuvels met kastelen, prachtige stukken rivier en komen soms midden op het water een verkoper tegen, die zijn zondag besteed op het water om de toeristen drankjes en snacks te verkopen. We hebben later gevraagd of die mensen er altijd zitten, maar dit is iets wat eigenlijk alleen in het weekend gebeurt en dan vooral op zondag. Ik zou echt aanraden om dan ook op de zondag te gaan raften, het zorgt voor een leuk sfeertje.
Soms kom je in een ondiep stuk terecht en blijf je hangen op de rotsen. Gelukkig hebben we vanmorgen hiervoor de juiste professionele techniek geleerd: Jump, jump, jump!
Langs de oevers vindt je veel plekken waar je even kunt aanleggen en een hapje en drankje kunt doen. Ik hou hier van! Na een paar uurtje maken wij een eerste stop. Ze hebben er bier en schone toiletten, ideaal!
We dobberen rustig verder, maken her en der wat stops, drinken een cocktail bij een waterbarretje en hebben het heel gezellig. Maar dan.... moet ik zo nodig plassen... snel peddelen we naar de kade en als een opgeblazen pad spring ik de oever op en duik midden in de brandnetels en stap op een nest vol rode mieren. Hoe krijg ik het ook voor elkaar...
Vol butsen en bulten klauter ik terug de boot in en hang mijn benen over de rand in het water om mijn benen te koelen tijdens het vervolg van ons avontuur. Ondertussen beginnen we trek te krijgen. Bij een van de stops onderweg wilden we wel wat halen, maar ik werd al misselijk van de geur van het frituurvet, ik denk dat dit nog stamt uit de pre-corona periode. Die sla ik wel over. Bijna bij het einde, bij de laatste stop eten we wat. Hierna komt de 'gevaarlijke' stuw, die onder constructie is. Overal hangen doodshoofden en waarschuwingen. Dit ook ook wel de hoogste afdaling, als je hier verkeerd vaart stort je een flink stuk naar beneden. Toch gaan er vooral kano-mensen door de doorgang aan de zijkant, waar dus ook aan gewerkt zou worden.
We staan wat te kletsen met een man die in Nederland heeft gewerkt en kijken naar de "stoere" mensen die de waarschuwingen in de wind slaan. Plotseling komen we erachter dat het al vrij laat is en dat we ons moeten haasten om op tijd bij de raftboer terug te zijn. De jongens voelen zich geen mannen als ze niet ook van de stuw afgaan, die met al die doodskoppen en waarschuwingen er bij. Vol trots peddelen ze richting de afdaling...
En dit gaat serieus bijna fout. Als ze richting de doorgang peddelen komen ze in een stroming terecht. Deze sleurt ze richting de steile afgrond, achterstevoren. Ik zie de paniek op hun gezicht, sukkels. Ik laat me voorover vallen en krijs dat ze verdomme moeten peddelen. Ik kan net het touw van de boot grijpen en sleur ze de goede kant op. Als zij serieus achterstevoren van die afgrond afgedonderd waren denk ik niet dat het heel prettig afgelopen was. Maar gelukkig is de Held van Gent aanwezig en nu ook de Held van de Moldau.
Okay over dat laatste is nog wat discussie, omdat ik ze zou hebben aangemoedigd. Uiteraard zou ik dat nooit doen... Even verderop stap ik de boot weer in en vol adrenaline peddelen we als echte vikingen weer verder. We proberen haast te maken, omdat het al best laat en fris begint te worden.
Als we Krumlov binnen varen worden we door de toeschouwers begroet met veel ahoy's, wat een gezelligheid. Ondertussen zijn we al bijna een uur te laat. We zijn bijna bij de raftboer terug als Gijs een truukje doet. Hij lanceert zichzelf uit de boot. Serieus, ik keek net over mijn schouder en ik zie hem gewoon vliegen. Samen met zijn peddel. Robbie zijn oplossing is zijn eigen peddel in het water gooien om Gijs in zijn nekvel te grijpen en weer in de boot te hijsen. Nu hebben we nog maar 1 peddel. Ik doe mijn best om de boot te besturen, terwijl Robert de oever op stapt om één van de verloren peddels te grijpen. Ik geef mijn man de acrobaat de peddel en probeer de tweede uit het water te vissen. Ik kom niet meer bij! Hoe hilarisch moet dit zijn voor de tientallen toeristen die op de terrasjes langs het water deze actie hebben kunnen zien. Ik kan dit nog steeds niet schrijven zonder te gieren!
Gijs heeft het koud en we moeten nog een klein stukje peddelen. Gelukkig is het geen probleem dat we wat later zijn en we leveren de boot en de peddels weer in. Snel lopen we terug naar ons verblijf zodat hij droge kleding aan kan trekken. Bij vega restaurant Laibon, pal naast de plek waar Gijs zijn duik nam, gaan we die avond eten. We eten goed en de bediening is super vriendelijk. Tot nu toe heeft dit dorp echt alleen maar goede punten!
We eindigen op dezelfde manier als de dag ervoor, op ons balkon met een biertje. We zijn nog niet klaar met Krumlov. Eigenlijk zouden morgen vertrekken, maar we willen nog niet. Ik probeer een nacht extra bij te boeken in dit verblijf, maar ik krijg geen reactie. Ik zie de eigenaar ook niet meer en bij hun deur staat dat je niet aan mag bellen. Nou dan niet! We lopen steeds langs een verblijf dat er heel leuk uit ziet. Daar hebben ze nog plekken vrij en ik zorg dat we daar morgen terecht kunnen. Ondertussen heb ik de plek in Dresden kunnen verplaatsen, maar krijg ik geen reactie van Berlijn. Dat zien we dan wel weer, maar gelukkig hoeven we nog niet weg uit één van mijn nieuwe lievelingsplekken.
Er is paniek in de tent. Toen ik gisteren opzocht hoe we naar Český Krumlov zouden gaan waren er 1000 opties. Nu ik deze ochtend kijk zijn al deze opties ineens verdwenen. Ik snap er niets van en paniekerig zoek ik uit hoe we nu weg kunnen komen uit Praag. We hebben nog maar één optie, de Flix bus vanaf een busstation een eind verderop. Het is hysterisch, we haasten ons naar het busstation, waar ik nergens een halte zie voor een Flix bus. Wanneer Gijs de tickets checkt blijkt er ergens een tijdelijke halte te zijn, maar die staat nergens aangegeven.
Met nog maar zo weinig tijd besluiten we random een kant op te lopen en stomtoevallig komen we bij de goede plek uit, goed gegokt. Ik ben zo opgelucht. Anders had ik een manier moeten zoeken om met de trein zo dicht mogelijk bij Český Krumlov te komen en vanaf daar iets van een bus of taxi pakken, ik weet wel dat het altijd goed komt, maar ik ben niet zo een fan van dit soort paniekreisjes.
Zo een tien minuten later komt de bus aanrijden. We hoeven hier geen mondkapjes op en mogen zitten waar we willen. Ideaal hoor die Flixx bussen! Na zo een twee uur rijden door de velden en heuvels van Tsjechië komen we aan bij Český Krumlov. Deze kleine stad ligt in een kronkel van de rivier de Moldau (Vltava) en staat op de Unesco Werelderfgoedlijst. Als we aankomen is het wat grauw en miezert het. We zien nog niet veel van het mooie dorp zelf, we zijn uiteraard buiten de muren gedropt. We gaan op zoek naar ons verblijf, maar ik wanneer we de binnenstad in het oog krijgen ben ik al snel verkocht. Wat is dit een sfeervolle plek! Prachtige huisjes, roze torentjes en gezellige terrasjes. Binnen minder dan een minuut ben ik verliefd.
We lopen langs de rivier en moeten even zoeken naar ons verblijf, Pension Weber. In eerste instantie doen ze niet open en ik krijg gelijk flashbacks naar ons eerste hostel in Praag. Gelukkig gaat bij een tweede keer bellen toch de deur open en kunnen we naar binnen. Door een vriendelijke man, die Gijs joviaal een hand geeft (ben ik niet meer gewend in deze coronatijd) worden we naar onze kamer gelaten. Best wel chill, 3 bedjes een nette badkamer en een balkonnetje. We gooien onze spullen neer en gaan op verkenning uit. We zijn natuurlijk best aan de late kant aangekomen door het uitslapen van die ochtend en we willen nog wel wat zien van het stadje. Oude huisjes, smalle hobbelige straatjes en overal komt de rivier weer om de hoek kijken. We gaan zitten langs het water en bestellen een Krumlov biertje. Het is hier fantastisch!
Voor de volgende dag regelen we een raft om ook de rivier te bedwingen, net als veel toeristen die ons voorbij komen. Ik heb nu al spijt dat we hier maar zo kort blijven en ik overweeg om te verlengen, ik ben er nog geen 3 uur.
Die avond gaan we eten bij een populair Italiaans restaurant Latran, waar we zelf buiten voor in de rij moeten staan. Het eten is prima, maar het is zo druk dat de bediening je continu om de oren vliegt en je niet eens de kans krijgt om wat te drinken te bestellen.
Na het eten zijn we dan ook vrij snel weer weg. We kopen een supermarkt leeg en drinken nog wat op het balkon, voordat ik begin te knikkebollen. Het was blijkbaar een hele intensieve dag, voornamelijk door mijn eigen gestress, morgen moeten we sowieso vroeg op, dus dat ik een keer wat eerder met een boek mijn nest in duik is niet zo erg.